Tertio: Internationale adoptie vaak niet in belang van het kind
Prakash Goossens (1977) is internationaal vertegenwoordiger voor Fracarita International, een ngo van de Broeders van Liefde. In 1985 werd hij op achtjarige leeftijd geadopteerd uit India. Hij herinnert eraan dat bij internationale adoptie lange tijd vooral de adoptieouders centraal stonden. Het belang van het kind en de plaats van de biologische ouders bleven tot op vandaag onderbelicht. Na adoptieschandalen in de jaren 1990 zou de adoptiewetgeving wel meer in het belang van het kind komen te staan. Toch loopt het volgens Goossens na de adoptie nog altijd teveel mis. Er is tot nu toe in geen nazorg voorzien voor volwassen geadopteerden. Terwijl heel veel problemen van psychosociale aard juist dan naar boven komen.
Oerwond
Psychotherapeut Nancy Verrier stelt in The Primal Wound van 1993 dat het bijzonder moeilijk is om bij geadopteerden de hechting te herstellen, legt Goossens uit. Door die binding ‘ruw’ te verbreken, ontstaat bij het kind een oerwond. Die wond bepaalt alles wat het adoptiekind in zijn verdere leven ervaart, voelt en tot uiting brengt in woord en gedrag (…)Adoptiekinderen passen zich meestal goed aan. Maar doordat het lichaam in de survival-modus en dus onder constante hoogspanning blijft, zal het kind wantrouwig zijn en zich niet gemakkelijk hechten. Verrier stelt dat hechting voorafgaat aan liefde. Liefde is geen voorwaarde voor hechting. Wel veiligheid en geborgenheid zijn cruciaal.
Zelfs adoptieouders die alles hebben gedaan, zullen nooit die oerwond kunnen helen. Prakash Goossens
Onbegrip
Geadopteerden stuiten op veel onbegrip. De samenleving ziet alleen dat je in een liefdevol gezin bent opgegroeid en alle kansen kreeg. Ze ziet niet de taboes en het verdriet omdat je je biologische ouders nooit hebt gekend. Ze weet niet hoe het is om je nooit 100 procent thuis te kunnen voelen. Om altijd een vreemde te blijven. Zeker als je dan nog een andere huidskleur hebt. Toch stelt Goossens dat die oerwond niet verlammend hoeft te werken. De wond kan worden getransformeerd; het kan een bron van motivatie worden, een creatieve drive, een verlangen naar eenheid die fundamenteel goed en helend is. Onze diepste pijn kan ons transformeren, als we dat willen. De gebrokenheid door die oerwond is echter wel zo diep dat onze samenleving daar een positieve respons op dient te geven.
Er is dringend nood aan een psychosociaal nazorgpakket voor geadopteerden en de adoptieouders.