Klimaatstrijd
Een Brugse klimaatactivist ging in volle finale van de Ronde van Vlaanderen pal op het parcours staan. Op zijn shirt prijkte de slagzin Climate Justice Now, gerechtigheid voor het klimaat nu. Gelukkig werd een aanrijding of valpartij vermeden. Vorige week dook dezelfde activist opnieuw op. Deze keer ketende hij zich vast aan een doelpaal tijdens de bekerfinale tussen AA Gent en RSC Anderlecht. Zullen onze kinderen niet sterven door de klimaatcrisis?, vroeg het opschrift op zijn kledij bij die gelegenheid.
Op Twitter becommentarieerde Rik Torfs die actie in zijn bekende ironische stijl: „Hopelijk gaat het nu gauw weer beter met het klimaat.” De kerkjurist stelt daarmee een pertinente vraag: hebben dergelijke acties wel zin? Bereikte de klimaatactivist er iets mee? Zullen de supporters nu kiezen voor een meer klimaatvriendelijke levensstijl? Zullen politici hun beleid bijsturen, of gaan bedrijven nu met grotere ijver op zoek naar klimaatneutrale productieprocessen? De kans is groot dat de activist vooral ergernis of gegniffel oogstte. „Mijn boodschap heeft toch maar mooi aandacht gekregen”, verklaarde hij achteraf. Dat lijkt verdacht sterk op de wielrenner die als laatste over de streep bolt met de woorden: „Ik ben toch in beeld geweest.”
Begin 2019 kwamen tienduizenden jongeren op straat voor het klimaat. Terecht. De klimaatontsporing is wellicht het grootste probleem waarmee de mensheid momenteel kampt. De jongelui maakten met hun acties velen bewust van de ernst van de zaak. Bravo. Nu zitten we echter in een andere fase. Wie vandaag het klimaatprobleem blijft ontkennen, zal dat wellicht blijven doen. Aan hen verliezen we beter geen tijd meer. De grote meerderheid van de burgers, bedrijven en politici beseft gelukkig wel de ernst van de zaak. Er beweegt al veel, maar het gaat nog niet snel genoeg.
Wat nu telt is de vraag: wat moet er concreet gebeuren en hoe pakken we dat aan? Hoe gaan we de 5,6 miljoen [node:field_streamers:0] Belgische woningen verwarmen zonder fossiele brandstoffen? Wat gaat die omslag kosten? Wie zal dat betalen? Hoe krijgen we mensen die zelf de nodige middelen hebben zo ver om zich los te koppelen van aardgas of stookolie en over te stappen op warmtepompen? En hoe helpen we mensen die dat financieel niet aankunnen? Onze voorouders stapten ooit over van kachels naar centrale verwarming. Dan moeten wij toch kunnen overstappen van fossiele brandstof naar elektriciteit?
Wat moet er gebeuren om onze zes miljoen wagens die op benzine of diesel rijden te vervangen door elektrische exemplaren (of door andere vormen van mobiliteit)? Onze overheid begint aan die operatie via de bedrijfswagens en dat is wellicht een verstandige keuze. Toch blijven er tal van praktische vragen. Hoe kunnen mensen die geen garage of oprit hebben hun wagen opladen? Hoe zullen tankstations veranderen in laadstations? Hoe produceren we voldoende (klimaatneutrale) elektriciteit voor al die woningen en wagens? Elk van die vragen is oplosbaar, maar vergt een doordachte, doelgerichte aanpak. Idem met andere kwesties, zoals industrie of consumptie.
Activisme kan de geesten scherp houden, maar zal niet tot de oplossing leiden. In wezen is het klimaatbeleid een transitie naar een anders georganiseerde samenleving. We moeten angsten overwinnen (angst voor de klimaatverandering, maar net zo goed angst voor het veranderen van onze manier van leven) en onze energie vooral richten op werkbare oplossingen. De wereld is niet om zeep, maar we moeten wel echt ingrijpen.
Het zijn niet de ideologische wensen van uiteenlopende politieke en maatschappelijke bewegingen die ons zullen vooruithelpen. De klimaatproblematiek heeft vooral nood aan concrete plannen, met een heldere timing en correct berekende budgetten. Wie doet wat op welk moment en hoe financieren we dat? Dat soort doelgerichtheid brengt ons een pak verder dan mensen die zich vastketenen aan doelpalen.