IPB-Forum over de internationalisering van de Vlaamse Kerk
Als spreker was Dorina Pagliaro uitgenodigd. Zij is sinds 2021 stafmedewerker voor internationalisering, migratie en diversiteit in vicariaat Kempen (bisdom Antwerpen). Haar werkvelden zijn ook de terreinen waarop de internationalisering van de Kerk het duidelijkst is: de anderstalige katholieke gemeenschappen, de vluchtelingen die hier arriveren en de buitenlandse priesters die in Vlaamse parochies aan de slag zijn.
In haar uiteenzetting stipte Dorina drie belangrijke elementen aan. Zo wees ze op de liturgie die, binnen de diversiteit aan talen en culturen, een belangrijke factor van eenheid is. In welke taal de eucharistie ook wordt gevierd, de vaste en herkenbare structuur maakt dat katholieke gelovigen, waar ze ook zijn en vanwaar ze ook komen, steeds kunnen participeren.
Daarnaast is er het contrast tussen de vergrijzende, kleiner wordende West-Europese geloofsgemeenschappen en de jongere, groeiende, niet-Europese katholieke gemeenschappen.
Dat contrast houdt soms het gevaar in dat ze als twee parallelle werelden naast elkaar leven en niet met elkaar samenwerken. Dat dat niet zo hoeft te zijn, illustreerde ze met enkele praktijkvoorbeelden uit vicariaat Kempen waar op sommige plaatsen het ideaal van één grote vitale kerkgemeenschap vorm krijgt.
Ten derde wees Dorina Pagliaro op het gevaar de anderstalige katholieke gemeenschappen te instrumentaliseren. Net omdat ze dynamisch en groeiend zijn krijgen ze vaak een missionaire rol toebedeeld. Ze zouden dan het hier tanende geloof weer moeten aanwakkeren en Vlamingen weer naar de kerk moeten lokken. Door hen bij voorbaat in de rol van ‘kerkredders’ te duwen, ontnemen we hen de kans om op hun eigen manier Kerk te zijn.
(Lees verder onder de foto's.)
Moeilijkheden en kansen
Uiteraard loopt het proces van internationalisering soms moeilijk. Zo zijn er soms spanningen tussen veeleer conservatieve buitenlandse priesters en Vlaamse lekenmedewerkers die er andere opvattingen op nahouden inzake liturgie of pastorale besluitvorming. Hetzelfde geldt voor morele opvattingen: als het gaat over huwelijk, seksualiteit of bio-ethische thema’s zijn veel Vlaamse opinies verre van evident voor bv. Afrikaanse of Aziatische priesters.
Maar er zijn ook kansen: zo zien veel anderstalige katholieke gemeenschappen catechese en verkondiging als een constante opdracht, niet alleen voor kinderen en jongeren, maar ook voor volwassenen. Van het ernstig nemen van Bijbel en catechese en de grote vrijmoedigheid in de verkondiging kunnen Vlaamse kerkgangers nog wat leren.
Ook op het vlak van gemeenschapsvorming kunnen anderstalige katholieke gemeenschappen inspirerend werken. Voor de meeste onder hen gaat Kerk-zijn veel verder dan de liturgische samenkomsten.
En hun bereidheid om zich om over verre afstanden te verplaatsen voor vieringen met de eigen gemeenschap stelt ons klassieke Vlaamse parochiemodel in vraag.
Broedplek Lissabon
Na deze uiteenzetting bracht de 16-jarige Maren Geenen een bevlogen getuigenis over wat de afgelopen Wereldjongerendagen in Lissabon voor haar hadden betekend. Ze maakte er kennis met een jonge, levendige en internationale Kerk. Tijdens het voorprogramma in Porto ervaarde ze dat jongeren uit andere landen op een andere manier aanbidden, liturgie vieren of gemeenschap vormen, en dat dat verschil net inspirerend kan zijn.
Deze getuigenis van verbondenheid over nationaliteiten en talen heen werd aangevuld door Sofi Van Ussel, directeur van IJD Jongerenpastoraal Vlaanderen. Zij schetste Lissabon als ‘broedplek’ voor de Kerk van morgen en wees ook op parallellen met wat Dorina Pagliaro vertelde: net zoals we niet over anderstalige katholieke gemeenschappen moeten spreken, maar vooral met hen, zo moeten we ook mét jongeren spreken. En ook van jongeren mogen we, net zoals van anderstalige katholieken, niet dé redders van de Kerk in Vlaanderen maken.