Jezuïet Wim Dombret: ‘Mijn ervaring met indianen in Canada’
Afgelopen maanden werden bij verschillende voormalige internaten in Canada duizenden anonieme kindergraven ontdekt. Een lugubere ontdekking, die maar het topje van de ijsberg vormen van de misdaden tegen de inheemse bevolking door de overheid, vaak in samenwerking met religieuze congregaties en de katholieke Kerk. Onderstaand artikel van de Vlaamse jezuïet Wim Dombret verscheen eerder op Ignis Webmagazine.
Wim Dombret • Als kind werd ik getroffen door een foto van een indiaanse leider. Wat mij toen sterk beroerde, was zijn uitgesproken, haast gekerfde, wat donkere gelaatsuitdrukking die ondanks de pijnlijke geschiedenis van zijn volk toch grote fierheid en sterk verzet uitdrukte. Tijdens mijn periode in Canada greep ik dan ook de kans om er enkele keren een missionaris te vervangen. Ik maakte al snel kennis met de pijnlijke geschiedenis van deze oorspronkelijke bewoners van Canada, waarvan de gevolgen doorwerken tot op de dag van vandaag.
Na de Europese invasie in de 17de eeuw kregen de indianen reservaten toegewezen. Die werden steeds kleiner toen er meer Europeanen arriveerden. Als de inheemse bevolking hun beperkte rechten wilden behouden, moesten zij hun huisvesting, economie en leven uitbouwen op deze beperkte en doorgaans zeer afgelegen plaatsen.
Gekrenkte zelfwaarde
Eeuwen van overheersing, kleinering en marginalisering volgden en raakten de inheemse bevolking diep in hun zelfwaarde. Van mijn eerste contact met de indianen herinner ik me nog een paar gesprekken met enkele jongeren. Ik begreep dat ieder mens doorgaans met eenzelfde positieve levensdrang en verlangen geboren wordt.
De levenslust die elke mens eigen is, kan destructief worden als de gehavende affectieve en sociaal-economische omstandigheden dit verlangen frustreren.
De positie van de inheemse bevolking is in vele opzichten nog altijd achtergesteld. Onderzoekers concludeerden in 2019 dat inheemse vrouwen 13 keer zoveel kans lopen om vermoord te worden of vermist te raken dan andere Canadezen. De levensverwachting ligt zo’n 5 tot 7 jaar lager. De inheemse bevolking is oververtegenwoordigd in het aantal zelfdodingen, misbruik en drugs- en alcoholgerelateerde delicten. Hoewel ze maar enkele procenten van de Canadese bevolking uitmaken, is 30 procent van de gedetineerden inheems. In vrouwengevangenissen ligt dat percentage zelfs op 42 procent.
Culturele genocide en betrokkenheid kerk
Grote bron van de nog altijd voelbare pijn is het assimilatieproces dat eind 19de eeuw werd georganiseerd door de Canadese regering. Die geloofde dat de inheemse bevolking het best ‘gediend’ zou zijn met een verplichte aanvaarding van de westerse cultuur. Inheemse kinderen werden systematisch weggehaald bij hun ouders, afgezonderd en bijeengebracht in kostscholen (residential schools). Hun lange haar werd kortgeknipt, ze moesten westerse kledij dragen en mochten hun ‘vuile taaltje’ niet meer spreken. In ruil kregen ze een ‘gedegen’ westerse opvoeding.
Vanaf de jaren ’20 werden kerken betrokken bij het onderwijs aan deze scholen, om de kinderen het christelijk geloof bijbrengen.
Zeker 150.000 kinderen gingen naar deze kostscholen. Het leven was er hard. Het sterftecijfer was hoog als gevolg van infectieziektes, mishandeling en ondervoeding. De ouders werden daar vaak niet van op de hoogte gebracht. De laatste residential school sloot in 1996 haar deuren. Onlangs werden bij enkele van die scholen lijken van meer dan 1.000 vermiste kinderen uit inheemse families gevonden. De kinderen werden anoniem begraven, soms in een massagraf. Nog meer graven zullen vermoedelijk ontdekt worden.
Verzoening en herstel
In 2005 ging in Canada een verzoeningsproces van start, een equivalent van de waarheidscommissies in Zuid-Afrika. De commissie oordeelde dat het schoolbeleid voor de inheemse bevolking een vorm van culturele genocide was. Voor dit schoolsysteem bood de Canadese regering in 2008 excuses aan. Na de officiële excuses van de overheid zijn 50 actiepunten opgesteld om de situatie van de inheemse bevolking te verbeteren. Hopelijk blijven die geen dode letter.
In 2013 gingen de Canadese jezuïeten, die werkzaam waren op 3 residental schools, diep door het stof. Provinciale overste Peter Bisson en jezuïet Winston Rye erkenden in een officiële verklaring de feiten en boden hun excuses aan.
Ook paus Franciscus liet onlangs blijken begaan te zijn met het lot van de inheemse bevolking in Canada. Hij wenst hun getuigenis rechtstreeks te beluisteren, de impact van de kolonisatie en de rol van de katholieke Kerk in het systeem van residentiële scholen aan de orde stellen en zo bij te dragen aan de heling van de wonden van het lijden van inheemse volkeren en de aanhoudende effecten van het intergenerationele trauma.
De jezuïeten en ook andere kerkelijke groeperingen hebben vandaag over het algemeen een goed en constructief contact met de inheemse bevolking, met name met de christenen onder hen.
In de jaren 70 ging een team van jezuïeten van dorp naar dorp om de inheemse katholieken aan te moedigen om meer verantwoordelijkheden op zich te nemen in hun parochies.
Ze gaven opleidingen Bijbel, theologie en pastoraat aan onder andere diakens en hun echtgenotes. Momenteel centreert de inzet voor de inheemse bevolking zich, naast parochiewerk in steden en communauteiten, rond gevarieerd vormingswerk in twee bezinnings- en vormingscentra. Ook werden er een tiental jaren geleden met de hulp van weldoeners 3 middenscholen voor indiaanse kinderen opgericht. Hier krijgen de leerlingen een aangepaste en intense vorming om hen nadien in te schakelen in het regulier onderwijs en blijkbaar met succes.
Aan enkele jezuïetenuniversiteiten is er samenwerking met de indiaanse gemeenschap om hun taal en cultuur uit te dragen. Aan de universiteit van Sudbury hebben de indianen sinds de jaren ’60 een eigen faculteit.
Tekst gaat verder onder de foto.
Geen Hollywood pluimen meer
Ook ruimer stelt men een kentering vast. De indiaanse communauteiten krijgen veel vragen voor bezoeken van groepen en scholen. De officiële media belichten de laatste decennia meer systematisch en constructief de situatie van de indianen.
Een deel van de nieuwe generatie van Canadezen blijkt ook gevoeliger voor dit onrecht uit het verleden en de waarde van de inheemse culturen.
Toch is racisme nog steeds een wijdverspreid fenomeen. Dat sportverenigingen bijvoorbeeld langzaam inzien dat clichés van indianen met Hollywood pluimen als embleem en mascotte niet gepast zijn, is een stap in de goede richting.
Regelmatig had ik een positieve ervaring in de ontmoeting met jonge, enthousiaste inheemse gezinnen die blijkbaar ontsnapten aan bovengenoemde valkuilen. Ook ontmoette ik sterke en gedreven inheemse leiders die zich op creatieve wijze en zonder ophouden inzetten voor bewustwording en verbetering van de situatie van hun eigen bevolking. Landclaims, tewerkstelling, integratie, vorming, strijd tegen drugs en alcohol en het bevorderen van eigen kunst en cultuur zijn maar enkele van hun aandachtspunten.
Het zijn goede en hoopvolle perspectieven, al is de situatie complex. De weg eruit zal dan ook nog lang zijn.