‘De mensheid is heel ver van het goddelijke afgedreven’
Wereldwijd lopen op dit moment meer dan tweeduizend klimaatrechtzaken tegen onder meer overheden en bedrijven. Volgens de burgers die hen aanklagen, werken ze de klimaatopwarming in de hand of doen ze te weinig om die tegen te gaan. Een van de pioniers is de Nederlande advocaat Roger Cox, die al in 2011 een boek schreef dat de krijtlijnen voor het klimaatrecht uittekende.
Met milieuorganisatie Urgenda won Roger Cox (55) in 2015 een historische zaak tegen de Neder-landse staat. In 2021 kreeg hij rechters zo ver om oliemultinational Royal Dutch Shell te veroordelen tot het gevoelig terugbrengen van zijn CO2-uitstoot tegen 2030. Vandaag focust hij op het beroep van Shell, maar buiten de rechtbank houdt ook de morele crisis van de mensheid hem bezig. „Ieder voor zich en God voor allen: zo komen we er niet.”
– Welke weg legde u de voorbije 15 jaar af?
Ik werd me meer bewust van de klimaatproblematiek door twee documentaires. An Inconvenient Truth deed me met een schok beseffen dat het gevaar veel groter was dan ik tot dan toe begreep. Het Nederlandse Afval is voedsel, over de circulaire economie, toonde me dat er oplossingen waren en motiveerde me om een bijdrage te leveren. Ik verdiepte me in alles wat met de klimaatproblematiek te maken heeft, in de geopolitiek, de rol van banken en bedrijven. Wat kon het status quo doorbreken? Ik kwam bij mijn eigen vakgebied uit. Ik stapte in dit verhaal als bezorgde burger en eindigde als klimaatadvocaat.
– Uit de documentaire ‘Duty of Care’ van Nic Balthazar leerden we in 2022 dat klimaatrecht draait om de zogenoemde zorgplicht. Is die verwant aan de zorg voor de schepping?
In de opdracht tot zorg voor de schepping en voor elkaar zitten heel wat waarden vervat: rechtvaardigheid, solidariteit, rentmeesterschap, compassie, samenhorigheid, harmonie. Je kan stellen dat het recht en de zorgplicht een vertaling zijn van dergelijke christelijke waarden. Het geloof wijst op onze morele plichten, het recht bepaalt dat sommige ervan afdwingbaar zijn. Tegelijk kunnen we ons afvragen hoeveel christenen zich echt laten leiden door dergelijke morele plichten, zoals Christus ze bedoelde. Het is weliswaar niet vanzelfsprekend om die te laten doordringen tot je dagelijkse handelen, maar het is belangrijk voor ons overleven.
– In ‘Touché’ op Radio 1 citeerde u uit ‘Laudato Si’. Hoe kwam u bij de encycliek terecht?
Het klimaatrecht is best zwaar werk. Op moment van twijfel over je weg zoek je naar bevestiging. Ik ben katholiek opgevoed en op een bepaald moment wilde ik weten hoe de Kerk de klimaatproblematiek ziet. Tot mijn vreugde ontdekte ik Laudato Si’, waarin paus Franciscus werkelijk man en paard noemt. Hij heeft het over egoïstische zorgeloosheid, obsessief consumentisme, zonde tegen de schepping en wreedheid tegenover de armen en het milieu. Die bewoordingen staan uiteraard niet in wetenschappelijke artikelen en klimaatverdragen, maar het denken van de paus staat volledig in lijn met de inzichten daaruit. [node:field_streamers:0] Maar Laudato Si’ dateert wel van 2015. In zeven jaar tijd kan je de wereld veranderen, maar dat is nog niet gebeurd. Ik denk dat de Kerk en de christelijke gemeenschap het maatschappelijk sterker moeten opnemen voor de bescherming van de schepping en de armen.
– Moeten christenen klimaatactivist worden?
Dat is niet de kern, wel dat er ons, naast economische verandering en een shift in energieverbruik en duurzaamheid, ook een spirituele transformatie wacht. Ik ben gelovig maar niet kerkelijk en lees de Bijbel niet. Ik probeerde dat laatste wel, maar vond het moeilijk de verhalen toe te passen op mijn leven vandaag. Daarom resoneerde Laudato Si’ meer bij mij. Het toont wat ons als gelovigen te doen staat.
Er is vandaag een enorme nood aan richting, houvast en zingeving. Online tonen we perfecte plaatjes, onder de oppervlakte worstelen we met het leven. Hedonisme en zelfverheerlijking maken ons niet gelukkig. Dat miljarden mensen verbonden zijn door een geloof moet toch iets kunnen teweegbrengen. Het streven van religie is toch gericht op het collectief, om dat harmonieuzer te laten functioneren? Het Rijk Gods, is dat geen vreedzaam en duurzaam samenlevingsmodel, waarin mensen tot bloei kunnen komen? We zijn echter ver afgedreven van het goddelijke. Ieder voor zich en God voor allen, lijkt het te luiden, maar dat werkt niet. God kan niet helpen als de mens collectief tegenstribbelt of de verkeerde kant uitgaat.
– Wat houdt verandering tegen?
Alles wijst in dezelfde richting, toch slagen we er niet in het status quo te doorbreken. De crux is wat paus Franciscus de ‘weigering van de machtigen’ noemt, het feit dat degenen die het echt voor het zeggen hebben niet willen veranderen, omdat het oude systeem hen meer opbrengt dan het nieuwe.
Bovendien hangt alles met elkaar samen en vraagt de klimaatproblematiek om een holistische oplossing, maar zo zijn we niet georganiseerd. Niemand rekent het grote plaatje tot zijn segment. Er is dus een verandering van systeem nodig. Daarom richt het klimaatrecht zich op overheden en bedrijven. En als het systeem transformeert, dan kunnen burgers mee bewegen naar een liefdevollere wereld en de christelijke moraliteit heruitvinden.
Reageren op dit artikel? Dat kan op www.kerkenleven.be