Vergeven
Dertig jaar geleden werd Nelson Mandela vrijgelaten, na een gevangenschap van liefst zesentwintig jaar. Vier jaar later werd hij verkozen tot president van Zuid-Afrika, een ambt dat hij vijf jaar bekleedde. Slechts vijf jaar. Toch volstond dat om één van de grootste staatslieden van de twintigste eeuw te worden. Dat komt in de eerste plaats omdat hij bij het beëindigen van het apartheidsregime in zijn land een historische keuze maakte. Hij opteerde er bewust voor om geen wraak te nemen op de voormalige, blanke overheersers. Mandela koos resoluut het pad van verzoening en vergiffenis. Hij liet een Waarheids- en Verzoeningscommissie oprichten die amnestie verleende in ruil voor het opbiechten van de waarheid over politieke misdaden tijdens het apartheidsregime. Daarmee voorkwam Mandela dat het land terechtkwam in een spiraal van wraakacties en geweld.
Dertig jaar nadat Mandela vrijkwam, zijn we nog steeds verslaafd aan gevangenissen. Als iemand een ernstige fout maakt, weerklinkt al snel de roep naar gevangenisstraf. Is dat wel altijd de juiste keuze? Nee, zegt Geertjan Zuijdwegt, aalmoezenier in de Centrale gevangenis van Leuven en onderzoeker aan de KU Leuven, in onze Te Gast. We zijn blijven steken in een negentiende-eeuwse visie op bestraffing. Als we zinvol willen straffen, moeten we dat helemaal anders aanpakken, meer gericht op herstel en op een nieuwe kans.
Die verzuchting botst helaas met de tijdgeest. Willen we dat een misdadiger na zijn straf een betere mens wordt, of willen we vooral wraak? De harde lijn schreeuwt altijd luider. Ook als het niet over gevangenissen gaat, is er de roep om strengere regels, meer straffen, onmiddellijk ontslag, de harde aanpak. Wat schieten we ermee op? Wordt de wereld daar echt beter van? En is aan het einde van de rit nog wel vergeving mogelijk?
Mensen die pleiten voor vergiffenis en een nieuwe kans, [node:field_streamers:0] krijgen al snel dit verwijt: „Dus jij vindt dat alles zomaar moet kunnen?” Wie zo reageert, begrijpt niets van vergiffenis. Natuurlijk kan en mag niet alles. Natuurlijk zijn er regels die we moeten respecteren. Er zijn wetten en decreten, arbeids- en schoolreglementen, afspraken in het gezin of elders. Al die regels mogen worden afgedwongen. Toch blijft finaal de vraag: krijgen mensen daarna een nieuwe kans?
In ons Dossier kloppen we aan bij twee experts. „Het Rijk Gods is de totale verzoening van de mensen met God, met elkaar en van de mens met de schepping. Iemand vergeving schenken, is het Rijk Gods nu al aanwezig brengen”, zegt theoloog Didier Pollefeyt. „Vergeving is bijzonder heilzaam voor de slachtoffers”, voegt ereadvocaat Paul Quirynen eraan toe. Beiden zien belangrijke voorwaarden om tot vergeving te kunnen komen. Oprecht berouw is er uiteraard één van. Waarheidsvinding is ook essentieel. „Wie in de waarheid staat, zal ook makkelijker vergeving kunnen schenken”, verduidelijkt Quirynen.
Dat vergiffenis moeilijk is en veel tijd kan vergen, lezen we in de twee pakkende getuigenissen in ons Dossier. Ondanks de ernst van de feiten – een dodelijk ongeval en een moord – slagen de nabestaanden erin te vergeven, met vallen en opstaan. „Ik ervaar dat je vergiffenis kunt schenken vanuit je denken en zijn. En in jezelf tot de dader kunt zeggen: ‘Leef jij ook maar voort. Ook jij sleurt een rugzak mee’”, getuigt Riet Van Camp, die haar dochter verloor.
Zit het christendom nog diep genoeg in onze samenleving om vergiffenis te koesteren als een levensnoodzakelijke waarde? Vergeven we nog aan onze schuldenaren, zoals het Onzevader ons leert? Als er iets is wat wij als christenen echt kunnen toevoegen aan de moderne wereld, zou het toch dat moeten zijn. Het vermogen om vergeving en verzoening te laten zegevieren.
Reageren op dit artikel? Dat kan op www.kerkenleven.be