Oekraïne
Zag u de ogen van die vrouw? Ze was bebloed, haar hoofd was in zwachtels gewikkeld. De vrede in haar leven werd brutaal doorboord door Russische agressie. Wat een doodgewone dag had moeten zijn, veranderde in een dag van pijn en tranen. Alle droefheid van de wereld ging schuil in haar ogen. Het waren de ogen van Jezus.
Zag u de blik van die jongen? Hij kroop angstig weg achter de benen van zijn moeder. De sirenes maakten hem doodsbang. Niets van wat hij zag of hoorde, klopte met zijn prille wereldbeeld. Waar was zijn leven van gisteren gebleven? In zijn blik zat alle angst van de wereld verborgen. Het was de blik van Jezus.
Zag u het gelaat van die man? Hij meldde zich vrijwillig aan bij de Oekraïense strijdkrachten. Moedig was hij nooit geweest, dat was tot nu toe niet nodig. Hij hield niet van wapentuig, maar hij hield hartstochtelijk van zijn familie, zijn vrienden, zijn land. Hij raapte zijn moed samen om te doen wat hij eigenlijk niet wilde. Op zijn gelaat kon u alle afkeer in de wereld lezen. Het was het gelaat van Jezus.
Zag u het gezicht van die moeder aan de grens? Ze probeerde de Europese Unie binnen te komen, met haar ontredderde kinderen op de achterbank. Ze stonden al dagenlang aan te schuiven. Haar man moest ze achterlaten, want hij moest ten strijde trekken tegen een vijand die eigenlijk een broer had moeten zijn. In haar gezicht zag je alle wanhoop van de wereld. Het was het gezicht van Jezus.
Als christenen kunnen we in geen van hen een anoniem slachtoffer zien. De oorlog baart geen cijfers, maar menselijke tol. Elke mens is een kind van God, zo leerden wij. In de ogen van de ander zien we [node:field_streamers:0] daarom de blik van Christus. „Al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders hebt gij voor Mij gedaan”, zegt Jezus in de naam van God. We worden dus uitgedaagd. Wat doen wij met die ogen, die blik, dat gelaat, dat gezicht? Zien we de droefheid, de angst, de afkeer, de wanhoop? Herkennen we Jezus? Hij klopt aan. Doen we open?
We openden in het verleden niet altijd onze deur. Miljoenen vluchtelingen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika weten al jaren niet wat de toekomst brengt. Al te vaak keken we de andere kant uit. Het leek allemaal zo ver van huis. Nu komen de vluchtelingen uit Europa. Ze wonen amper drie of vier landen verderop. Op de wereldkaart is dat om de hoek. De woorden van Christus echoën opnieuw.
Misschien zijn we vandaag zelf bang. Dat is menselijk en begrijpelijk. Toch is het nu tijd voor moed en naastenliefde. We kunnen echt helpen, financieel of logistiek, met solidariteitsacties en in ons gebed. We zijn minder machteloos dan we denken.
Overal zien we hartverwarmende vormen van solidariteit groeien. Medicijnen en goederen worden ingezameld. Mensen geven te kennen dat ze bereid zijn vluchtelingen op te vangen in hun eigen huis. Er wordt samen met Oekraïners in ons land gebeden. Misschien kan dat ook in uw parochie of pastorale eenheid? Tonen dat we meeleven, opent een wereld van verschil.
Op de grote oorlog hebben we niet meteen een impact, maar op de kleine mensen uit die oorlog wel. Ze zijn zo dichtbij, die „geringsten van mijn broeders”. Ze kijken ons aan en vragen of wij hun naaste willen zijn. We kunnen – als we dat willen – gewoon ‘ja’ antwoorden.
Caritas International helpt de slachtoffers van de oorlog in Oekraïne via de lokale afdeling Caritas Oekraïne. Uw steun is welkom op rekeningnummer BE88 0000 0000 4141 met vermelding „4147 OEKRAÏNE”, of op www.caritasinternational.be waar u online een gift kunt doen.