De plekken waar God zit [column]
Misschien gebeurt het u ook weleens: dat de drukte van het leven u helemaal opslorpt en dat u opeens vaststelt dat u al een hele tijd niet meer aan God heeft gedacht.
Meteen volgt er een kleine oprisping van schuldgevoel, een waslijst aan excuses en een vaag voornemen om het voortaan anders aan te pakken. Waar vervolgens niet altijd veel van in huis komt.
Pas als ik een klein, oud kerkje binnenstap of door een bos met hoge bomen wandel, besef ik hoe absurd mijn houding is. Hoe verleidelijk is het om te denken dat het allemaal van mij afhangt.
Want ook als ik niet aan God denk, denkt God wel aan mij.
Ook als ik rondren als een kip zonder kop, vult God met zijn aanwezigheid onze hele wereld. Zijn adem leeft in alles om ons heen. Ik merk het alleen lang niet altijd op. Ik worstel me blindelings door het leven en vergeet vaak te letten op wat er echt toe doet.
Daarom is het zo fijn dat er – naast talloze andere plekken – kerken en kapelletjes zijn.
Liefst met openstaande deuren. Waar ik even kan binnenstappen en voelen: hij is er nog. Hij is er altijd. Hij houdt mijn hand en mijn hart vast. Ik kan altijd opnieuw thuiskomen en meedoen.
Soms doe ik niet meer dan even binnenkijken en zelfs dat zorgt voor een steekje van geluk. God is bij ons.
En hij niet alleen: ook Jezus is bij ons. Maria is bij ons. En zoveel andere heiligen in talloze kapelletjes en beelden.
Hun kracht van liefde en vrede stroomt door de ramen en de deuren, sijpelt door de kieren.
Ik ben er opeens weer zeker van: we staan er niet alleen voor.