Overal schoonheid
Er is iets fascinerends aan schoonheid. Op het eerste gezicht lijkt het een begrip dat louter naar het uiterlijke verwijst. De schoonheid van een mens verwijst allereerst naar fysieke trekken, de schoonheid van een kunstwerk, van een gebouw, van een landschap… roepen allereerst uiterlijke waarneming op. Toch voelen we meteen dat schoonheid meer is dan fysieke bevalligheid. Wat ons raakt, zit vaak dieper. De schoonheid van schoonheid schuilt in de gelaagdheid.
In deze Scheppingsperiode, de kerkelijke tijd van 1 september tot 4 oktober (zie ons artikel daarover) staan we met dit themanummer van Kerk & Leven stil bij de vele betekenissen van schoonheid. We krabben de bovenste verflaag van het leven weg, op zoek naar wat mooi en waardevol is in een diepere betekenis. Heel wat, zo blijkt.
„Schoonheid vormt een onuitputtelijke bron van vreugde”, zegt filosoof Bart Vandenabeele in een opiniestuk. Dat klinkt beslist herkenbaar. We kennen allemaal wel een liedje, een schilderij of een vergezicht dat ons telkens opnieuw ontroert. Er louter naar luisteren of kijken, maakt ons al gelukkig. Of denk aan de schoonheid die we zien in het gelaat van een geliefde. Dat blijft zo, zelfs wanneer we ouder worden. Een buitenstaander ziet de rimpels van de leeftijd, zelf zien we de schoonheid van de liefde.
De voorbije maanden werd onze honger naar schoonheid op de proef gesteld, maar tegelijk ook aangescherpt. Cultuurhuizen gingen noodgedwongen dicht of beperkten de toegang. Precies daardoor waarderen we nu de schaarse bronnen van cultuur nog meer. Reizen naar verre landen zit er niet in, maar de landschappen en historische gebouwen om de hoek blijken mooier dan we ooit durfden te denken. In de eucharistie mogen we niet meer met z’n allen zingen, maar juist dat doet ons aandachtiger luisteren naar de orgelklanken. Of misschien ontpopte één van de kerkgangers [node:field_streamers:0] zich als cantor en ontdekten we zo een verborgen parel.
Schoonheid is belangrijk in ons leven. We willen niet louter in een comfortabel huis wonen, het moet er ook aangenaam uitzien. Een mooi meubelstuk, een kunstwerk aan de muur, de juiste kleurentinten, een vaas met bloemen. Wat we zien, bepaalt hoe we ons voelen. Het mooie is niet louter opsmuk, het maakt deel uit van ons welzijn. Jonge mensen zijn tegenwoordig tuk op kamerplanten en halen op die manier een vleugje natuurlijke schoonheid in huis. Plots wordt een klein appartement een beetje Amazonewoud. Schoonheid zit ook tussen de oren.
Schoonheid overstijgt zelfs het fysiek waarneembare, zo poneert filosoof en theoloog Marc De Kesel in de Klapstoel: „Een beeld is maar een beeld. Het is schone schijn. De waarheid is gewoonweg niet af te beelden, hoe schoon een beeld ook mag zijn.”
Die gedachte brengt ons vanzelf bij geloven in God. Ook Hij gaat onze verbeelding te boven. In ons Dossier gaan we op zoek naar de schoonheid van het katholieke geloof. Die manifesteert zich buitengewoon veelzijdig. Schoonheid schuilt in waarden als vergiffenis en liefde, in de indrukwekkende schepping, in religieuze kunst, in de liturgie, in het gebed, in het evangelie, in de geloofsgemeenschap, in dromen van het Rijk Gods, in de aanwezigheid van God zelf. Het fijne is dat we niet hoeven te kiezen tussen al die dingen, we mogen alles tegelijk beleven. Neem één stuk weg en de puzzel is niet langer volledig. De som van alle aspecten van ons geloof leidt tot de ultieme schoonheid.
De tijden zijn nooit zo donker dat schoonheid moet wijken. Schoonheid is er altijd. Ze was er al vóór de mens en zal er zijn tot het einde der tijden. Met deze Kerk & Leven in de hand kunt u alvast mijmeren over de schoonheid die in uw leven onmisbaar is.
Reageren op dit artikel? Dat kan op www.kerkenleven.be