En Hij zag dat het tof was ~ Christelijk erfgoed in de taal
Als een tiener jou beire, bananas of chill noemt, dan mag je op beide oren slapen. Wij hadden 30 jaar geleden keitof gezegd. Maar als iets toftof was, dan was het erover. Gespeelde vlotheid, geforceerd sociaal gedrag, weet je wel? In die betekenis had het nog maar weinig te maken met de oorsprong van het woord. En die oorsprong mogen we zoeken in de Bijbel.
Het Hebreeuwse woord tov duikt al op in het eerste hoofdstuk van het eerste bijbelboek, Genesis, en meteen 6 keer. Voor elke scheppingsdaad klinkt het: God zag dat het goed was. Niet random goed. Eerder zoiets als in-goed. Volmaakt, uitstekend, mooi, waar. Zo goed als God zelf.
God is op en top tof. Hij is de bron en oorsprong is van al wat echt tof is.
In het Oude Testament komt het woord tov niet minder dan 560 keer voor. Het Nieuwe Testament, dat in het Grieks werd geschreven, gebruikt het woord agathos. Dat komt een 100-tal keer voor. Als liefde de rode draad van de Bijbel is, dan ligt het woord tov daar heel dicht bij.
Gods tof-zijn wordt in Exodus (34,6-7) beschreven als: barmhartig, genadig, lankmoedig, goedertieren, waarheid, vergevingsgezind, rechtvaardig. Met psalm 133 verzuchten we diepgelukkig: Hoe tof is het, hoe heerlijk, als broeders (en zusters) bijeen te zijn!
Wanneer Paulus de christenen in Rome of Efeze goed noemt, bedoelt hij niet dat ze toftof overkomen bij de mensen. Wel dat ze zich, geïnspireerd door de heilige Geest, de gezindheid van Jezus hebben eigen gemaakt, waardoor ze delen in het unieke tof-zijn van God.