‘Ik kan me niet voorstellen dat ik een andere school zou leiden’
Voor het eerst krijgt een katholieke school in Vlaanderen een directeur met een islamitische achtergrond. „Ik weet dat het niet vanzelfsprekend is en ik ben blij dat het bestuur me deze kans biedt”, zegt Hamid Riff i. „Tegelijk kennen weinigen het Scheppersinstituut beter dan ik. In 1980, toen ik zes was, beleefde ik mijn eerste schooldag hier en sindsdien ben ik zelden lang weggebleven.”
Het Scheppersinstituut is evengoed de school van de kinderen van Hamid Riff i (47). Ze delen in de vreugde om zijn nieuwe job. „Mijn oudste zoon nog iets meer dan de andere, want als adjunct-directeur stond ik onder meer in voor orde en tucht. Hij kwam meer dan eens bij me langs.” Geen optie dus om de schoolagenda te verstoppen? „Ik wist vaak eerder dat er hem iets boven het hoofd hing dan hijzelf, maar intussen is hij gekalmeerd.”
– Hoe ging het met de rest van de jeugd aan het eind van vorig schooljaar?
Het ging de goede kant op, maar we zijn er nog niet. Lockdowns en afstandsonderwijs maakten dat leerlingen die normaal net het hoofd boven water hielden en niet opvielen, kopje-onder begonnen te gaan. Het voorbije schooljaar namen we gelukkig deel aan een samenwerking tussen de CLB’s, Mechelse scholen en zelfstandige psychologen. Daardoor konden we twintig leerlingen toeleiden naar gratis psychische hulp. Ik hoop dat alle kinderen en jongeren tijdens de opnieuw normale zomer echt hun batterijen konden opladen. En de collega’s verdienden dat uiteraard ook absoluut.
– Waarom koos u zelf voor het onderwijs?
Ik deed de stap naar het regentaat wiskunde indertijd zonder de minste twijfel. Vooral de bijzondere interactie met een groep kinderen trok me aan. Die moet ik nu al acht jaar missen, maar ik blijf het contact met leerlingen opzoeken. Als adjunct-directeur kende ik aanvankelijk haast alle namen van leerlingen, tot de mondmaskers het wat moeilijk maakten om de nieuwe eerstejaars te leren kennen. Ook nu wil ik geen afwezige directeur zijn. Ik breng 1 september niet door in mijn kantoor. Ik start in de leraarskamer en loop vervolgens zoveel mogelijk rond. Natuurlijk kan ik niet voorkomen dat de afstand tot de leerlingen vergroot, maar als ik het personeel weet te versterken, dan komt dat ook de jeugd ten goede.
– Waarom bent u verknocht aan deze school?
Ik kan me niet voorstellen dat ik een andere school zou leiden. Dat komt omdat ik haar vanbinnen en vanbuiten ken, maar zeker ook door de visie, die komt van de stichter van de broeders van Scheppers. De priester Victor Scheppers stamde uit een rijke brouwersfamilie. Hij had gerust kunnen achteroverleunen, maar hij ging lesgeven in gevangenissen en onderwees arbeiderskinderen op zondag. De extra aandacht voor wie het moeilijk heeft, hebben we nog steeds. Toen ik hier leerling was, konden we in de godsdienstles elke week 5 frank afgeven voor de armoedevereniging Sint-Vincentius. Van oudere oud-leerlingen hoor ik dat ze boodschappen deden en tuintjes onderhielden voor mensen [node:field_streamers:0] in de buurt. Een mooie hedendaagse vertaling zijn de voedselinzamelingen die de school middenin de pandemie op poten zette. De leerlingen volgden thuis les, maar kwamen speciaal aangefietst met een pak melk of vulden de auto van hun ouders met allerlei goederen. Elke week reed het busje van de klusjesmannen vol naar een voedselbedeling.
– Kennen hedendaagse leerlingen Victor Scheppers nog?
Wie hier afstudeert, krijgt zijn biografie cadeau, Als een ceder van de Libanon. Bovendien is er de Grafkapel. In 1950 werden de stoffelijke resten van mgr. Scheppers overgebracht naar de school, vergezeld door een stoet leerlingen. Die Grafkapel is door het pastorale team tegenwoordig aangekleed als stille ruimte. Leerlingen die dat nodig hebben, kunnen er tot rust komen.
– Op welke manier maakt een katholieke school het verschil?
Elke school bereidt leerlingen zo goed mogelijk voor op hoger onderwijs en arbeidsmarkt, maar wij trachten ook de weg te wijzen in het samenleven. Ik zat als kind in het katholiek onderwijs en op zondag volgde ik koranlessen en Arabische les. Ik ontdekte zo vooral de gelijkenissen tussen mensen met diverse achtergronden en geloofsovertuigingen. Helaas worden de laatste decennia vooral de verschillen benadrukt. Zeker als katholieke school moeten we leerlingen wijzen op wat mensen bindt en op wat ons kan helpen op de best mogelijke manier om te gaan met onze naaste.
– U verscheen vorig jaar op televisie met uw fietsploeg. Is dat hoe u zich ontspant?
Ik probeer inderdaad elke zondag op de fiets te stappen met fietsploeg Averroes. Ooit reed ik de duizend kilometer voor Kom op tegen Kanker met de schoolploeg van het Scheppersinstituut. Een vriend uit de Marokkaanse gemeenschap kwam supporteren op de grote markt. „Wat een witte bende”, merkte hij op. Dat was de aanleiding om zelf een ploeg te beginnen. Aanvankelijk had de hele ploeg Marokkaanse wortels, maar intussen tellen we ook een Congolees en witte Belgen in ons team. We fietsen elke week en tegelijk proberen we iets te doen voor een goed doel. Dat is mijn voornaamste ontspanning.
Reageren op dit artikel? Dat kan op www.kerkenleven.be