Vergeving stelt mensen in staat hun leven opnieuw te starten
Vergeving en verzoening met God en met elkaar zijn wezenlijke elementen van de veertigdagentijd. Vergeving is echter ook wezenlijk voor een harmonieuze samenleving. Toch staat vergeving haaks op de huidige mentaliteit, waarbij men zich blindstaart op straf en vergelding. Vergeving daarentegen geschiedt vanuit het besef dat de grens tussen goed en kwaad dwars door ieders hart loopt.
Vergeving is een wezenlijk element van het christelijke leven. Zegt het Onzevader niet „vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren”? „Het Rijk Gods is de totale verzoening van de mensen met God, met elkaar en van de mens met de schepping”, zegt Didier Pollefeyt, theoloog aan de KU Leuven. „Iemand vergeving schenken, is het Rijk Gods nu al aanwezig brengen. Er is echter ook een louter menselijk aspect. Niemand valt samen met het kwaad dat hij of zij berokkent.”
Ereadvocaat Paul Quirynen heeft er een carrière van meer dan veertig jaar aan de balie opzitten en pleitte in heel wat opzienbarende gerechtszaken. „Vergeving geschiedt vanuit het besef dat alle mensen ongeluk en tegenslag kunnen ontmoeten en dat er in iedere mens iets goeds zit”, zegt hij. „Dat staat haaks op de huidige mentaliteit. Iedereen die betrokken is bij een conflict, blijft altijd een medemens. De meest afschuwelijke daden vinden hun oorsprong in een vaak zware rugzak die iemand torst. Bij mijn eerste assisenzaak vertelde de dader dat de ochtend van zijn eerste communie zijn ouders dronken in bed waren blijven liggen. Dat bleef me altijd bij.”
Pollefeyt ziet vijf voorwaarden voor vergeving, te beginnen met oprecht berouw. Voorts bereidheid om niet aan hetzelfde euvel mank te gaan, de dader de kans geven iets terug te doen, waarheidsvinding en tot slot herinneringsarbeid, want het is niet vergeven en vergeten.
Een historisch straf voorbeeld is de Waarheids- en Verzoeningscommissie in Zuid-Afrika, die tussen 1995 en 2000 de mensenrechtenschendingen van het apartheidsregime aan het licht bracht. Persoonlijke amnestie werd enkel toegekend als de dader de volledige waarheid onthulde over zijn misdaden begaan onder apartheid. De commissie onder voorzitterschap van aartsbisschop Desmond Tutu speelde een sleutelrol in de democratische transitie van het land en wordt internationaal beschouwd als een voorbeeld van hoe waarheidsvinding de samenleving ten goede komt.
Paul Quirynen stelt dat elke rechtszaak het zoeken naar waarheid zowel als naar gerechtigheid inhoudt. „De waarheid opent ieders ogen”, zegt hij. „Wie in de waarheid staat, zal ook makkelijker vergeving kunnen schenken. De Nederlandse salesianen besloten in 2011 zelf een onderzoek te laten doen naar seksueel misbruik van jongens in een van hun instellingen en de slachtoffers tegemoet te komen met schadeloosstelling en therapie. Het hele gebeuren werd afgesloten met een gezamenlijke verzoeningsviering. De zoektocht naar de waarheid is wezenlijk om te komen tot gerechtigheid. [node:field_streamers:0] Daarom is een rechtsgeding zoals een assisenproces vaak essentieel om bij de betrokkenen vraagtekens weg te werken.”
„Vergeving is bijzonder heilzaam voor de slachtoffers”, merkt Quirynen op. „Het is de verdienste van justitie dat de voorbije jaren sterk werd ingezet op bemiddeling en overleg. Dat heeft positieve effecten, zowel voor slachtoffers, daders als de samenleving, ook al kun je vergeving niet verlangen van iedereen.” Te vaak werd in het strafrecht immers het principe van vergelding zonder meer toegepast. De voorbije jaren ontstonden daarom nieuwe vormen van rechtsbedeling. Als het tussen de partijen kan komen tot een vergelijk, dan zal de samenleving, lees het gerecht, ook milder oordelen. Beslist in relationele en in familiale kwesties heeft dat voordelen. In de Kamer voor Minnelijke Schikking van de familierechtbank zal een rechter proberen te bemiddelen om aldus een meer humane oplossing te vinden, bijvoorbeeld over het hoede- of verblijfsrecht van kinderen, of om geschillen inzake erfeniskwesties positief op te lossen.
„De tendens bestaat om ook in strafzaken bemiddeling uit te proberen”, zegt Paul Quirynen. „Dader en slachtoffer kunnen dan tot een vergelijk komen over schadeloosstelling en dat kan dan leiden tot opschorting van straf onder voorwaarden als gunstmaatregel. De horizon van de rechtspraak is immers dat wetsovertreders zich steeds weer dienen te integreren in onze samenleving. Voorwaarde voor die vorm van herstelgericht handelen van vergeving en verzoening is dat er schulderkenning plaatsvindt en dat bij de dader het besef leeft dat hij of zij anderen zowel als de samenleving schade heeft berokkend.”
Didier Pollefeyt: „Vergeven is niet hetzelfde als amnestie, kwijtschelding van straf, want sommige feiten zijn hoe dan ook te gruwelijk. Een christelijke visie op vergeving houdt daarom ook de herinnering aan het aangedane leed in. Het Jodendom heeft terecht kritiek op te makkelijke vergeving vanuit het leed dat de Joden moesten ondergaan. Volgens de Joodse filosoof Emmanuel Levinas dreigt de wereld onmenselijk te worden als we vergeving almachtig maken. Een spreekwoord zegt dat barmhartigheid jegens de wolven onrecht is jegens de schapen. In Mattheus, hoofdstuk 27, leert Jezus dat er een zonde is die niet vergeven kan worden, namelijk de zonde tegen de Heilige Geest. Wie zichzelf niet wil corrigeren, hoeft niet te rekenen op vergeving.”
Vergeving schenken is geen morele plicht en zo is niemand verplicht te vergeven. Daders kunnen dat ook nooit eisen van een slachtoffer. Het omgekeerde is echter evenzeer waar. Een wereld zonder vergeving is buitengewoon hard en brutaal. „Het onderscheid tussen goed en kwaad loopt dwars door het hart van iedere mens”, zegt Didier Pollefeyt. „Allemaal hebben we nood aan vergeving, want niemand zal zichzelf kunnen redden aan het einde der tijden. Vergeving behoort tot de categorie van de liefde en in die zin is het een wonder. Als God Liefde is, zal niemand Hem kunnen weerstaan. Hij zal ons nooit identificeren met het kwaad. Aan het einde der tijden zullen wij dus onze eigen rechter zijn.”
Paul Quirynen citeert de protestantse theoloog Dietrich Bonhoeffer (1906-1945): „De christelijke relatie tussen de sterke en de zwakke is dat de sterke moet opzien tegen de zwakke en nooit op hem moet neerzien.” „Eigenlijk is vergeving het omgekeerde van onverschilligheid”, besluit de ereadvocaat. „Beschouw de andere die je wat aandeed steeds als een medemens met zijn eigen verhaal. Iedereen loopt littekens op. Vergeving is nodig om opnieuw te kunnen vertrekken.” (eds)
RIET VAN CAMP & LUDO VANDERVORST
‘Leef jij ook maar voort. Ook jij sleurt een rugzak mee’
Deze zomer zal het veertien jaar geleden zijn dat Riet Van Camp en Ludo Vandervorst hun dochter Veerle, toen 31 jaar, verloren. Ze overleed na een verkeersongeval waarbij een buitenlandse vrachtwagenchauffeur inreed op een file. De man kreeg een rijverbod in België van vijf jaar, moest een boete betalen en een schadeloosstelling aan de familie.
„Reeds toen de zaak voor de rechtbank kwam, was ik van mening dat de man niet gestraft diende te worden”, blikt Riet Van Camp terug. „Aan het einde van het proces vroeg de rechter ons, als familie van het slachtoffer, of we nog iets toe te voegen hadden. Toen vroeg ik naar de toestand van de chauffeur en of hij begeleid werd of zou worden. Hij moet toch ook voort met zijn leven in de wetenschap dat hij iemand heeft doodgereden.”
Niet dat het echtpaar niet boos was. „Onze eerste reactie was er een van boosheid”, erkennen beiden. Ludo Vandervorst: „Hoe ga je ermee om zodat je voort kunt? Hoe overleef je? Want het gaat nooit over. Veerle krijgen we nooit terug. Ik herinner me dat het me op weg naar het copycenter opviel dat het leven gewoon voortging, dat de zon scheen, dat mensen lachten, terwijl naar mijn gevoel de wereld stilstond.”
Ludo Vandervorst en Riet Van Camp zijn dankbaar om de puike begeleiding door slachtofferhulp. „Tijdens het proces sprak men ons over de mogelijkheid de chauffeur te zien. Toen konden we dat niet aan”, erkent Riet Van Camp. Haar echtgenoot beaamt: „We waren er niet klaar voor. Ik was ook bang voor mijn reactie als ik oog in oog met hem zou staan.” Na al die jaren zou dat nu wel lukken, meent hij. „Ik zou willen vragen of hij ermee zit, hoe hij verder kan. In het besef dat dat kan tegenvallen. En ik zou willen zeggen dat ik hem vergeef.”
Want vergeven doen beide echtelieden. „Door de jaren heen ben ik geëvolueerd van boosheid naar een rationele houding. Het is een klik die je maakt voor jezelf. En dan klinkt die Bijbelse opdracht om zeven keer zeventig maal te vergeven”, getuigt Ludo Vandervorst, al betreurt hij dat hij dat niet van mens tot mens kan uitspreken. Zijn echtgenote heeft daar minder behoefte aan. „Vergeving is een persoonlijk proces”, zegt ze. „Er kwam nooit een spijtbetuiging van de man. Dat hebben we ook niet nodig om te kunnen vergeven. Ik ervaar dat je vergiffenis kunt schenken vanuit je denken en zijn. En in jezelf tot de dader kunt zeggen: ‘Leef jij ook maar voort. Ook jij sleurt een rugzak mee.’”
En ze vervolgt: „Vaak zeg ik: ‘Als dit zinloos gebeuren toch ergens een zin moet krijgen, is het in mijn werk voor rouwbegeleiding.’ Ik probeer mensen iets aan te reiken waaraan ik zelf deugd zou hebben gehad. Tegelijk moet je ieder de ruimte laten om op zijn manier en in zijn tempo te rouwen.”
Zelf had en heeft ze veel steun aan het lied Die mij droeg van Huub Oosterhuis: „Die mij droeg, op adelaarsvleugels. Die mij geworpen hebt in de ruimte. En als ik krijsend viel mij ondervangen, met uw wieken en weer opgegooid, totdat ik kon vliegen op eigen kracht.” „Wel duizend keer heb ik het gezongen onderweg op mijn fiets”, zegt ze. „Het verwoordt het geloof en het vertrouwen, ook al begrijp je het niet altijd.” (ivh)
ANNEMIE VAN CAMP
‘Ik moest hem vergeven om mezelf te kunnen vergeven’
Twee jaar geleden zond Canvas een reportage uit van journalist Dirk Leestmans over de ontmoeting van Ivan Vissers, veroordeeld tot twintig jaar cel voor de moord op Robert Van Camp, de ex-man van zijn partner, en Annemie Van Camp, een zus van het slachtoffer. Daarin zag de kijker dat de moordenaar uiteindelijk zijn spijt betuigt en dat de zus hem vergeeft.
Aan de ontmoeting tussen beiden ging een heuse weg vooraf. „In die twee jaar tussen de feiten en het proces bleef hij steevast alles ontkennen”, zegt Annemie Van Camp. „Toen het proces begon, bekende hij echter meteen schuld. ‘Waarom heb je dat niet meteen gezegd?’, dacht ik toen. Na alle wederwaardigheden die er waren geweest tussen Ivan, mijn broer en zijn ex-vrouw had ik kunnen begrijpen dat het zover is kunnen komen. Toch gedroeg hij zich tijdens dat proces hooghartig. Tot hij zijn straf te horen kreeg. Toen zag ik de ontreddering op zijn gezicht. Zelf worstelde ik met tegenstrijdige emoties. Enerzijds was ik blij dat hij zwaar werd gestraft. Anderzijds voelde ik op een of andere manier toch medelijden met hem. Tegelijk voelde ik me zelf schuldig. Had ik wel genoeg gedaan om mijn broer te helpen toen hij het nodig had?”
Aanvankelijk had Annemie Van Camp gehoopt dat ze tijdens het assisenproces een antwoord zou vinden op haar vele vragen. Dat gebeurde niet. Ze bleef wroeten, kreeg een depressie en moest stoppen met werken. „Toen zich dan de kans aandiende om hem te ontmoeten, voelde ik aan dat ik die moest grijpen”, zegt ze. „Uiteindelijk kon ik hem vergeven, allereerst ook om mezelf te kunnen vergeven. Zo kon ik mijn leven opnieuw in handen nemen. Ik wilde geen slachtoffer blijven van bitterheid. Mijn broer zou dat ook niet hebben gewild.”
Annemie van Camp wil zichzelf geen sterke vrouw noemen, maar enkel iemand die de weg ging die ze, onvermoed, moest gaan. Dat bleek een weg van toenadering en vergeving, die haar echter zelf in conflict bracht met anderen. „Ik kreeg al behoorlijk wat bagger over me heen”, zegt ze. „Ik word een ‘daderknuffelaar’ genoemd. Sommigen zeggen dat mensen zoals ik in de gevangenis thuishoren. Tijdens het winkelen spuugde iemand me in het gezicht. Ook in de familie bots ik op onbegrip. Ik ben geen typisch slachtoffer. Dat was tijdens het proces al zo en daar leed ik toen zelf onder. Met de jaren durfde ik echter almaar meer uit te komen voor wat ik voelde en dacht, al vaar ik daarmee tegen de stroom op. Ik heb respect voor andermans gevoelens en mening, maar ik wil ook zelf worden gerespecteerd in mijn zoekproces.”
Hoewel Annemie Van Camp de dader kon vergeven, betekent dat niet dat ze is vergeten wat er is gebeurd. „Ik blijf zitten met het gemis van mijn broer”, zegt ze. „Ook Ivan moet leven met wat hij op zijn geweten heeft. En hoewel ik weer vrede vond, blijf ik moeilijke dagen hebben. Zal Ivan die tweede kans grijpen? Zelf geloof ik van wel, maar zeker weet je dat nooit.” (cb)
Een heus stappenplan om te komen tot vergeving
- Volgens de Canadese psychotherapeut en priester Jean Monbourquette, die veel publiceerde over het onderwerp, zijn de eerste stappen naar vergeving het besluit afstand te doen van wraak of vergelding en het erkennen van de eigen kwetsuren.
- Durf op verhaal te komen. Neem de tijd. Vergeving gebeurt niet van vandaag op morgen. Wees bereid met anderen in gesprek te gaan over wat er gebeurde en hoe u zich voelt. Van lotgenoten is heel wat op te steken. In strafrechtelijke zaken is een raadsman vaak – helaas niet altijd – een eerste rechter, die door vragen de feiten in een context kan helpen plaatsen en onrealistische verwachtingen over vergelding kan temperen.
- Leer uw eigen woede en kwaadheid kennen. Waarom ervaart u verlies? Leer ook uzelf te vergeven.
- Confrontatie met de dader of met diegene die u heeft gekrenkt. Professionele herstelbemiddeling kan daarbij helpen. Het is belangrijk dat de dader wordt geconfronteerd met de wonden die hij heeft veroorzaakt, maar het kan ook dat het slachtoffer begrip krijgt voor wat er gebeurde. Begrip opbrengen voor de dader betekent niet dat u hem excuseert en zeker niet dat hij wordt vrijgepleit van schuld. Begrip opbrengen betekent dat u de dader bekijkt met een andere blik en probeert alle aspecten van zijn persoonlijkheid en zijn motieven te doorgronden.
- Onderscheid maken tussen vergeving en verzoening. Mensen kunnen vergeven zonder de ambitie te hebben tot verzoening te komen en voort samen te leven. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn bij relationele kwesties. Vergeving maakt het wel mogelijk om opnieuw open met elkaar te communiceren, bijvoorbeeld over verblijfsrechten van kinderen.
- Monbourquette nodigt ook uit in de opgelopen kwetsuur een positieve zin te vinden of die eraan te geven. Wat kunt u leren van dat onrecht, die belediging, dat verraad of die ontrouw? Hoe kunt u dat kwaad gebruiken om te groeien en een waarachtiger mens te worden?
- Vergeven is geen morele plicht. Vergeving is groots, maar het kan ook zijn dat u moet ophouden met absoluut te willen vergeven. Vergeving kan ook komen van één kant, omdat de dader of de krenker overleden of onbereikbaar is. In situaties waarin het slachtoffer zijn vergeving niet rechtstreeks kan uitspreken, kan hij altijd een symbolisch gebaar stellen, bijvoorbeeld een brief schrijven of ergens iets achterlaten.
Reageren op dit artikel? Dat kan op www.kerkenleven.be