Pascal Calu volgt zijn hart naar Uruguay
Oostende, 1985. Een jaar na zijn broertje wordt Pascal geboren. Zijn ouders zijn in de kerk geëngageerd als catechist. Zelf rolt hij er ook al gauw in. Samen met zijn broer staat hij jarenlang aan het altaar als misdienaar. Hij luistert graag naar de Bijbelverhalen, die zijn moeder zo goed kan vertellen en uitleggen.
Pascal is nog maar 10 als zijn mama sterft. Hij kan dat niet rijmen met wat hij op die leeftijd over God heeft geleerd.
Mijn moeder was natuurlijk geen heilige, maar ze was toch heel gelovig en probeerde altijd goed te doen, zegt Pascal. Waarom moest zij gaan en niet een moordenaar of zo? De jongen raakte er niet wijs uit. Zijn omgeving had er evenmin woorden voor. En zo maakte het kind voor zichzelf uit dat het allemaal een leugen was geweest. God bestond niet.
Intussen moest ik van vader wel de mis blijven dienen. Zo stond ik daar voor het altaar, almaar bozer. Hoe ouder Pascal werd des te meer stootte het godsbeeld van zijn kindertijd hem tegen de borst. Hij had God niet ervaren als een Vader die voor hem zorgde. Integendeel, die God had hem zijn moeder afgenomen. En de verrijzenis, hoe kun je daar als rationeel denkend wezen nu mee om?
Evangelische studenten poken het vuur op
Aan de Kulak-campus in Kortrijk maakt Pascal kennis met een protestants meisje dat hem intrigeert. Ze is gelovig en komt daar onbeschaamd voor uit. Ze studeert Romaanse talen, hij Germaanse. Helemaal onverstandig kan ze dan toch niet zijn?
Pascal wil puur antropologisch begrijpen hoe verstand en geloof kunnen samengaan.
Hij studeert inmiddels verder aan de KU Leuven en volgt zijn vriendin naar een bijeenkomst van de evangelische studentenvereniging Ichtus. Daar treft hij ook studenten exacte wetenschappen aan. Toch bij uitstek rationeel denkende mensen! Er stoorde me iets in hun geloofsbeleving, maar hun gezelschap vond ik wel aangenaam, zegt Pascal. En ze zetten me aan het denken.
Vanaf dat moment zoekt Pascal voortdurend antwoorden in boeken. Hij leest de Bijbel en ontdekt de literaire kwaliteit ervan. Hij doorworstelt een inleiding in theologie van Alister McGrath en ook de Jezusboeken en encyclieken van de toenmalige paus Benedictus XVI vallen in de smaak.
Ik was vooral op zoek naar een rationele fundering voor het geloof. En die vond ik wel in de geschriften van de Duitse paus. Pascal Calu
1ste bekering, het hoofd
Op een bepaald moment kon Pascal aanvaarden dat er iets meer was. Niet dat ik daar bewijzen voor had, maar er waren toch voldoende aanwijzingen, vond ik. God was gewoon zo heel anders dan ik me altijd had voorgesteld. Hij bleek niet langer de Grote Probleemoplosser die ik als kind verwachtte. Het gaat er niet om te geloven dat je van onheil gespaard wordt als je maar hard genoeg bidt.
Geloven is geen houvast voor mensen die de harde realiteit niet aankunnen, zoals Karl Marx beschrijft in Opium voor het volk. Het is net leven in het besef dat er veel kwaad en verdriet in de wereld is, maar tegelijk weten dat alles goed is. Dat het kwaad en het verdriet niet het laatste woord hebben. Ook in het lijden en de vreselijkste dingen, is er leven te vinden. Het ligt voor het rapen, maar meestal kijken we er gewoon overheen. Geloven is voor mij dus ook fundamenteel aandachtig zijn. Dat is een sleutelwoord in mijn geloofsbeleving.
Pascal herinnert zich nog het moment dat voor hem de puzzelstukjes in elkaar vielen.
Ik zat op mijn kot en voelde: Ik kan het gewoon niet meer ontkennen. God is er. Ook voor mij. Pascal Calu
Vanaf dat moment noemde hij zich weer gelovig. Hij ging weer naar de mis. Toch was dat nog maar mijn eerste bekering, en achteraf gezien niet eens de sterkste. Maar voor mij wel een noodzakelijke. Ik moest de barrière in mijn hoofd slopen.
2de bekering, het hart
Die zomer, we schrijven 2011, zouden de Wereldjongerendagen plaatsvinden in Madrid. Pascal was inmiddels 25, dus als hij dat evenement met de paus nog wilde meemaken, was het misschien wel nu of nooit. Via de website van de jezuïeten ontdekte hij het voorprogramma Magis.
Pascal: Als ik langer dan een week op voorhand geweten had dat we vrijwilligerswerk zouden gaan doen in een Spaanse gevangenis, dan had zeker nog proberen afzeggen. We zouden met de gedetineerden een toneelstuk voorbereiden.
Ik kon niets bedenken dat nog verder uit mijn comfortzone lag. Maar de gevangenen bezorgden me de beste ervaring van mijn leven. Een godservaring. Pascal Calu
Pascal sprak nog geen Spaans toen, maar toch verstond hij de gedetineerden en zij hem. Ze hadden het over liefde, vriendschap en vrijheid. Grote woorden, ingevuld met eenvoudige gebaren. Toen zijn mijn ogen pas echt open gegaan, zegt Pascal. In de gevangenis ontdekte ik dat God een gezicht heeft. Dat hij op mij toekomt op een onverwachte manier. En zich almaar beter laat kennen, terwijl ik mij naar Hem toe keer.
Nu was Pascal helemaal ontwapend. In zijn hart stond voortaan een naam gegrift: Hij die er is.
Op de meest ongelooflijke plaatsen is Hij er. In die dorre vlakte waar de gevangenis dezelfde zandkleur had om niet opgemerkt te worden vanaf de autosnelweg. Daar waar mensen voor de samenleving niet meer mogen bestaan, daar bestaat Hij voor wie Hem wil ontmoeten.
Kerk staat voor verbondenheid
In Madrid ontdekte Pascal vervolgens de veelkleurigheid van de wereldkerk, alweer een heel krachtige ervaring. Sindsdien is het geloof voor mij onlosmakelijk verbonden met de kerk, omdat die staat voor gemeenschap en verbondenheid.
Toen Pascal een hele tijd later op vakantie was in Spanje, bezocht hij de gevangenis opnieuw. Sommige gedetineerden herkenden hem meteen en bedankten hem. 'Door bij ons te zijn, gaf je te kennen dat wij bestaan', zei iemand me. Maar ik was diegene die moest bedanken, zegt Pascal. Die week veranderde mijn leven.
Een jaar om te onderscheiden waar het op aankomt
Terwijl Pascal zijn doctoraat Nederlandse literatuur afwerkte, verdiepte hij zich verder in het geloof via GCL. Elke zomer nam hij deel aan jongerentochten met de jezuïeten.
En zo nam ik de voorbije zomer voor het eerst in 4 jaar niet deel aan een spiritueel zomerinitiatief, zegt Pascal. Niet dat hij er genoeg van heeft. Wel integendeel. Hij haalde zijn doctoraat, zei de huur op in Leuven en verkocht zijn auto. Allemaal om zo meteen voor een jaar te vertrekken naar het Latijns-Amerikaanse Uruguay.
Ik ben echt geen avonturier, maar ik voel dat Christus me roept om me te laten kneden als vrijwilliger in een ver land. Pascal Calu
Volg Pascal Calu in Uruguay
Pascal weet wat hij achterlaat, maar hij weet niet welke belevenissen hem wachten. De uitdaging maakt hem soms bang, maar hij vertrouwt erop dat ze ook vol kansen zit. Ik vertrek met een liedje in mijn hoofd van een Chileense jezuïet: 'Sin miedo' (zonder angst). De tekst slaat niet zozeer op hoe ik me voel, maar op waar ik hoop naartoe te groeien.