Theoloog Joris Geldhof: ‘We zijn allemaal alleen in ons geloof’
‘Alleen maar niet eenzaam’ is de titel van een special in Kerk & Leven van woensdag 7 juni. Broeder Guerric Aerden getuigt er onder meer over zijn leven als kluizenaar, alleen met God. Maar kan je ook in je geloof ‘alleen’ zijn?
‘Uiteindelijk zijn we allemaal alleenstaanden in het geloof. Daarom is het zo belangrijk om te leren omgaan met een zekere allenigheid in het geloof’, zegt theoloog Joris Geldhof (KU Leuven).
‘Het geloof wordt almaar meer iets wat mensen alleen beleven’, stelt Geldhof. ‘Ze kunnen het niet beleven in een gemeenschap waarin ze zich thuis voelen, omdat die er eenvoudigweg niet altijd is. Soms kunnen ze het zelfs niet delen met hun partner en kinderen. Zelf heb ik wel degelijk het geluk om ergens ‘onderdak’ te zijn met mijn geloof. Toch herken ik me bij momenten ook wel in wat ik graag ‘de allenigheid in het geloof’ noem. Je kunt daar twee kanten mee uit.
Het gemakkelijkste is om je aan te passen aan de seculiere levenshouding die je omringt.
Je beleeft je geloof dan in ‘aanvaardbare’ vormen als vriendelijkheid en hulpvaardigheid. Eigenlijk wordt het dan gereduceerd tot een bundel van waarden. Het geloof is nog wel een moreel kompas, maar als inspiratiebron droogt het langzaam op. Je legt je erbij neer dat er een hoofdstuk afgesloten is.’
Verantwoordelijkheid
‘Een andere weg is die van de verantwoordelijkheid. Op grond van ons doopsel zijn we allemaal geroepen om er iets van te maken, ook als we ons niet kunnen laven aan een christelijke gemeenschap. We moeten meer en meer zelf patron willen en durven zijn van ons leven als christen, ook binnen de kerkgemeenschap waarin we ons thuis hopen te voelen.
Christen zijn, vormt een deel van je identiteit. Als je partner en omgeving dat aspect van je persoonlijkheid niet delen, mag je wel de vrijheid afdwingen om er zelf tijd voor te maken. Net zoals een hevige voetbalfan van zijn gezin de ruimte opeist om met de supportersbus mee te trekken, bijvoorbeeld. Over jouw identiteit valt tenslotte niet te onderhandelen.
Uiteindelijk zijn we trouwens allemaal alleenstaanden in het geloof.
Niemand kan immers jouw dood sterven. Niemand kan jouw pijn wegnemen als het erop aankomt. Hoogstens kan iemand je nabij zijn en mede-lijden. Daarom is het zo belangrijk om te leren omgaan met een zekere ‘allenigheid in het geloof’. Hoe kun je je daarin staande houden? Het lijkt me heel belangrijk om bewust tijd te maken voor je geloof, en uitgerekend op momenten waarop je denkt absoluut geen tijd te hebben. Het is een gevecht dat je met jezelf moet aangaan. Een comfortabele houding lijkt het misschien niet, maar niemand heeft gezegd dat het leven als christen een kwestie van comfort is.’
Kans tot bewustmaking
‘Toch zie ik die ‘allenigheid’ niet als iets wat noodzakelijk negatief of zwaar is. Het lijkt me zelfs een kans tot bewustmaking. Waar geloven totnogtoe vooral een zaak was van de kerkgemeenschap als een collectief gebeuren, wordt het meer en meer iets van persoonlijke overtuiging en verinnerlijking. Daarom denk ik dat we daar vanuit de kerkleiding meer op zouden moeten inzetten. En niet zozeer in een aanbod van vorming, maar veeleer in een aanbod van gesprek, waarin gelovigen niet enkel in een ontvangende houding staan, maar zelf iets te bieden hebben. Dat kan een heel vruchtbare weg blijken, waarop het algemeen priesterschap van de gelovigen niet als mooi ideaal aan de eindmeet staat, maar een gegeven wordt.’