Pasen schuilt in een bosanemoon
Minstens een keer per dag gaan mijn vrouw en ik wandelen. Helemaal conform de regels, zonder extra gezelschap, in de onmiddellijke buurt van ons huis en ver van alle drukte. Beweging en zonlicht doen extra deugd in tijden van lockdown. De lentezon slaagt er wonderwel in om alle problemen heel even te laten verdampen.
Laatst kwamen we Gerda en Jo tegen, twee medeparochianen die we normaal elke zondag in de eucharistieviering zien. Valt het u ook op dat we ontmoetingen, hoe vluchtig ook, meer gaan waarderen omdat ze zo zeldzaam zijn geworden? Wat schaars is, is waardevol. Elk aan een kant van de weg begroeten we elkaar. Even een korte babbel, ruim op afstand, alweer volgens de richtlijnen. Bij het afscheid geef ik hen nog een tip: verlaat even de weg en neem het bospad, jullie zullen er duizenden bosanemonen zien bloeien.
Kent u de bosanemoon? Ik ben dol op die delicate bloem. Echt opvallend is ze niet, met haar korte stengel, witte blaadjes en lichtgele hartje. Ze houdt van een vochtige bosgrond en bloeit enkel in het voorjaar. Soms vermengt ze zich met speenkruid, ook al zo’n leuke voorjaarsbloeier. Dergelijke bloemen kondigen elk jaar de komst van Pasen aan. De verrijzenis van Christus en die van de natuur lopen wonderlijk synchroon.
Dit jaar voelt de lente nochtans aan als een vreemde tijd. Het mooiste seizoen van het jaar is deze keer het onwezenlijkste. Terwijl mensen kreunen onder coronamaatregelen, is de natuur zich van geen kwaad bewust. Ze gaat gewoon haar gang. Alles komt tot leven, groeit, bloeit, fladdert, huppelt, straalt. Tegelijk horen we elke dag hoeveel mensen in het ziekenhuis werden opgenomen of overleden zijn. We wachten angstig op nieuws over een vriend of familielid op intensive [node:field_streamers:0] care, we bidden of branden een kaars voor genezing. Leven en dood zijn contrastrijker dan ooit. Lijden en hoop flirten met elkaar. De Goede Week was nog nooit zo waarneembaar.
Net nu we Pasen niet samen kunnen vieren, is de wereld één grote beleving van de paastijd geworden. Aanvankelijk waren we ons van geen kwaad bewust, zoals de leerlingen op Palmzondag. Het leven lachte ons toe. Aan het begin van de lockdown namen we afscheid van elkaar, alsof het Witte Donderdag was. Vervolgens kwamen de dagelijkse meldingen van besmettingen en overlijdens, een langgerekte Goede Vrijdag. Teruggetrokken in onze huizen beleven we nu een eindeloze Stille Zaterdag. Even wanhopig als de leerlingen vragen we ons af hoe het nu verder moet.
Toch is het straks echt Pasen. De opstanding zal ook dit jaar plaatsvinden. Niet de dood, maar het leven zal triomferen. De hoop, die nu zo’n kwetsbaar draadje lijkt, zal aan het langste eind trekken. Zoals de grafsteen was weggerold, zullen onze huizen weer opengaan. Zoals de leerlingen elkaar het goede nieuws brachten, zullen wij elkaar opnieuw omhelzen. Altijd krijgt het leven de bovenhand, zoals die anemonen in het bos.
Van Jo kreeg ik na zijn wandeling nog een mailtje. Ook hij had de paassymboliek van de bosanemoon goed begrepen: „We komen in de schepping alles tegen, het denkbare en het ondenkbare, en dat alles – of het nu leuk is of niet, mooi is of niet – is altijd een uitnodiging om te kiezen voor liefde, licht en leven.”
Die uitnodiging nemen we best in ontvangst. We kiezen voor het leven, hoe broos dat ook is. Voor de liefde, die sterker is dan de dood. Voor het licht, dat de duisternis verjaagt. Ook dit jaar wensen we u dus vol overtuiging een zalige Pasen.