De wonderlijke voyage van een Gentse priester in 1721
Veel is er niet bekend over de Gentse priester, er werd zelfs geen enkele afbeelding gevonden van Michael de Febure. Hoe komt het dat Historische Huizen Gent dan toch de volledige expo Wonderlijke Voyage heeft gemaakt rond zijn figuur? De man leidde een vrij anoniem bestaan, tot hij op het avontuur van zijn leven ging en daar een gedetailleerd verslag van maakte.
Een oratoriaan met een missie
De Febure is in 1721 onderpastoor in Gent en behoort tot de oratorianen, een gemeenschap van apostolisch leven in 1574 gesticht door de Italiaan Philippus Neri die zich inzet voor het volksonderwijs en in de 17de eeuw populair werd in heel Europa.
De priester is nog nooit veel verder geweest dan onder zijn kerktoren, maar op dat moment is er nog weinig dat hem in Gent houdt.
Zijn maitresse is net gestorven en hij krijgt de vraag om chaperon te spelen voor zijn onbezonnen neef die zijn geluk wil beproeven in het Verre Oosten. Bovendien wordt hem een aardige beurs geld beloofd.
Aan boord van de Sint-Pieter
Vanaf de vijftiende eeuw gaan steeds meer Europese handelaars hun geluk beproeven in andere werelddelen, zo ook de Gentse familie Maelcamp. Nadat ze veel fortuin maakten in Spanje en Spaans-Amerika, vinden ze het tijd om andere oorden op te zoeken. De toekomst van de handel met Spanje is op dat moment onzeker geworden en het Verre Oosten lonkt.
Begin 1721 rijpt bij de rijke Maelcamps het plan om op handelmissie te vertrekken naar de westkust van India.
De ondernemers tellen in Amsterdam wat duiten neer voor het fregat Marseillaensche Galleye en herdopen het tot de Sint-Pieter. Het is op hun vraag dat Michael de Febure inscheept als aalmoezenier op de missie.
De bezetting van het fregat is niet min. Op het schip zitten 68 mannen: de kapitein, matrozen, soldaten, trompettiers, een kok en zelfs een 'doctor herbarius'. Daarnaast krijgt die bemanning het gezelschap van koeien, geiten, kippen, tonnen brandewijn, wapens en Spaans-Amerikaanse zilverstukken om op de bestemming te ruilen voor exotische specerijen, rariteiten en textiel.
Zeven maanden enkele reis op zo'n drijvend dorp werden veel momenten van verwondering en euforie, maar ook van spanningen, dronkenschap, ziekte en dood.
De aanwezigheid van De Febure als aalmoezenier was met andere woorden absoluut nodig. Hij moest zorg dragen voor het welzijn van de bemanning en de moraal hoog helpen houden.
Interesse voor wetenschap
Gelukkig voor ons stopt het verhaal niet bij de volgeladen Sint-Pieter. De Febure blijkt namelijk van nature heel nieuwsgierig te zijn én veel interesse te tonen in de wetenschap.
Zestien maanden lang houdt Michael de Febure een reisdagboek bij: een uiterst gedetailleerd document vol waarnemingen en beschrijvingen van het zeeleven en van de nieuwe wereld die voor hem opengaat op de plaats van aankomst.
Dag na dag beschrijft De Febure het verloop van de expeditie en het dagelijkse leven aan boord van de Sint-Pieter. Maar hij kijkt ook verder dan het dek en geeft een bijzondere kijk op de zeefauna, navigatie en weerkunde tijdens de reis. Voor het eerst in zijn leven ziet hij walvissen, zeeschildpadden, albatrossen. Hij maakt er uitgekiende beschrijvingen van die aantonen dat de man al veel kennis heeft uit boeken en publicaties van die tijd. Ook zijn kennis van de navigatie-instrumenten komt van pas op reis én zijn tempertauurmetingen aan boord zijn voor zover bekend de oudste ooit.
Van west naar oost
En dan is het zo ver: de Sint-Pieter stevent af op de kust. Eerst in Kaapverdië om daarna door te varen tot Oost-Indië. En De Febure? Die eenvoudige, Gentse priester kijkt zijn ogen uit. In zijn dagboek schrijft hij:
'Het syn hier al swerte die zich niet veel aantrekken van het zesde gebod en weinig kleren aan hebben. 't Is droef om hoore en noch droevigher sien.'
Zijn verontwaardiging is sprekend voor de Europese kijk op andere culturen in die tijd. De Febure verwondert zich over de armoede van de bevolking en de zwarte slaven in Kaapverdië. Hij beschijft hun schaarse - en dus onchristelijke - kleding en geeft kritiek op de plaatselijke christelijke ordes. Ook wanneer de Sint-Pieter aanmeert op verschillende plaatsen langs de Oost-Indische kust en uiteindelijk in Surat spreekt uit De Febures getuigenis naast verwondering voornamelijk onbegrip en emotie over de voor hem vreemde culturen, zeden en gewoonten.
Leven na de boot
Na de intensieve missie van liefst 16 maanden en 5 dagen vestigt Michael de Febure zich opnieuw in Gent. Met zijn reisvergoeding koopt hij enkele huizen en hij sterft op zijn 92ste.
De Febures reisdagboek lag jarenlang bewaard in de handschriftencollecties van de Gentse Universiteitsbibliotheek, maar bleef zo goed als onbekend. Pas enkele jaren geleden merkte dr. Jan Parmentier, voormalig conservator van de maritieme collecties van het MAS in Antwperne, de kostbare schat op. Hij vatte het plan op om er een hele tentoonstelling rond te maken en werd samen met Kristin Van Damme curator.
Die expo Wonderlijke voyage loopt tot maart 2022 in de Sint-Pietersabdij in Gent.
Alle info op historischehuizengent.be