‘Zoals op straat breken, delen en vermenigvuldigen ze nergens’
Naar aanleiding van de zesde Werelddag van de Armen op 13 november roept paus Franciscus op vooral te volharden in solidariteit. Niek Everts, pastoraal werker bij de Antwerpse straatbewoners, weet dat een werking zoals ’t Vlot, die afhankelijk is van giften, dat nodig zal hebben. „Ieders portemonnee staat onder druk en wij dus ook. Maar ik geloof altijd dat het goed komt.”
In de ondergrondse fietsen-stalling bij Antwerpen Centraal onthulde het Straatoverleg in de nacht van 4 op 5 november een kunstwerk. „Ter ere van Mike en Wesley, twee straatbewoners die daar een jaar eerder overleden”, zegt Niek Everts (55). „Wat hadden die gasten die nacht nodig gehad om niet daar te moeten slapen en te sterven? Dat uitzoeken, dat is rechtvaardigheid. Het is de kunst om recht te doen aan alle mensen, ook de outcasts.”
– „De komende winters worden moeilijk”, waarschuwde premier Alexander De Croo. Wat wil dat zeggen voor de mensen met wie u werkt?
Weinig. In extreme omstandigheden leef je van dag tot dag. De straatbewoners zijn wel bezig met de oorlog in Oekraïne. Waarom kunnen mensen niet gewoon in vrede leven? Met de energiecrisis ben je niet bezig als je overleeft, zonder woonst met elektriciteit. Maar bij de organisaties merken we natuurlijk wel dat de samenleving onder druk staat.
Kijk je naar politieke keuzes, dan gaat er vooral veel meer geld naar veiligheid en bewapening dan naar zorg. Bovendien gaat het budget voor zorg naar evidente zaken zoals onderwijs en gezondheidszorg. Wie minder vanzelfsprekend zorg nodig heeft, krijgt een stempel en wordt eigenlijk buiten het dagelijkse leven gehouden. Er bestaan vele vormen van armoede, van generatiearmoede over nieuwe groepen die, gepensioneerd of ziek, niet rondkomen, tot straatbewoners. De arme in wie de gemiddelde burger zich herkent, kan rekenen op meer solidariteit.
– Wat ziet u als uw rol als straatpastor?
„Armoede is de dochter van onrechtvaardigheid”, stelde paus Franciscus naar aanleiding van de Werelddag voor Armen. Voor mij betekent dat dat ik moet opkomen voor de rechten van de straatbewoners, van mensen bij wie bijvoorbeeld verslavingen, psychiatrische problemen en een strafblad zich opstapelen tot ze totaal buiten de samenleving staan. Ik moet hun verhalen blijven vertellen. Rechtvaardigheid bestaat alleen als je de meest uitgeslotenen recht doet. Ik ben maar als we allemaal zijn. Vandaar dat het zo belangrijk is dat een student en een onderzoeksmedewerker na de dood van Mike en Wesley een veldonderzoek voerden. Ze vroegen straatbewoners waarom ze op straat slapen, niet naar de nachtopvang gaan, geen alternatief hebben. Met die resultaten, die stem van de straatbewoner, trekken we binnenkort naar de bevoegde schepen.
Ik moet als pastor scherp kijken en luisteren, en dan zie ik dat mensen nergens zo breken, delen en vermenigvuldigen als op straat. Laatst zag ik een man buitenkomen bij de ontbijtbedeling. [node:field_streamers:0] Hij schudde zijn zakje uit bij een boom. Sluikstort? Neen, hij keek enthousiast toe hoe een duif genoot van de kruimels die hij overhad. Of denk aan de doodzieke mensen die binnenkomen bij ’t Vlot. Nooit komen ze alleen, altijd ondersteund door anderen die vragen of we alstublieft kunnen helpen.
– Het thema van de werelddag verwijst naar een passage uit de tweede brief aan de Korinthiërs, over Christus die arm werd omdat wij door zijn armoede rijk zouden worden. Wat betekent dat voor u?
Wees niet bang van de arme, want je kunt in hem Christus ontmoeten. Maar dan moet je wel naast hem gaan zitten, bij hem zijn en niet boven hem gaan staan. Christus stelde de mensen die zich boven Hem plaatsten ook op de proef. Hij leidde ook geen alledaags leven, Hij werd verkracht, gekruisigd, beschimpt. Ik zal nooit die keer vergeten dat we met ’t Vlot naar Lourdes reisden en een kruisweg deden. Toen we vertelden hoe Christus voor de derde keer viel, hoorde ik een jonge gast met een drugsprobleem zeggen dat hij dat ook deed, steeds maar hervallen. Toen we vertelden hoe de kleren van Christus’ lijf werden gerukt en erom werd gedobbeld, haalde een vrouw, die goed wist wat dat betekende, een grote doek, om die met onze namen erop om Christus te hangen. Straatbewoners weten wat Christus beleefde, maar ook dat we menselijk moeten omgaan met elkaar. En zij hebben ons nodig als medestanders. Laat dat een oproep zijn om voor onszelf te zoeken hoe we solidair kunnen zijn.
– Te zoeken en te blijven zoeken?
Inderdaad. Aan het begin van de coronapandemie, toen computers een nog grotere rol gingen spelen, beseften velen dat sommige mensen er geen hebben en werden er oude laptops ingezameld en verdeeld. Maar nu zijn de laptops van toen kapot en er zijn geen nieuwe. Ik ben niet wanhopig, niet gefrustreerd. Ik sta gewoon te kijken hoe vreemd het loopt in de wereld. Zien we dan niet dat dat niet werkt, een wereld waarin geldelijke rijkdom het hoogste goed is? In die val lijken we met z’n allen eindeloos te kunnen trappen. Daar gaat het om in die brief aan de Korinthiërs.