‘Als de Kerk twijfel uitsluit, is bruggen bouwen een utopie’
In het pasverschenen boek Passie en twijfel. Het geloof van een godsdienstleerkracht leidt Eva Vromman (40) lezers aan de hand van de kamers van een huis langs de diverse facetten van haar bezieling. Het is een oefening die ze iedereen zou aanraden, gelovig of niet. „Het maakt je sterker. Alles mogen we kiezen vandaag, maar zo wordt het steeds moeilijker om te beslissen waar je voor staat.”
Net als zij is Eva Vrommans echtgenoot godsdienstwetenschapper. „We komen elkaar voortdurend tegen in onze gelovige zoektocht. Met de vier kinderen gaan we naar de zondagsviering, maar thuis bidden zou voor hen een stap te ver zijn”, zegt ze. „Wel vroeg de jongste onlangs of burgemeesters mochten trouwen, in navolging van onze gesprekken over het priesterschap aan tafel. Ik denk niet dat die vraag in veel gezinnen opduikt.”
– U vond het schrijven van ‘Passie en twijfel’ een zalige ervaring. Vindt u het even zalig dat mensen het nu kunnen lezen?
Het voelt onwennig, want ik laat in mijn ziel en mijn worsteling kijken. Tegelijk is dit wie ik ben en hebben het godsdienstonderwijs en de samenleving nood aan mensen die aarzelend onderzoeken en delen waar ze voor staan. Het belangrijkste is dat niemand met me akkoord moet gaan. Op die manier sta ik ook voor de klas. Ik zou geen leerkracht kunnen zijn op een andere manier, noch met het doel te overtuigen, noch zonder eigen stem.
– Staat een godsdienstleerkracht kwetsbaarder voor de klas dan andere vakleerkrachten?
Alles wat je als godsdienstleerkracht zegt, kan in twijfel worden getrokken. Ik deed vroeger graag wiskunde en soms denk ik dat het toch fijn moet zijn om een onweerlegbaar bewijs te staan uitleggen. Het is echter essentieel dat leerlingen ook leren nadenken, of ze nu atheïstisch zijn, moslim of christen. Een leerling mag zeggen dat hij tegen religie is, maar dan hoop ik dat hij onderzoekt wat hem precies stoort. Ik hoop ook het besef te doen groeien dat niets zwart-wit is en dat iedereen, wie hij ook is, in het leven wordt geconfronteerd met zinvragen.
Ook collega’s bevragen me. „Maar Eva, hoe kun jij loyaal blijven?”, klonk het onlangs nog bij de publicatie van Geliefde Amazone, de exhortatie over de Amazonesynode, waarin paus Franciscus gewoon zwijgt over de mogelijkheid van gehuwde priesters. Ook de positie van de vrouw in de Kerk vind ik een heus onrecht. Toen hier onlangs een jonge priester werd gewijd, werd de parochieassistent, die anders met al haar inzet meedraait in de liturgie, niet gevraagd om in haar albe vooraan te staan. Het zou nochtans een subtiel symbool zijn om dat wel te doen. Er is volgens mij een weg tussen verzet tegen en meegaandheid met de regels van de wereldkerk, en die zou de Belgische Kerk kunnen nemen. Tegelijk blijf ik loyaal. Het samen Kerk zijn blijft voor mij zwaarder doorwegen dan het onrecht.
– U pleit voor een steviger [node:field_streamers:0] band tussen schoolpastoraal en plaatselijke Kerk. Is dat realistisch?
Verplichte eucharistievieringen tijdens de schooluren zijn dat in elk geval al lang niet meer. Natuurlijk maak ik tijd voor bezinning en gebed, voor een minuut stilte soms, maar hoger moet je niet mikken. Stel dat de Kerk zich in een stad op één plek zou concentreren en daar de krachten zou bundelen en een verscheidenheid van initiatieven en vieringen zou aanbieden, dan lijkt de stap om met de leerlingen de lokale gemeenschap te leren kennen me kleiner. Ik vind het belangrijk dat ze weten dat ze ergens terechtkunnen.
–Durft u ook in de klas te experimenteren?
Je moet je comfortzone durven te verlaten, ook al weet je dat de klas wellicht zal mopperen en zeuren. Toen ik drie jaar geleden voor het eerst het hele Marcus-evangelie wilde lezen met de zesdejaars, gaf ik het halverwege op. Het jaar nadien probeerde ik het op een andere manier en nu werkt het wel. De leerlingen zijn nog steeds blij wanneer we erdoor zijn, maar ik vind het belangrijk om te doen. Wie was die figuur Jezus die zo bepalend was? Wie gaf richting aan het christendom? Leerlingen geven toe dat ze, door het geheel te bekijken, pas echt inzien dat Jezus menselijk was. Hij ergerde zich aan zijn leerlingen en Hij zag het soms niet meer zitten. Als je slechts enkele verhalen kent, lijkt Hij een onrealistische held.
– Theoloog Didier Pollefeyt noemt u in zijn commentaar in het boek „gelovig vrijpostig”. Wat vindt u daarvan?
Het benadert hoe ik me voel. Ook al wordt het moeilijker om me te verzoenen met bepaalde standpunten, ik voel me vrij in mijn denken in de Kerk. Ik hou van het werk van theoloog Tomáš Halík. Hij accepteert de twijfel en heeft het over de wonde durven aan te raken. Hij zal nooit zeggen dat de manke gelovige geen echte gelovige is. Dat lijken sommigen in de kerkstructuur wel te suggereren. Op dat vlak staan Kerk en onderwijs naar mijn gevoel ver van elkaar. Als de Kerk de openheid voor de twijfel ontbreekt, wordt bruggen bouwen naar anderen een utopie.
Passie en twijfel wordt op zaterdag 7 maart om 19.30 uur voorgesteld in de Sint-Godelievekerk in Roeselare (Honzebroekstraat 19). Bestelinformatie vindt u op bladzijde 15. Reageren op dit artikel? Dat kan op www.kerkenleven.be