Met lege handen en een hart vol hoop [column]
De lente komt aarzelend dit jaar. Ook al schijnt de zon af en toe, het blijft guur en de blaadjes houden zich nog even in om uit hun knoppen te breken.
Voor mensen die de afgelopen maanden pijn of verdriet meemaakten, is dat welkom. Het is goed dat er een einde komt aan de winter, dat de tijd van duisternis ten einde loopt. Maar het hoeft allemaal niet te snel te gaan.
Daarvoor is wat ze verloren hebben te groot, de pijn nog te rauw, het gemis nog te luid.
Vrolijk fluitend geloven in de onverwoestbare kracht van het leven is voor sommigen onder ons net iets te veel gevraagd.
Net zoals Maria van Magdala onthutst en vol pijn uitroept: ‘Onze Heer is weggehaald en ik weet niet waar ze hem hebben neergelegd!’, zo kunnen wij ook niet altijd zomaar afscheid nemen van onze pijn. De verschrikking die Maria van Magdala zo kort voordien heeft meegemaakt, zit nog in haar buik en haar botten, in haar hoofd en haar handen.
Dat lege graf betekent voor haar dat ze nu echt met lege handen achterblijft.
Haar flesje met olie blijft ongebruikt. De schone doeken kunnen niet worden uitgerold. Er is niet eens het dode lichaam van de Heer om haar verdriet te stillen met die vaste, vertrouwde handelingen van zorg en zachtheid: de zo bekende huid insmeren met olie, een windel om zijn hoofd wikkelen, voor het laatst zijn haren strelen. Niets van dat alles. Alleen diep verdriet.
Dat lege graf is de laatste druppel. Het is niet meteen een teken van vreugde maar van nog grotere ellende. Zelfs dat beetje troost van het verzorgen van het dode lichaam krijgt ze niet.
Het kost tijd en moeite om de oude pijn los te laten en in te ruilen voor nieuwe hoop.
Dat is wat we proberen te doen met Pasen. Het loopt niet altijd van een leien dakje, maar we helpen elkaar. We halen er eieren, klokken en hazen bij. En in de kerk een brandnieuwe kaars, zo hoog als onze verwachtingen. We zingen ‘alleluja’ en we wensen elkaar een zalig Pasen. Misschien gaat zelfs de zon schijnen.
We proberen voorzichtig om er weer in te geloven. Om verder te stappen in het verhaal dat lang geleden begon, bij andere mensen van goede wil. Dat altijd werd doorgegeven, in goede en kwade jaren. Waaraan ook wij verder schrijven, waarin we het beste van onszelf proberen te leggen.
Waarin we – zo klein als we zijn – aan de zijde van God mogen staan.
Met Pasen keren we de rug naar het verleden en richten we onze blik op de toekomst. Vaak staan we met lege handen. Maar ons hart is vol hoop.