Vaticaankenner Gunnar Riebs over Paus Benedictus XVI
Paus Emeritus Benedictus XVI, in sommige middens beter bekend als Joseph Ratzinger, gaat onwillekeurig de geschiedenis in als de Paus die aftrad en als nog wel wat meer: Gods Rottweiler, scherp en streng in de leer in een tijd die gaandeweg smeekte om een meer naar noden luisterende Kerk. Door zijn toedoen zou de secularisatie, de ontkerkelijking van de samenleving, zijn bespoedigd. Het onuitgesproken oordeel luidt: hij was voor zijn tijd de verkeerde Paus. Sommige gelovigen zijn deze en andere genadeloze omschrijvingen die in de media naar aanleiding van zijn overlijden komen bovendrijven zwaar te moede. Eén van hen is Gunnar Riebs, letterkundige en kunstcriticus met goede connecties in het Vaticaan. Riebs was persoonlijk bevriend met Paus Johannes Paulus II en ontmoette vooral in die tijd ook herhaaldelijk Joseph Ratzinger. Ratzinger was een beminnelijk man, een uitzonderlijk intellectueel, een verlicht theoloog, meent Riebs, met overigens een scherp inzicht in zijn eigen tekortkomingen. De waarheid heeft haar rechten, vindt hij en het belang van zijn pontificaat reduceren tot zijn aftreden, zoals een krantentitel luidde, is er bijzonder ver over.
'Zijn eerste woorden als Paus', vertelt Gunnar Riebs, waren: 'Ik ben een nederige arbeider in de wijngaard van de Heer.' Zijn laatste woorden waren: 'Jezus, ik zie U graag.' Ik benader hem graag met empathie voor zijn bijzondere persoonlijkheid, zoals ik dat ook doe met zijn voorganger Johannes Paulus II. Die kon zeer pastoraal zijn, vergevensgezind, toenadering zoeken en vinden. Hij had een andere stijl, hij was charismatisch. Maar zijn inspiratie in termen van geloofsleer kwam van Ratzinger. Ratzinger bepaalde wat het betekent het evangelie na te volgen, de waarheid te bewaren, ze klaar te maken om ze te verkondigen.
Het is waar dat hij de lat hoog en zelfs hoger legde.
Daarnaar leven, is voor een christen een onontbeerlijk streven in de wetenschap dat je als mens beperkt bent. Toch is dat streven zeer essentieel. Sommige gelovigen willen de lat liever lager leggen. Voor Ratzinger verzwakt dat het streven. Ik wil dit illustreren met het verhaal van de overspelige vrouw. Jezus vergeeft haar en zegt dan ‘Ga heen, je bent vrij van zonden; zondig voortaan niet meer’. De vergiffenis is geenszins een vrijgeleide voor het hernemen van de zonde, waarna alweer vergiffenis volgt enzovoort.
Het streven een leven te leven dat beantwoordt aan wat Jezus ons voorleefde, blijft overeind en dat ten volle.
Zo zag ik de houding van Ratzinger als Prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer. Natuurlijk, Johannes Paulus II was een andere persoonlijkheid. Hij bracht zijn overtuiging anders dan zijn opvolger. Mensen, zei de Franse Kardinaal Paul Poupard ooit, kéken naar de ene; naar de andere – Benedictus – luisterden ze. Benedictus moest het hebben van wat hij zei, van zijn intellectuele rijkdom en die was indrukwekkend, hoewel zijn geloof zeer eenvoudig en menselijk was. Hij was ook zeer to the point in zijn antwoorden op delicate vragen, een man van weinig woorden, maar elk woord deed ertoe en was uiterst weloverwogen.'
Ratzinger behoorde in de aanloop naar het Tweede Vaticaans Concilie tot de progressieve fractie. Dat contrasteert met zijn latere strakheid als Paus. Was hij tot het inzicht gekomen dat het te veel modernisering was en dat het te snel ging?
Joseph Ratzinger, Hans Küng en Edward Schillebeeckx waren toen de progressieve theologen. Ratzinger was voorstander van de liturgie in de volkstaal. Uiteindelijk denk ik, is hij gaan vrezen voor de teloorgang of verwatering van de liturgie als dusdanig. Liturgie vereist mystiek, zonder mystiek geen liturgie. Nu is uitgerekend die liturgie ingrijpend geëvolueerd na Vaticanum II waarbij zeg maar de oude liturgiebeleving een waardevolle kracht had en de nieuwe richtingen ook waardevolle elementen in zich droegen. Maar er is een verschil tussen de priester die voor hij naar het altaar gaat, zegt 'God, wees mij zondaar genadig' versus 'Iedereen goed geslapen?'. Ik trek het op flessen, maar de vrees zat zo ongeveer daar: het kind mocht niet met het badwater naar buiten voor Ratzinger. U mag die inschatting niet begrijpen als een aanzet tot polarisering of het ophouden van vernieuwing, misschien wel als een pleidooi voor een rustige, evenwichtige ontwikkeling met aandacht voor wat goed is en in wat goed is hoort zeker de kracht van de liturgie en die berust bij mystiek. Het kan best dat Ratzinger aanvoelde dat het te onoordeelkundig evolueerde en hij zag daar de risico’s van. Had hij daarin ongelijk? Hij kwam misschien te laat, dat kan. Verkijk je niet op de geloofsleer van de verschillende pausen, ook die onder Paus Franciscus.
De rivier stroomt verder, het water stroomt of kabbelt verder, maar ondertussen blijft de bedding grotendeels dezelfde.
Alleen aan de oppervlakte verandert er misschien wat zichtbaars. Franciscus heeft een heel andere persoonlijkheid, een andere stijl dan Benedictus, anders op vele vlakken, net zoals Johannes XXIII heel erg in stijl verschilde van Pius XII. Maar in de leer op zich zitten geen grote verschillen. Het uiterlijke kan verschillen, de essentie, de leer, blijft.
Benedictus XVI heeft meer dan één keer vergiffenis gevraagd voor wat mogelijk zijn fouten waren. Daaruit blijkt misschien dat hij alles bijeen een getormenteerd man was?
Zeker. Hij stelde zichzelf in vraag. Hij bevroeg het handelen van anderen, met voorzichtigheid, met wijsheid. En hij vroeg vergiffenis, ja. Dat is zeer betekenisvol. Dat doe je pas als je vindt, in eer en geweten, dat het nodig is. En dan vind ik: doe dat – vergiffenis geven - of doe dat niet, maar als je dat doet, dan mag het ophouden, dan hoeft het afkappen niet aan te houden.
Voor de misbruiken in de Kerk was misschien vergiffenis aan de orde, maar geen voorzichtigheid. Daar gaf hij het gevoel de controle geheel kwijt te zijn.
Het is geen verontschuldiging, maar hij was een denker, een theoloog, een intellectueel, geen bestuurder, geen manager. Hij koos ook niet altijd de juiste mensen om hem bij te staan. Zo heeft Kardinaal Rauber ooit over staatssecretaris en vertrouweling van Benedictus Bertone gezegd dat die wellicht überfordert was, dat hij met andere woorden vanuit zijn capaciteiten niet opgewassen was tegen de zware opdracht om komaf te maken met misbruik. Daar – onder andere – slaat wellicht ook de vergiffenis op die hij vraagt. Voor wat ik ervan weet, heeft dit zeer zeer zwaar op hem gewogen, in zijn hart, in zijn ziel, en het is best mogelijk dat dit een rol heeft gespeeld in zijn beslissing om af te treden. Het is geen excuus – hij is met wat we nu weten onvoldoende doortastend geweest - het is een duiding.
Sommigen beschouwen dat aftreden als een abdicatie…
Johannes Paulus II heeft gezegd: ik zal dit doen tot mijn laatste dag. Queen Elisabeth zei dat ook. Goed.
Het aftreden van Benedictus heb ik ervaren als een vorm van bescheidenheid.
Hij heeft zich niet willen vastklampen aan zijn Paus-zijn. Is hij gaan lopen, was het een vlucht of zag hij in dat hij niet meer de juiste man was om de Kerk te leiden in een veranderde tijd. Het ene is laf, het andere moedig en getuigt van zelfinzicht. Ik houd het bij dat laatste.
Paus Benedictus was geen bruggenbouwer, lijkt me, zeker niet naar andere religies. Het protestantisme was voor hem een “onechte kerk”.
Naar mijn mening heeft hij daar een evolutie in doorgemaakt. Natuurlijk: hij mag opkomen voor de identiteit van zijn Kerk toch. Wat is pluralisme? Is dat een horizontaal – allemaal een beetje groen en een beetje vredelievend - of een verticaal pluralisme dat identiteiten respecteert en waardeert zonder ze in welke mate dan ook te willen assimileren?
Leo August De Bock