Wat mis je het meest door corona? 3 kerkwerkers aan het woord
‘Ik mis de mis, maar we zitten niet stil!’
Lode Vandeputte, pastoor in Brugge • Op woensdag 11 maart waren we met een twintigtal jongeren samen voor de wekelijkse studentenviering. We hadden toen al afspraken: geen hand bij de vredeswens en het Onzevader, geen communie onder beide gedaanten. De coronacrisis liet zich voelen. Wie had er toen gedacht dat dit de laatste viering zou zijn, om daarna enkele maanden niet meer samen te komen in onze kerken?
Dat is dan ook wat ik het meest mis in deze coronatijden: de gemeenschapsvieringen in de Sint-Michielsbeweging en de Brugse pastorale eenheid Sint-Donatianus, waar ik ook actief ben.
Alleen vieren in mijn huiskamer is voor mij geen alternatief.
De gemeenschap hoort zo onlosmakelijk bij het sacrament van de eucharistie.
Binnen de Sint-Michielsbeweging kozen we dan ook voor een alternatief aanbod. We bieden wekelijks (in de Goede Week dagelijks) een inspiratie-shot aan, waar we inhoudelijk stilstaan bij de liturgie van de dag. Via videoconferentie wisselen we dan uit met de jongeren. Hierbij is ook veel aandacht voor de ontmoeting en de verbondenheid. Wel en wee worden in de gespreksgroepen gedeeld. We stimuleren onze mensen ook om gebruik te maken van het bestaand aanbod van vieringen via tv of Kerknet.
Daarnaast trekken we voluit de kaart van mensen in nood.
Onze sociale winkel Potpourri is nu gesloten, maar we leveren voeding en dergelijke aan huis bij een dertigtal gezinnen. Bovendien mochten we in volle coronatijd ook aan twee erkende oorlogsvluchtelingen een nieuwe thuis aanbieden. Onze sociale activiteiten vielen dus niet stil, zelfs integendeel!
Tekst gaat verder onder de foto.
‘Kunnen vertellen, dat is wat ik het meeste mis!’
Ria Dereymaker, CCV vicariaat Brussel • Getuigen van de hoop die in je leeft, het zijn grote woorden, maar zo zou ik mijn roeping (nog zo'n groot woord) willen samenvatten. Ik ben een vertelmens. Toen ik ervoor koos om godsdienstleerkracht te worden, was dat omdat de drang om te vertellen over datgene wat me ten diepste beroerde, groot was. Ook nu in CCV kan ik met volwassenen spreken over geloven en vertellen, vooral dan die prachtige verhalen die in de Bijbel opgetekend staan.
Dat is wat ik nu het meeste mis: vertellen!
Je kan inderdaad wel videoconferenties houden en verhalen op papier of podcast zetten, maar dan mis je het echte contact met mensen, de interactie, de reacties op de gezichten, de wederkerigheid van het verhaal, het onder je ogen zien groeien van mensen en het zelf mogen groeien in hun handen.
De Brusselse Kerk is een heel warme Kerk, de verbondenheid tussen de gelovigen is er groot. Er wordt vaak en veel omhelsd, geknuffeld, gekust. Maar dit kan nu even niet en dat mis ik.
Deze tijd is dus zeker een tijd van gemis, maar toch ook van groei.
Nu is er weer tijd om te lezen, om mezelf te voeden met gedachten van anderen, om nieuwe ideeën op te doen. Het is een tijd van rustig worden en intenser nadenken, van langer mogen stilstaan bij Zijn Woord. Het is ook een tijd van op zoek gaan naar nieuwe vormen van vertellen. Ik droom ervan andere gelovigen, ook pastores, te kunnen helpen groeien in vertellen. Maar vooral kijk ik ernaar uit al die bijzondere mensen echt in de ogen te kunnen kijken.
‘Digitale alternatieven geven toch minder voeling met je gesprekspartner’
Niels Den Tandt, IJD Gent • Zoals bij vele anderen wordt de nood aan fysieke nabijheid alleen maar sterker. Het samenzijn met jongeren op een jongerenavond, studentenactiviteit, Jokri-bijeenkomst… het is ons nog even allemaal niet gegund.
En laat nu net dat het mooiste geschenk zijn dat vormingswerk ons te bieden heeft: samen op weg gaan met jongeren in geloof.
Via digitale alternatieven konden we weliswaar een zekere verbondenheid bewaren. Gelukkig maar, want vele jongeren hebben net daar zo sterk behoefte aan. Het doet ons ervaren wat onze belangrijkste taak is in de jongerenpastoraal, namelijk mensen samenbrengen en hun de mogelijkheid bieden om het leven te delen. Het is immers niet goed dat de mens alleen blijft (Genesis 2,18).
Tezelfdertijd botsen we precies hier op grenzen. Deze manieren van vergaderingen of bijeenkomsten lenen zich niet tot die informele babbel waarin gepolst wordt naar de gemoedstoestand van onze vrienden en collega’s. Hebben ook zij angst voor dat vuile virus? Kennen ook zij mensen die eronder lijden? Of hebben ook zij net de tijd gevonden om hun prioriteitenlijstje te hertekenen? Of zijn ook zij zo benieuwd hoe de wereld eruit zal zien na de crisis?
In deze paastijd zitten we net als de leerlingen van Jezus opgesloten in ons huis, angstvallig (soms wanhopig) te wachten op Pinksteren.
Laten we de werking van de Geest nu reeds zichtbaar maken in alle kleine aspecten van het leven en Hem ontdekken in de vele acties die mensen doen om anderen in hun buurt te helpen en nabij te zijn. Het zijn hoopgevende tekenen dat God onder ons is. Want waar twee of drie in mijn naam bijeen zijn, daar ben Ik in hun midden (Matteüs 18,20), zelfs of misschien juist net in tijden van ‘social distancing’.
Foto: Jongerenpastoraal in precorona-tijden. Niels Den Tandt uiterst rechts.