Liefde overwint de dood
Greta Wanten stond haar zwaar zieke man dag en nacht bij
Greta Wanten is 41 wanneer bij haar man Patrick longvlieskanker wordt vastgesteld. Hun drie zonen zijn dan tien, dertien en zestien jaar. Vijf jaar lang strijden ze samen tegen de ziekte, maar de strijd blijkt ongelijk. Op 15 januari 2015, drie weken na zijn vijftigste verjaardag, overlijdt Patrick thuis in Houthalen, in het bijzijn van zijn familie. Nu, drie jaar later, beseft Greta Wanten dat haar lijdensverhaal ook een sterk liefdesverhaal is. „De ziekte bracht ons nog dichter bij elkaar”, zegt ze. „Ik wilde bij hem zijn, zelfs toen hij lange tijd in een kunstmatige coma lag in het ziekenhuis in Leuven. Ik zag Patrick graag. Hij was mijn alles en een fantastische papa voor onze jongens. Bij ons vond hij kracht en moed om er tegenaan te gaan, zei hij altijd.”
Die kracht had hij nodig voor de operaties en behandelingen. In de woonkamer stond vijf jaar lang een ziekenhuisbed. Greta Wanten sliep op een veldbed en week geen moment van zijn zijde. Haar werk in de gezinszorg maakte plaats voor mantelzorg. „Wassen, eten, alles gebeurde volgens Patricks mogelijkheden, op zijn tempo. Voor het tilwerk hielpen de jongens.”
Het was niet de eerste keer dat Greta Wanten op de proef werd gesteld. In 1988, een maand vóór hun geplande huwelijksdatum, kreeg Patrick een zwaar verkeersongeval. Wekenlang verbleef hij op intensieve zorgen. Zijn verloofde ontdekte toen de kracht en het positivisme van haar toekomstige man. Ook zijn vertrouwen in het geloof. Een half jaar later volgde het ja-woord. Dankbaar reisden ze af naar Lourdes.
„Dat deden we opnieuw in 2013, ditmaal met het hele gezin en mijn schoonouders. We kregen in zijn ziekteperiode een beetje goed nieuws. Stabiel was al genoeg voor ons. Hij bleef bidden om kracht, ik om raad. Zelfs toen de hoop verdween en hij zich voelde wegglijden.”
En dan stokt Greta Wanten. Voor haar is het opnieuw die donderdag in januari 2015. „Het leven gaat voort”, zegt ze stilletjes. „Veel sociale ontmoetingen had ik niet. Ik had er ook geen behoefte aan. De eerste jaren zonder hem waren moeilijk en die moeilijke momenten zijn er nog. Maar ik heb nieuwe vrienden dankzij de lotgenotengroep in Kiewit. We maken geregeld een uitstap of gaan samen wandelen. En we delen onze verhalen. We zijn tenslotte lotgenoten. Patrick voel ik dan bij me, ik ben niet alleen. De herinneringen aan hem brengen veel warmte vanbinnen.”