Woordkracht - De noveenkaars
De voorbije week op het werk was er een die getekend werd door treurnis en verlies. Iemand deelde over de moeilijke weg die hij de komende tijd zou moeten gaan. Een schoonbroer en papa van vier kinderen werd plotseling weggerukt uit het leven. Een dierbare collega sliep zachtjes in na een moedige strijd.
Sinds het begin van de week staat er een noveenkaars in het midden van onze gezamenlijke eettafel. Hij brandt dag en nacht. Ik ging er een paar keer bij zitten en tuurde gewoon naar het licht.
Zalig de treurenden, want zij zullen getroost worden. (Matteüs 5,4 - Vierde zondag door het jaar)
Misschien voelde ik me wel een beetje zoals de leerlingen die boven bij Jezus op de berg gingen zitten, zoals Matteüs het beschrijft. Want zonder woorden beloofde deze kaars mij ook dat er getroost zal worden. Dat er alleszins veel mensen zijn die willen troosten. Dat er hoop leeft op een bovenmenselijke troost voor het onmetelijke verdriet.
De vaak niet zo zichtbare kwetsbaarheid was plots heel openlijk midden onder ons. Maar zo was ook het Licht.