In Jezus bestaat geen tegenspraak tussen contemplatie en actie
Geliefde broeders en zusters, goedendag!
We zetten de catechese over het gebed voort. Vandaag wil ik stilstaan bij het beschouwende gebed.
De contemplatieve aard van het menselijke wezen – dat is nog niet het beschouwende gebed – is enigszins het ‘zout’ van het leven: het geeft pit, het geeft smaak aan onze dagen. Men kan beschouwen door ’s morgens naar de opkomende zon te kijken, of naar de bomen die zich in de lente opnieuw groen tooien. Men kan contempleren door naar muziek te luisteren of naar de zang van de vogels, door een boek te lezen, bij een kunstwerk of bij dat kunstwerk dat het menselijk gelaat is. Carlo Maria Martini koos, als aartsbisschop van Milaan, voor zijn eerste pastorale brief de titel: De contemplatieve dimensie van het leven. Inderdaad, wie in een grote stad woont waar alles – kunnen we zeggen – kunstmatig en functioneel is, loopt het gevaar het vermogen tot beschouwing te verliezen. Beschouwen is op de eerste plaats niet een wijze van doen, maar een wijze van zijn: contemplatief zijn.
Contemplatief zijn hangt niet af van de ogen, maar van het hart.
Hier komt het gebed aan het licht, als daad van geloof en liefde, als ‘adem’ van onze verhouding tot God. Het gebed zuivert het hart en verheldert zo ook de blik om de werkelijkheid van een andere kant waar te nemen. De Catechismus beschrijft deze omvorming van het hart door het gebed, met een beroemd getuigenis van de heilige Pastoor van Ars: Contemplatie is de blik van het geloof gevestigd op Jezus. ‘Ik kijk Hem aan en Hij kijkt mij aan’ zei de boer uit Ars, toen hij voor het tabernakel in gebed was, tot zijn heilige pastoor. (…) Het licht van de blik van Jezus verlicht de ogen van het hart; het leert ons om alles te zien in het licht van zijn waarheid en van zijn medelijden met alle mensen. (Catechismus van de Katholieke Kerk, 2715).
Alles wordt hier geboren: uit een hart dat zich met liefde bekeken weet. Van dan af wordt de werkelijkheid met andere ogen beschouwd.
Ik kijk Hem aan en Hij kijkt mij aan. Zo gaat dat in de liefdevolle contemplatie, kenmerkend voor het meest innige gebed. Veel woorden baten niet. Een blik volstaat. Het is voldoende overtuigd te zijn dat ons leven omhuld wordt door een grote liefde waarvan niets ons ooit kan scheiden.
Jezus
Jezus is de meester geweest van die blik. In zijn leven ontbraken nooit de tijden, de ruimte, de stilte, de liefdevolle verbondenheid die het aan het bestaan mogelijk maakt niet verwoest te worden door de onvermijdelijke beproevingen, maar de schoonheid ongeschonden te bewaren. Zijn geheim was de relatie met de hemelse Vader.
Gedaanteverandering
Denken we aan het gebeuren van de Gedaanteverandering. De evangelies situeren dit gebeuren op het meest kritische ogenblik van de zending van Jezus: wanneer rondom Hem de tegenspraak en de afwijzing groeien. Zelfs onder zijn leerlingen begrijpen velen het niet. En ze gaan weg. Een van de Twaalf koestert reeds verradersplannen. Jezus begint openlijk te spreken over het lijden en de dood die Hem in Jeruzalem wachten. Het is op dat ogenblik dat Jezus met Petrus, Jacobus en Johannes een hoge berg bestijgt. Het evangelie van Marcus zegt: Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd: zijn kleed werd glanzend en zo wit als geen volder ter wereld maken kan. (9,2-3). Juist op het ogenblik dat Jezus niet werd begrepen – ze gingen weg, ze verlieten Hem omdat ze Hem niet begrepen - op dat ogenblik, wanneer alles lijkt weg te deemsteren in een draaikolk van misverstanden, dan schittert het goddelijke licht. Het licht van de liefde van de Vader dat het hart van de Zoon vervult en heel zijn Persoon omvormt.
Geen tegenstelling tussen contemplatie en actie
Enkele meesters van de spiritualiteit hebben in het verleden comtemplatie verstaan als tegengesteld aan actie. Zij hebben die roepingen verheerlijkt die de wereld en haar uitdagingen ontvluchten om zich volledig aan het gebed te wijden. In werkelijkheid bestaat in Jezus, in zijn Persoon en in het Evangelie, geen tegenstelling tussen, contemplatie en actie, neen. In het Evangelie is er in Jezus geen tegenspraak. Wellicht is die ontstaan onder invloed van een of ander neoplatoons filosoof. Het gaat in ieder geval zeker om een dualisme dat geen deel uitmaakt van de christelijke boodschap.
Oproep
In het Evangelie is er een unieke grote oproep en dat is die om Jezus te volgen op zijn weg van de liefde. Dat is het hoogtepunt en de kern van alles. In die zin zijn caritas en contemplatie synoniemen. Ze zeggen hetzelfde. De heilige Johannes van het Kruis beweerde dat een klein gebaar van zuivere liefde voor de Kerk nuttiger is dan alle andere werken samen. Wat uit het gebed geboren wordt en niet uit de aanmatiging van ons ik, wat door de nederigheid gezuiverd wordt, ook al is het een afgezonderd en stil gebaar, is het grootste wonder dat een christen kan doen. Dat is de weg van het beschouwende gebed: ik kijk Hem aan en Hij kijkt mij aan! Dit gebaar van stil gesprek met Jezus doet heel veel goed aan de Kerk.
- Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc
- Lees alles van paus Franciscus op Kerknet.