Mijn mama die plots kan horen? Dat zou pas eng zijn!
7 jaar was ik. We stonden aan de ticketbalie van de Capitole in Gent en mama verstond de man aan de kassa niet. Wablief? Excuseer? Nog een keer? Toen begon die man zich boos te maken. En mama nerveus. Dat was de eerste keer dat ik bewust de rol overnam. Ik regelde de tickets en deed de betaling.
Het voelde raar. Ik besefte toen pas dat mama een beperking had. Als kind leer je vlug zo’n beperking te omzeilen: als ik iets wilde vragen, trok ik aan haar jurk. Ik koos automatisch haar linkeroor, dat met hoorapparaat in behoorlijk werkt. Pas nu besefte ik dat mama soms hulp nodig had.
Het vervulde me met trots dat ik diegene was die kon helpen.
En dat ik mocht helpen van mama, omdat ze me vertrouwde. Tegelijk was ik boos op de man aan de kassa. Kon hij nu niet wat meer moeite doen?
7 jaar later ben ik nog altijd blij dat ik kan en mag helpen thuis. Met vriendinnen over jongens roddelen en zot doen, ik doe het even graag als andere pubers, maar op de een of andere manier ben je toch vroeger volwassen. Voor mij is dat normaal, ik heb nooit anders geweten.
Ik zou mijn mama niet anders willen hebben dan zoals ze is. Eerlijk, de gedachte dat ze plotseling zou kunnen horen, vind ik zelfs eng.
En daarbij, ze is een super mama. Met meisjesproblemen kan ik altijd bij haar terecht. En shoppen kan ze ook goed.
Soms maak ik me wel zorgen, vooral als mama een aanval heeft van duizeligheid en oorsuizen, wat zeker een keer in de week voorkomt. Niet de zorgtaken maken het zwaar, maar veeleer het besef dat mama pijn heeft en dat haar gehoor nog verder achteruit gaat. Dan moet ik wel eens op mijn tanden bijten. En gaan kickboksen. Man, dat lucht op!