In lege kerken kan van alles gebeuren [column]
Je vindt ze in elke stad en in elk dorp van ons land, meestal op een centrale plek: de kerken. Monumentale gebouwen met weinig meubelen en nog minder bewoners. Het grootste deel van de week staan ze leeg.
Alleen op zondag verzamelt er soms een groep mensen die zich warmen aan oude woorden en rituelen en aan elkaar.
Het is belangrijk dat er plekken blijven om samen te komen rond Jezus, om te bidden en de geest te laten binnensijpelen. We zoeken er naar een leidraad om een weg te vinden in en met de wereld.
Het is nog mooier als die kerk ook open is tijdens de week, voor passanten van allerlei allooi, van overal en nergens. Ze vinden er een paar minuten rust, vrede en troost, een klaagmuur of een lichtpuntje.
Maar al te vaak zijn de kerkgebouwen dicht. Tegen diefstal of vandalisme. Ook op zondag zijn er soms te weinig mensen om de ruimte te vullen.
Hier en daar grijpen mensen de kans en zoeken uit wat er naast vieringen nog meer kan gebeuren in hun kerk.
Een koffiehoek. Een ruimte voor het samenkomen van groepen allerhande. Een plek om samen rond een tafel te spreken of aan iets te werken. Een ontmoetingsruimte. Een creatieve werkplek. Een studieplek. Een meditatiehoek. Met een slimme indeling en aanpassing kan er een heleboel en zelfs tegelijk.
Voorlopig blijft het in onze kerk bij dromen. Alleen de kinderen palmen de ruimte onbevreesd in, voor en na de vieringen. Ze rennen door de middenbeuk, springen van trappen, hollen tussen de zuilen, laten de echo van hun stappen weerklinken. Het plezier straalt van hun rode wangen.
Voor hen is de kerk een soort binnenspeeltuin die ze helemaal zelf kunnen invullen.
Niets blijft ooit zoals het was. Onze God is een God van levenden. Nieuwe levenden zullen in onze kerken hun hart volgen. Naast het verdriet en het gemis staat ons ook veel moois te wachten.