‘Negatieve emissies niet afwijzen’
In deze rubriek reageert een deskundige gast op een vraag of stelling. Deze week luidt de vraag: is het een goed idee om broeikas-gassen uit de atmosfeer te halen en zo de klimaatverandering te bestrijden?
Wist je dat de aarde al een paar miljard jaar het broeikasgas CO2 uit de atmosfeer haalt en vastlegt in kalkgesteenten? Gelukkig maar, anders was de aarde nu een uitgedroogde, oververhitte, levenloze wereld, net als Venus. Waarom zouden wij dan niet hetzelfde doen? Sinds de Industriële Revolutie pompten we immers heel wat CO2 (ongeveer 2.100 gigaton) de atmosfeer in. Om tegen het jaar 2100 de klimaatopwarming onder de 2 graden Celsius te houden, rest ons nog een koolstofbudget van ongeveer 800 gigaton. Bedenk dat we vandaag ongeveer 40 gigaton CO2 per jaar de atmosfeer inpompen. Dus ja, waarom halen we alle extra CO2 niet gewoon uit de atmosfeer, net zoals de aarde zelf doet?
Vandaag staan tal van natuurlijke en technologische negatieve emissietechnologieën (NET’s) in de steigers. Bij natuurlijke NET’s denken we bijvoorbeeld aan massale (her)bebossing. Bij technologische NET’s denken we vooral aan Carbon Capture & Storage (CCS), waarbij CO2 wordt opgevangen en opgeslagen in ondergrondse reservoirs of als minerale neerslagen wordt vastgelegd. Bij een andere methode, Bio-Energy with Carbon Capture & Storage (BECSS) genaamd, wordt eerst op plantages het atmosferische CO2 vastgelegd in biomassa. Die biomassa wordt gebruikt om elektriciteit te produceren. Het vrijgekomen CO2 wordt gecapteerd en opgeslagen in de ondergrond.
In de euforie na het klimaatakkoord van Parijs werd uit het oog verloren dat bijna alle 2 graden-scenario’s van het International Panel on Climate Change (IPCC) rekenen op negatieve emissies. Het IPCC gaat ervan uit dat NET’s op grote schaal technisch, economisch en maatschappelijk haalbaar zullen zijn na 2050. Daar wringt de schoen. Het merendeel van de NET’s staat nog in de kinderschoenen. Alle grootschalige projecten leggen vandaag zo’n 0,03 gigaton CO2 per jaar vast, een verwaarloosbare fractie van wat nodig is. De negatieve emissiecapaciteit moet dus dringend worden opgedreven.
Vanuit groene hoek neemt het verzet tegen NET’s toe. Elke vorm van NET wordt verketterd vanuit het voorzorgsprincipe. Vertrouwen op die opkomende [node:field_streamers:0] technologieën, waarvan nog niet is aangetoond of ze alles in aanmerking genomen op grote schaal haalbaar zijn, zien tegenstanders als een onverantwoorde gok. Ook beschouwen ze NET’s als het gedroomde excuus voor de fossiele industrie om te blijven ‘vervuilen’. Inzetten op negatieve emissies wordt gelijkgesteld aan het loslaten van ambitieuze reductiedoelstellingen. Ze vrezen dat de teugels zullen worden gevierd op het vlak van uitstootbeperking, onder het mom van de toekomstige inzet van NET’s. Het overschrijden van het koolstofbudget zou dan immers later goedgemaakt worden door negatieve emissies. Vanuit groene hoek wordt dan ook uitsluitend ingezet op massale emissiereductie op weg naar een koolstofvrije wereld. Is dat wel verstandig?
De bezorgdheid over het overschrijden van het koolstofbudget is terecht. Aardse processen zijn immers niet zomaar omkeerbaar. Zelfs een tijdelijk teveel aan emissies kan een aantal processen in gang zetten die uiteindelijk onomkeerbaar blijken te zijn. Maar is dat voldoende reden om categorisch negatieve emissies af te wijzen? Is het niet beter om NET’s achter de hand te hebben?
Of NET’s massaal op industriële schaal zullen kunnen worden ingezet, blijft een open vraag. Nu erop vertrouwen en reductie-inspanningen verminderen, is inderdaad geen optie. Dat betekent echter niet dat NET’s geen deel kunnen uitmaken van ons arsenaal aan maatregelen in de strijd tegen de klimaatopwarming. Dat houdt in dat we nu moeten investeren in onderzoek en ontwikkeling om zo de ontplooiing op grote schaal na 2050 mogelijk te maken. Zoveel tijd rest ons dan ook niet meer om de diverse pistes van negatieve emissies voluit te verkennen.
Negatieve emissies categorisch afwijzen vanuit een radicaal voorzorgsprincipe kan ons zuur opbreken. Want als we dan na 2050 tot de vaststelling komen dat we de beperking van de opwarming tot 2 graden in 2100 niet meer halen zonder negatieve emissies, is het te laat. Dan rest ons nog enkel de klimaatcatastrofe. En dat willen de tegenstanders van negatieve emissies toch niet op hun geweten hebben?