Trappistinnen Brecht vieren oudste zuster: Beatrijs van Nazareth
Voor de zusters van de abdij O.-L.-V. van Nazareth in Brecht is Beatrijs van Nazareth (1200-1268) veel meer dan de auteur van het eerste bewaard gebleven middelnederlandse mystieke gedicht. Ze maakt deel uit van ons DNA, zegt zuster Anna onomwonden. Op 29 augustus vieren ze haar 750ste sterfdag met de creatie van het werk 7 manieren van minne door trappist Kris Oelbrandt en de voorstelling van het boek Zeven keer heilige minne van Klaas Blijlevens.
Kort na haar dood werd haar biografie geschreven, waaruit we weten:
- Toen haar moeder stierf, was Beatrijs pas 6 of 7, maar ze kon al lezen en schrijven.
- woonde een jaar in Zoutleeuw bij begijnen. (De beweging is sterk in trek, onder invloed van grote persoonlijkheden zoals Ida Van Nijvel, Lutgardis en Hadewijch.)
- gaat op school in de cisterciënzerabdij Bloemendaal, waar ze op haar 15de al klaar is om in te treden
- naar de abdij van Rameia gestuurd om verluchtingskunst te leren. Spirituele groei onder de vleugels van Ida van Nijvel
- Priorin van abdij Nazareth in Lier, gesticht in 1236
De abdij in Lier wordt vernield tijdens de Franse Revolutie. De stichting van de nieuwe abdij in Brecht haalt op een haar na de kerkrechtelijke termijn van maximum 100 jaar tussen het overlijden van de oudste zuster en de nieuwe stichting. De trappistinnen van Brecht mogen zich dus medezusters van hun beroemde voorgangster Beatrijs noemen.
Zuster Katharina: ‘Beatrijs vat het menselijke hunkeren zo treffend’
Zuster Katharina • In 2000 hadden we een jubelviering voor de 800ste geboortedag van Beatrijs. Rob Faesen hield toen een conferentie en ik weet nog dat ik dacht: Ik snap er niks van. Ook Klaas Blijlevens en Jos Huls, andere grote kenners, brachten ons hun visie op haar leven en werk bij.
Pas door een vertaling van haar tekst ’Seven manieren van minne’ naar de context van een huwelijksviering door prof Vekeman, begreep ik haar plotseling wél.
Eigenlijk is het een existentiële tekst, die heel treffend het menselijke hunkeren naar volheid (God) vat. Inmiddels waagde ik me zelf aan een parafrase, meer toegespitst op ons religieus leven. Voor mij vormen de 7 manieren als het ware een berg, met de 4de manier als bergtop.
- De eerste manier is de aanloop van ons leven tot het moment waarop we beseffen dat ons hart ergens naartoe trekt.
- Manier 2 doet zich voor in de eerste periode na het ingaan op onze roeping. Alles gaat vanzelf en je bent blij.
- Manier 3 gaat over de weerstanden die je in en rond jezelf ervaart. Je zou het allemaal straffer willen doen. Je had het je zo anders voorgesteld. Iedereen kent dit lijden aan het menselijk onvermogen om de volmaakte liefde te beleven.
- Manier 4 is de absolute extase. Zo’n moment waarop je helemaal in jezelf én in God valt. Meestal is het maar een flits, maar je hebt het goddelijke gevoeld. Dit is een kantelpunt. Manieren 1 tot 3 hebben ze maken met menselijk streven. Vanaf de 4de manier van liefhebben neemt God het initiatief.
- Manier 5 kent weer een stuk pijn. Je hebt even een moment van vervulling ervaren en je zou willen dat het altijd zo is. Maar je wordt teruggeworpen op je mens-zijn. Het blijft stormen in je hart, maar je hebt de 4de manier meegemaakt. Je daalt de berg af, maar anders.
- De 6de wijze is diepe tevredenheid. Je beseft dat de ups en downs erbij horen. Dat het allemaal Gods en jouw liefde is.
- Manier 7, die zou je niet meer verwachten. Maar Beatrijs ziet nog een gebergte in de verte. Het hart blijft verlangen naar de uiteindelijke vereniging met God bij onze dood.
Begrijp je nu waarom Beatrijs, al leefde ze in de middeleeuwen, vandaag mijn leidsvrouw kan zijn? Ze leert me om te gaan met mijn eigen diepe hunker.
Zuster Anna: ‘Beatrijs geloofde met al haar zintuigen’
Zuster Anna • Ik ben een nuchtere Zeeuwse, dus de visioenen en zelfkastijding die worden beschreven in Beatrijs’ biografie Vita bekoren mij niet zo. Wat me wel heel erg boeit in het werk, is de omslag die Beatrijs maakt. Ida van Nijvel leert haar dat geloven niet zozeer te maken heeft met zo hard mogelijk je best doen, maar met het vertrouwen dat je al aanvaard bent.
Voor ik hier intrad 8 jaar geleden, heb ik 3 keer een poging gedaan om de marathon te lopen. Nu herken ik daarin iets van wat Beatrijs beschrijft: je drijft jezelf tot het uiterste alsof je daarin vervulling gaat vinden.
Het is niet de dadendrang die jou transformeert, maar de liefde.
Onze regel (de Regel van Benedictus) stelt: De weg die aanvankelijk smal is, wordt heel breed. Dat gebeurt inderdaad vanzelf, als je je laat voortstuwen door de liefde. Zoals een moeder zichzelf geeft voor haar kind.
Maar ook voor Beatrijs gaat dat niet van een leien dakje. Ik lees haar visioenen dan ook niet op de letter, maar als een soort cadeaus. Ze geven perspectief aan mijn eigen gebed, dat in bepaalde periodes gekenmerkt wordt door dorheid. Het gaat er dan om het uit te houden, gewoon door te gaan en plotseling weer een glimp op te vangen van God.
Iets anders wat ik leer van Beatrijs, is om lichaam en geest samen te denken. Onder invloed van onder meer Descartes halen wij, westerlingen, die uit elkaar. Religie is niet louter iets van de geest of de ziel.
Aan het kruis hangt geen geest, maar een lichaam!
Dat besef doet me de liturgie, bijvoorbeeld, anders beleven. Het is eigenlijk ook een heel lichamelijk gebeuren: hoe je binnenkomt, zingt, buigt opstaat, in een processie naar voren komt. Je bent er veel bewuster bij als je je beleving met je lichaam ondersteunt.
- Volg de trappistinnen van Brecht op hun website en Facebookpagina.
- Lees het interview met Kris Oelbrandt, trappist en componist, onder meer over zijn werk 7 manieren van minne.
- Bestel het boek Zeven manieren van heilige minne van Klaas Blijlevens.