Slachtoffer repressie getuigt op assisenproces Guatemala
Dag 7 van het assisenproces tegen vijf leiders van de militaire junta in Guatemala in de jaren ‘80 voor de moord op drie scheutisten. Vandaag kwamen de burgerlijke partijen aan het woord, de familieleden dus van Walter Voordeckers, Serge Berten en Ward Capiau. Daarna ook nog enkele moraliteitsgetuigen, mensen die een van hen goed gekend hebben en hun karakter schetsten.
Het meest aangrijpende getuigenis kwam echter van een Guatemalteekse die als 15-jarige het land ontvluchtte nadat bijna haar hele familie was uitgemoord.
Misdaad: meer loon eisen en alfabetisering en catechese inrichten samen met de scheutisten en andere religieuzen.
Marcela Bautista Escobar woont nu in Canada en werd door de advocaten van de burgerlijke partijen in extremis opgeroepen om nog eens goed de staatsterreur te komen schetsen. Een jurylid had vorige week namelijk een vraag gesteld waaruit kon opgemaakt worden dat de toestand nog niet helemaal goed ingeschat werd. Of het gewapende verzet waar twee van de drie vermoorde missionarissen zich bij hadden aangesloten, te vergelijken was met terreurbewegingen zoals Islamitische Staat vandaag? Hadden de missionarissen het niet bij geweldloos verzet kunnen houden?
Uit het verhaal van Marcela blijkt dat mensen die hun nek uitstaken voor de moegetergde inheemse bevolking van Guatemala, willens nillens hun leven op het spel zetten. Een succesvolle staking in februari 1980, die het loon van landarbeiders deed stijgen van een schamele dollar naar het drievoudige per dag, werd beantwoord met de zwaarste repressie. De oudste broer van Marcela was de held van die staking en het boerenverzet. Haar ouders waren actief in het alfabetiseringswerk en de catechisatie van de scheutisten. Milities van de grootgrondbezitters, die gesteund werden door de regering, wisten hen te vinden.
Marcela was nog maar 11 toen ze haar vader zag meegesleurd worden voor haar ogen, meer dood dan levend.
Ook haar schoonzus werd meegenomen. Toen ze vernamen dat hun lichamen in het mortuarium lagen, trok haar broer er radeloos heen … om evenmin ooit terug te keren.
De kleine kinderen werden ondergebracht bij het gezin van een andere broer, die hen maar af en toe opzocht om hen niet in gevaar te brengen. Maar twee maanden later stonden dezelfde mannen er weer. Ze namen deze keer de moeder van het gezin mee en een zus van Marcela. De 11-jarige zelf werd verkracht voor de ogen van haar kleine neefjes. ‘Ik wist niet wat er gebeurde, alleen dat het veel pijn deed. Maar ik hield me sterk voor de kinderen. Ik was nu de oudste.’
Wekenlang zwierf ze samen met haar overgebleven familieleden door de suikerrietvelden. Daar zorgde Serge Berten voor hen. ‘De toestand werd echt onhoudbaar toen de grootgrondbezitters de suikerrietvelden in brand begonnen te steken. Serge wilde hulp voor ons zoeken in de hoofdstad, maar op zijn afspraak met leiders van de boerenbeweging CUC werd hij ontvoerd. Dat was op 19 januari 1982.’
Vandaag werkt Marcela als verpleegster in Canada. Ze heeft terug contact met haar oudere zus Dolores die een ontvoering en zware folteringen overleefde, en met haar twee jongere broertjes die opgroeiden in een weeshuis. In 1992 vierden ze voor het eerst weer samen Kerstmis. Maar het gemis van zoveel vermoorde familieleden doet nog altijd bijzonder veel pijn. 'Het enige waar ik nog op hoop, is gerechtigheid.'
Gerechtigheid
Op dag 7 van het assisenproces zit de jury met de vraag: wat zou ik gedaan hebben in zo'n situatie? Was het een vergissing van Serge en Ward om de bergen in te trekken voor hun eigen veiligheid, die van hun congregatie en om bij de leden van de boerenbeweging CUC te blijven, een beweging die ze altijd gesteund hadden maar die de illegaliteit in was gedreven door het niets ontziende geweld van grootgrondbezitters, leger en politie? En wat met Walter Voordeckers, die nooit een wapen van dichtbij gezien had en toch hetzelfde lot onderging?
Hebben zij een misdaad begaan of moeten de leiders van het repressiesysteem veroordeeld worden? Donderdag kennen we het antwoord.