Mijmering over het wonder van dit 'vriendelijk universum'
Regelmatig mag ik een kindje dopen en dan zeg ik wel eens: kijk goed naar dit kind, want dat klein mensje is een deur die toegang geeft tot Gods nieuwe wereld. Zei Jezus niet: Aan hen die zijn zoals zij, behoort het rijk Gods?
Gelijktijdig vinden wij de geboorte van een kind ook zo helemaal vanzelfsprekend. We zijn het gewoon geraakt, want het gebeurt toch elke dag, telkens weer.
Maar vergeet even het evidente en stel jezelf de vraag: Hoe ben ik in godsnaam op deze planeet verzeild geraakt? Welke weg heb ik afgelegd en welke gelukzalige afslag was het die mij toegang verschafte tot deze schitterende planeet? Want deze bol heeft helemaal geen ingangspoorten of geheime ondergrondse gangen om plots ten tonele te verschijnen.
Je kwam hier terecht door het lijf van een andere aardbewoner die je leerde kennen als moeder.
Door het geboortekanaal heen rolde je deze uitzonderlijke planeet binnen. Een beetje tegen je zin, aan jouw gehuil te meten. Waar je was vóór de conceptie? God mag het weten. Ergens in het tijdloze? Want tijd is een module waarmee wij experimenteren op deze planeet.
Deze planeet die hangt en die zweeft. Deze planeet leeft. Met een zon op de juiste afstand en met een perfect geplaatst Jupiter die de vernietigende regen van asteroïden van ons afhoudt. Een planeet bovendien, die iedereen een handig rechtop-gevoel geeft, ook al hang je onderaan. Maar er is geen onder of geen boven, geen links noch rechts. Erg wonderlijk allemaal.
Denk je daar soms over na? En ben je het eens met Albert Einstein dat we feitelijk - wetenschappelijk zelfs - in een vriendelijk universum leven?
Een vriendelijk universum! Laat ik dat even religieus vertalen: 'God is goed.'
Een vriendelijk universum verleidt ons tot nieuwsgierigheid: Welke prachtige geheimen kunnen we nog ontfutselen? Wat kan het leven nog mooier maken voor de mens? Zo denk je niet in de hypothese dat het universum onvriendelijk zou zijn, of onverschillig. Dan zouden onze beslissingen en technologische betrachtingen geïnformeerd worden door angst en zouden we kiezen voor extreem protectionisme.
Mijn oudste zoon formuleert wel eens de gedachte dat op God rekenen, om daarmee méér uit het leven te halen, nogal sprookjesachtig is.
Wel, hoe sprookjesachtig is onze participatie aan de oneindige vertoning Welkom op planeet Aarde dan niet? Heel erg sprookjesachtig, zou ik schrijven. En toch staan we midden op dat podium.
Wie hierover niet verwonderd kan zijn, die leeft niet voluit. Die houdt zich in en is niet uit op meer wonderlijke taferelen. Zo iemand durft niets verwachten van God, van die wonderlijke creatieve goed geluimde Bron waarbinnen het universum zonder stress blijft uitdeinen.