Woordkracht - Baken van vertrouwen
Op de hoek van de grond waar mijn opa woont, staat een lindeboom met daaraan een kleine Mariakapel. Ze heeft altijd een bijzondere plek gehad in onze familie. Ook al zijn er zoveel kapellen in Vlaanderen, voor ons is het 'hét kapelleke'.
Het doet me mijmeren over al wat Maria daar vanuit die hoek heeft zien gebeuren. Ze zag mijn overgrootouders te voet voorbij trekken in moeilijke oorlogstijden. Ze was vlakbij toen mijn oma en opa hun eigen huis bouwden en mama in de buurt naar school brachten. Nog wat verder in de tijd kwam mijn toekomstige papa verdacht vaak voorbij gefietst in de hoop om een glimp van mama op te vangen. Voor mezelf was de weide en alles omheen de kapel als kind al een wonderlijke plek waar avontuur en mysterie me leken te roepen, de tijd stil stond en alle dagdagelijksheid werd overstegen.
Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en overwoog ze bij zichzelf. Lucas 2,19 - Feest Moederschap van Maria
Wellicht bewaarde Maria dat alles (en nog zoveel meer) in haar hart, zo bedenk ik me met de zondagslezing voor ogen. 'Onze Maria' op de hoek ging niet mee in alle emoties die de diverse omstandigheden opwekten. Ze stond daar. In alle tijden. Standvastig. Als baken van vertrouwen. In Hem. Maar ook in ons.
Ook al laat haar schamele beschutting die kracht niet vermoeden, uit de verhalen die ik meekreeg, blijkt dat vele mensen naar dit hoekkapelletje kwamen en komen. Ook mijn familie. Ook ik. Om iets van houvast te herwinnen. Om aan hernieuwd vertrouwen te bouwen te midden van alle woeligheid die het leven kan binnensluipen. Zodat er iets goddelijks kon ontluiken in hele concrete mensenlevens. Bij de Moeder van God. Bij de Moeder van alle mensen.