Woordkracht - Naar boven
Allebei nog niet helemaal hersteld van ziekte, fietsen we in de richting van opa’s huis waar ook de Onze-Lieve-Vrouw kapel dichtbij ligt. Ze liggen allebei op een berg. Het is bij momenten dus wat klimmen. Dat waren we alweer vergeten. Mara-Lea merkt het ook aan onze tragere tred: “Allez papa, sneller, rij naar boven!” De prachtige wolkenhemel onderweg schenkt gelukkig de moed om door te zetten.
Toen Jezus daar langs kwam, keek hij naar boven. Lucas 19,5 – 31ste zondag door het jaar
Anders dan onze kapel die ‘boven’ op de berg ligt, bevindt Jezus zich in het evangelieverhaal van komende zondag ‘beneden’. Maar hij kijkt wel omhoog. Want daar zit iemand die zijn aandacht wekt: Zacheüs. De positie van de twee verbeeldt voor mij mooi het unieke van wie Jezus is. Spontaan associëren we het goddelijke immers met ‘dat wat boven is’. Jezus heeft het echter naar beneden gebracht. Hij staat beneden. En kijkt niet alleen naar boven om contact te zoeken met zijn Vader. Hij kijkt ook op naar mensen. Zelfs naar die mensen die het naar eigen aanvoelen of in de ogen van anderen niet zouden verdienen.
In de aanloop naar Allerheiligen en Allerzielen kijken ook wij vaak naar boven. Om er God te vinden misschien. Maar voor vele mensen vandaag ook vooral om de mensen die we niet meer bij ons hebben en zo graag zien. Het is een boven waar geen enkele tred ons kan brengen zolang we hier op aarde rondfietsen. Wat zouden we graag hebben dat ze terug naar beneden komen. Het is een zoektocht om ons op nieuwe manieren met hen verbonden te voelen. En blijvend naar hen op te kijken.