Maurice Buyens (81), broeder van Liefde en held van Doven
In de nacht van dinsdag 4 of woensdag 5 januari 2022 stierf broeder Maurice Buyens (1940). Hij verbleef al een tijd in wzc Sint-Jan in Zelzate. Zijn leven lang zette hij zich in voor de dovengemeenschap in Vlaanderen. Zo ijverde hij voor de erkenning van de gebarentaal in het onderwijs. Die kwam er in 2006.
Op zijn 20ste volgde Maurice zijn oom naar de broeders van Liefde. Stichter Jozef Triest (1760-1836) pionierde niet alleen in de zorg voor geesteszieken, maar ook in de dovenzorg. Zelf kreeg broeder Maurice meteen een opdracht in het Sint-Gregoriusinstituut in Ledeberg, waar hij later directeur werd. Daarnaast begeleidde hij dovenclubs en volgde hij de werking van het Nationaal Verbond van Katholieke Doven op (later Federatie van Vlaamse Dovenverenigingen).
De maatschappelijke emancipatie van mensen met een auditieve beperking werd zijn stokpaardje.
Hij vocht tegen de uitsluiting die bijna onvermijdelijk het gevolg leek van de communicatieve hindernis. De erkenning van gebarentaal was voor hem essentieel. In de Verenigde Staten werd dat een feit in 1970.
Ook bij ons begon toen het tij te keren, zo vertelde broeder Maurice in 2010 in Tertio. Een gebarentaalcommissie werkte vanaf 1980 aan het Gebarenwoordenboek en in oktober 1981 kon ik de Leergang Tolk voor Doven oprichten. De gebarentaal vond steeds meer ingang en werd in 2006 door de Vlaamse regering officieel erkend. Sindsdien hebben doven recht op tolken in het onderwijs, in hun privéleven, op hun werk en bij het verdedigen van hun belangen. Al blijft het vinden van tolken een uitdaging.
In 1998 richtte broeder Maurice dovencentrum Emmaüs op, aanvankelijk als een vorm van begeleid wonen. Vandaag een ontmoetingscentrum, volledig vergroeid met de buurt in Ledeberg. De huidige directeur Martine Simons, werkte nauw samen met de broeder van Liefde. In Het Nieuwsblad getuigt ze: Het werk van broeder Maurice is niet te overschatten. Op alle denkbare vlakken zette hij de dovenzorg op de kaart.
Voor de hele dovengemeenschap heeft hij veel bakens verzet. Martine Simons
Maar ook het pastorale aanbod voor doven lag hem nauw aan het hart. Zo begon hij de bezinningsgroep ‘Emmaüs. Kom en zie’. Hij organiseerde bezinningsdagen, abdijweekends en bedevaarten. Soms met horenden en doven samen, met gebaren als gemeenschappelijke taal. Hij ijverde voor een heus dovenpastoraat en voor getolkte missen. Priesters in opleiding moesten ook gebarentaal leren, vond hij.