Lieve luisteraar - Wie bemint zingt
De onverwacht hoge luistercijfers van de 6 door Leo De Bock gemaakte audiodocumentaires vanuit de trappistenabdij Westvleteren betekende voor Kerknet de aanleiding om deze CD uit te brengen met klanken, geplukt in de abdijkerk, ‘Gods living’ en die van de broeders: orgel, psalmen, gereciteerd of gezongen, en liederen door broeders. Het mag hoorbaar zijn dat zij geen monnik werden op grond van hun organistiek of vocaal talent, al oefenen ze zich daar wel in.
Maar met wat ze van hun Schepper hebben meegekregen, zingen en spelen ze van ganser harte voor de Ene en geven Gods lof stem, elke dag weer.
Hun liturgisch repertorium is de vrucht van de Intermonasteriële Werkgroep voor Liturgie (IWVL), kort na het tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) samengesteld uit benedictijner en cisterciënzer monniken en monialen. Doorkneed in het gregoriaans, stelden zij zich tot doel een zangrepertorium te componeren waarin de ziel van het gregoriaans voortleeft in een muzikale vorm, die past bij de Nederlandse taal. Het resultaat is wonderlijk geslaagd.
U hoort dus vooral modale kerkmuziek in de 8 kerktoonaarden. Tonale muziek, met haar in hoofdzaak 2 ‘majeur’ en ‘mineur’ toonaarden, geniet grotere vertrouwdheid en klinkt gewoner in hedendaagse oren. Maar modale muziek heet meer de sacraliteit en wijding die van liturgie behoort uit te gaan te dienen en te begunstigen.
De psalmvertaling uit het Hebreeuws door dr. Ida G.M. Gerhardt en dr. Marie H. van der Zeyde bezit de kwaliteit dat ze een verantwoorde weergave is van de grondtekst en tevens recht doet aan de poëtische dimensie ervan. De taal is niet alledaags. De woorden drinken niet als water. Ze klinken verheven en knoestig, evenwel daardoor ook zijn ze onverslijtbaar voor wie ze bijna wekelijks bidt.
In deze kerkgezangen tracht de muziek absoluut ten dienste te staan van de gewijde teksten en die in het beste geval uit te tillen boven het gesproken woord.
Ontvang daarom als luisteraar die woorden in een open, doorlaatbaar, ontvankelijk hart. Ze voeden ziel en bezieling.
Voor ons, broeders, telkens en telkens weer, dag aan dag, week na week, jaar in jaar uit. Omdat ze de h. Geest bevatten, die eruit zijn nectar blìjft geven, tot eeuwigheidsleven?
Duiding afzonderlijke liederen
- De bescheiden klokken (1), samen of alleen, zijn 6 maal daags de blije oproep tot het gezamenlijk gebed. Op de grotere klok (133 kg) staat te lezen: Venite exultemus Domino. Jubilemus Deo Salutari nostro. (Komt, laat ons jubelen voor de Heer, juichen voor de God van ons heil.) Abbatiae B.M. de Sto Sixto Ord. Cist. Reform. Sub Alberico Abbate in Westvleteren. Me fudit Lovanii Alph. Beullens anno 1897; ze is een geschenk naar aanleiding van het 25 jarig abbatiaat van Alberic Verhelle. De kleine klok (56 kg) is een geschenk van de abt van het toenmalig toeziende klooster van Westmalle. Ze draagt als inscriptie: Monasterium B.M. de Sto Sixto Ord. Sti Bernardi anno 1838 sub Martino abbate Westmallensi.
- God kom mij te hulp... (ps. 70,2) (2) is het vers waarmee de getijden geopend worden. Monnikenvader Cassianus (365-435) schrijft: 'Om Gods voortdurend levende traditie indachtig te zijn, moet deze heilige formule u zonder ophouden voor de geest staan… Niet ten onrechte is dit vers gekozen uit heel het arsenaal van de Schriften. Het drukt alle gevoelens uit die ’s mensen natuur kan bezitten… Houd niet op dit vers te zingen, bij ieder werk, bij iedere taak… De hele tijd moet het u vergezellen… Zo zal het, als ge u neerwerpt om te bidden, uw refrein zijn, en als gij gaat voor al de noodzakelijke bezigheden van uw leven, uw aandachtig en blijvend gebed'.
- De dag door uwe gunst ontvangen… is een mooi danklied voor de dagsluiting, en 'als onze beden zwijgen, als hier het daglicht onderduikt, stijgen nieuwe zangen ginds waar de nieuwe dag ontluikt, zodat de dank God toegezongen op aard nooit onderbroken wordt.'
- De doorgecomponeerde psalm 117 (4) is de eerste psalm die de broeders op hoogdagen vooraan in de lauden of ochtendgetijden zingen.
- Psalm 74 (5) 'Hoe kan God het toelaten in zijn Verbond met de zijnen?!' is de eerste psalm uit het weekdaagse nachtofficie van dinsdag, gereciteerd om 4u ‘s nachts.
- De Bachwerkjes op deze CD (6) zijn alle genomen uit Bachs Kleine Klavierstücke, die hij componeerde voor zijn kinderen en leerlingen. De broeder die het orgel bespeelt zonder notenleer of muziekschool te hebben gevolgd, is zo’n leerling. Op zichzelf past hij het spreekwoord toe: 'In het land van de blinden, is de eenoog koning.'
- 'God heeft het eerste en laatste woord' (7) is een voorkeurslied, van een van de broeders en door hemzelf gezongen.
- 'Onze hulp is in de naam van de Heer' (8): de doorgecomponeerde psalm 124 over vervolging en uitredding, is nog altijd actueel, gezongen door voorzanger en gemeenschap.
- 'God, kom mij te hulp' en 'De wereld is van Hem vervuld'(10): vesperlied op dinsdag. met aansluitend psalm 132, over Gods wonen boven de verbondsark, maar bovenal wil Hij van wie de aarde vervuld is, in het mensenhart zijn verblijf houden.
- 'Ik verwacht de Heer' (11), korte beurtzang naar psalm 130, voorkeurspsalm van een broeder en door hem solo gezongen.
- Het mooie paaslied 'Sta op! een morgen ongedacht' (14) voor de lauden in de paastijd, getoonzet door één van de broeders, tevens voorkeurslied van een broeder en door hem solo gezongen.
- Psalm 32 (15), 'Laat het berouw tot u toe!', zingen we antifonaal als eerste psalm in de lauden op donderdag. Het is een van de 7 boetepsalmen verdeeld over de 7 dagen van de week. Als kleine mens ga je gebogen door het lage poortje van de rouwmoed, en betreed je opgericht de ruimte van de grote God. Van treurnis over jezelf naar lof voor God. Van donker naar licht. Van verlorenheid naar verlossing!
- De lofzang van Zacharias (Lukasevangelie 1, 67-79) (17), hier in antifonale vorm, is elke morgen het hoogtepunt van de lauden: ‘evangelie’, ‘Blijde Boodschap’, een lofzang op Gods verlossing door Jezus, Christus, 'de hemelse Zon die over ons opgaat, verschijnend voor wie zondeer uitzicht in duisternis zaten en schaduw des doods'.
- Een voorbeeld van slotgebeden in de ochtendgetijden (18), bestaande uit aanroepingen, het gebed des Heren, slotgebed en doxologie (lofprijzing)
- Het ‘kleine danklied’ (19) 'Gij hebt, O God, dit broze bestaan gewild…' gedicht door A. den Besten op een melodie van IWVL, is door velen in de gemeenschap geliefd. Hier door een van die broeders broos gezongen.
- De antifoon 'Salve Regina' (12de eeuw, plechtige monastieke toon, eerste kerkmodus) (21) is zowel een groet als een smeekbede tot de Moeder Gods na de dagsluiting, waarmee de monniken zichzelf en de hele mensheid aan haar moederlijke nabijheid aanbevelen. Met de bede om door haar geleid te worden tot Christus, gaan ze de nacht in.
- De lofzang van Simeon (Lukasevangelie 2, 29-32) (22) is een intiem moment van elke dagsluiting. De broeders nemen bij het afleggen van de dag de woorden van de oude Simeon in de mond: 'Nu kunt Gij, Heer, volgens uw woord uw dienstknecht laten gaan in vrede, daar ik met eigen ogen heb aanschouwd uw heil…' Op de lofzang volgt nog een kleine litanie, het slotgebed, de zegen door de abt en het ‘Salve Regina’, hier in een geslaagde nederlandse versie door monialen van Koningsoord, op een waardige melodie van br. M. Stumpel uit de Achelse Kluis.
- Het lied 'Ik zeg tot God, Gij zijt mijn schild' (23) , gedicht naar de vertrouwenspsalm 91 over Gods machtige bescherming, is een keuze van de broeder, die het hier zelf, alleen, zingt.
- Psalm 59 (24) 'Bevrijd mij, God, van mijn bestrijders. Mijn vijanden zijn met zovelen!' Hij wordt gereciteerd tijdens de nachtwake van dinsdag. Het is een kreet naar God om sterkte in tegenspoed. Omdat psalmen niet enkel gebeden worden uit persoonlijke naam, maar ook in andermans naam. geven ze stem aan bijvoorbeeld de zeer vele medechristenen die in deze tijd lijden onder vervolging, en in hun bestaan Jezus’ lijden dragen.
- Psalm 62 (26) 'Bij God is veiligheid. Mijn rots, mijn heil is Hij alleen… Bij God vind ik mijn wijkplaats in alle verdrukking' wordt met antifoon gezongen in de vespers van woensdag.
- Psalm 85 (27) 'Sion, de moeder der volken'. Is van de volken tenslotte niet de Ene zelf bron èn monding? De psalm met antifoon klinkt in de vespers van dinsdag.
- Psalm 63 (28) 'Ù zoekt mijn hart'. Deze psalm van verlangen wordt antifonaal gezongen in de ochtenddienst van donderdag. Maar hier zingen enkele broeders hem als beurtzang.
- 'Midden in de dood zijn wij in het leven… Jezus, uit de dood opgestaan tot leven, wees voor ons het brood, dat wij in U leven midden in de dood' (29) . De werkelijkheid laat zich vaak alleen maar vatten in paradoxen! Daarom koos een broeder ervoor om dit lied te zingen. Het wordt gezongen in de nachtwake van donderdag, dag van Jezus’ Laatste Avondmaal, mystiek voorspel op die Goede Vrijdag van zijn dood die ons het leven schenkt.
br. Daniël