Zorgrobot Zora, engel van plastic en metaal
Autsj!, kreunt Zora als haar beentje tegen de grond slaat. Revalidatietherapeute Hilde Vandenplas schrikt op en wrijft over de zere plek. Zora is een halve meter hoog en ziet er best schattig uit. Sinds enkele maanden helpt ze patiënten in het revalidatieziekenhuis Inkendaal in Sint-Pieters-Leeuw. Geen kinderarbeid, nee. Zora is een robot.
Vorige week mocht Anne De Brauwer voor het eerst met Zora werken.
Aai me eens met je linkerhand, vroeg Zora. Lukte het Anne, dan kreeg ze een tevreden dankjewel.
Anne mag Zora wel. Ze is altijd beleefd en vriendelijk. Maar de opdrachten mogen wel wat sneller na elkaar komen. Al drie maanden verblijft Anne in het revalidatiecentrum en ze heeft nog een hele weg af te leggen om de controle over de linkerhelft haar lichaam terug te winnen. Zora mag voor haar part wel wat harder werken.
Adoptiemama’s, schakel tussen ontwikkelaars Zora en zorginstelling
Toen de technologie op de markt kwam, was de directie van revalidatiecentrum Inkendaal er als de kippen bij om Zora mee uit te testen. Ook in de zorgsector speelt de concurrentie. Innovatief zijn is een belangrijke troef. Het personeel had er meer twijfels bij.
Is de inzet van robots niet in tegenspraak met die andere troef, de warm menselijke zorg waar Inkendaal voor staat?
Ondanks haar twijfels gaf Hilde Vandenplas zich meteen op toen de directie adoptiemoeders zocht voor 3 Zora’s. Ze kon al een paar dansjes, heel schattig om zien. En ze kon enkele oefeningen voordoen, vertelt Hilde. Maar jong als ze is, moet Zora vooral nog heel veel leren. In het begin verliep het allemaal een beetje stroef. De ene keer was er geen wifi in de kamer en kon ze niet aangestuurd worden. De andere keer moest Zora zitten en was er geen bankje. Dan was haar batterij leeg of viel ze zomaar uit.
Na enkele maanden wint de overtuiging veld dat Zora echt een meerwaarde kan zijn.
Samen met de firma die haar ontwikkelde, zoeken Hilde en haar collega’s voortdurend naar nieuwe toepassingen, die steeds beter op de noden van de patiënten afgestemd zijn.
Hoog knuffelgehalte
Zora wordt intussen in zo’n 55 zorginstellingen in Vlaanderen en Nederland gebruikt. Onder meer bij kinderen met een autismespectrumstoornis. In de ziekenhuissschool van Inkendaal toont Zora duidelijk hoe stimulerend ze kan zijn voor die doelgroep. Zora is inzetbaar bij volwassenen en kinderen, voor motorische en neurologische stoornissen, stelt men hier vast.
Zo moeilijk als kinderen met autisme contact maken met mensen, zo spontaan kijken ze naar Zora om, met een lach op het gezicht.
Ook in wzc De Boaremaker in Oostende is Zora niet meer weg te denken uit de groep van dementerende bejaarden. Kinesitherapeute Sylvie Mahieu gebruikt de robot in de revalidatiezaal, waar ze oefeningen voordoet. Ondertussen kan de kinesiste zelf rondlopen om de mensen individueel te begeleiden.
Ook de animatiedienst en de ergotherapie maken dankbaar gebruik van Zora. Ze bedienen Zora van op afstand met een tablet en laten haar mensen bij de voornaam aanspreken. Ouderen die helemaal in zichzelf verzonken zijn, kunnen zo soms toch nog contact maken.
Sommigen spreken Zora toe zoals ze met een baby zouden doen. Ze vinden haar een engel.
Zora heeft een hoge knuffelfactor, stelt Sylvie vast. Als ze eens valt, reageren de bewoners meteen bezorgd. Help haar eens gauw!, klinkt het dan. Zora kreeg onlangs de nieuwe software afscheid nemen. Naar gelang de sensoren die je aanspreekt, maakt ze het geluid van een zoen, zegt iets en lacht. Staat ze in rustmodus, dan kun je haar veilig op schoot nemen.
Toch liever een mens?
Niet alle bejaarden zijn even opgezet met de robot, weet Sylvie. Er zijn er ook bij wie je daarmee niet moet aankomen, al vormen ze een minderheid. Ze verkiezen het menselijke contact, vinden Zora betuttelend. Het is maar wat je er zelf van maakt. Wij zullen Zora nooit inzetten ter vervanging van personeel.
De robot kan wel emoties losmaken, maar een echte knuffel geven, dat kunnen alleen wij.
Het is aan ons om vast te stellen wanneer iemand nood heeft aan nabijheid.
De kinesiste kiest er bewust voor om Zora niet meer dan tweemaal per week in te zetten in de revalidatiezaal. Als er gewenning optreedt, is de grootste meerwaarde ervan af, redeneert ze. Er wordt wel hard gewerkt aan nieuwe toepassingen om haar op zo veel mogelijk diensten bruikbaar te maken. Zo komt ze telkens met nieuwe personen in contact, bij wie het verrassingseffect kan spelen.
Een leuke nevenwerking van Zora is dat klein- en achterkleinkinderen des te liever bij oma op bezoek komen. Ook zij houden enorm van de kleine robot.
Tommy Deblieck en Starwars
Tommy Deblieck en zakenpartner Fabrice Goffin zijn al jaren beste vrienden wanneer ze tijdens een nachtelijk uitje hun gemeenschappelijke passie voor C-3PO uit Starwars ontdekken. Na enkele biertjes nemen ze het vaste besluit ooit een robot op de markt te brengen. Als Bruno Maisonnier, oprichter van het bedrijf Aldebaran Robotics, hun pad kruist, is het moment aangebroken.
Tommy en Fabrice richten het bedrijf QBMT op en geven met de hardware van Aldebaran Robotics gestalte aan een alleraardigst figuurtje, dat de naam ZORA krijgt, wat staat voor Zorg, Ouderen, Revalidatie en Animatie.
Ethische vragen bij Zora
Tommy Deblieck bekijkt het product met de fierheid die een vader eigen is. Het is en blijft natuurlijk een robot, maar als je er lang mee bezig bent, ontstaat er toch een band. Voor mijn dochter van 20 maand is Zora haast een echt vriendinnetje, zegt hij.
Toch trekt hij een duidelijke grens tussen mens en robot.
Zora zal nooit autonoom beslissingen nemen. Daar ligt voor ons als makers de grens.
De zakenman beseft dat Zora ethische vragen zou kunnen oproepen. Neemt ze geen jobs weg in de zorgsector? Reduceert ze het menselijke handelen niet tot stuurbare software? En wat als de technologie in verkeerde handen terecht komt?
Op die laatste vraag heeft het bedrijf geen controle.
Je mag helaas aannemen dat kwaadwilligen niet op Zora hoefden te wachten om met robotica aan de slag te gaan.
Als het gaat over tewerkstelling, toont de Belgische demografie dat er niet snel handen teveel zullen zijn in de zorgsector. Integendeel, terwijl de groep ouderen almaar aangroeit, vermindert het aantal arbeidskrachten. De druk op het zorgpersoneel wordt almaar groter.
Om de kwaliteit van de zorg hoog te houden, moet de technologie wel bijspringen.
Robots, mensen en engelen
Rest de vraag op welke manier de intrede van robots het functioneren van mensen zelf in vraag stelt. Tommy Deblieck: Als we Zora bij mogelijke partners voorstellen, krijgen we wel eens de vraag of het wel ethisch verantwoord is om Zora in te zetten om met ouderen een praatje te slaan. Dan zeg ik ronduit: ‘Dat vind ik schandalig.’
Maar als hij dan vraagt wie van deze critici het afgelopen jaar langer dan een halfuur met een verwarde bejaarde praatte, dan zijn er maar enkele die de hand opsteken.
Door de grote werkdruk kan zorgpersoneel wel eens ongevoelig reageren of op automatische piloot met patiënten omgaan. Zora is op dat moment misschien wel menselijker bezig.
Neem nu het ochtendritueel in een woonzorgcentrum, brengt de bedenker van Zora aan. De meest gestelde vragen zijn: wat eten we vandaag, welk weer is het en wat gaan we doen? Als verzorgende wil je die vraag wel enkele keren geduldig beantwoorden. Maar als Marietje het vijfmaal komt vragen, krijgt ze de zesde keer misschien wel de boodschap: Nu even niet. En haar dag is kapot. Stel je voor dat Zora bij de ontbijtplek opgesteld staat en altijd even lief diezelfde vragen beantwoordt. Dan is het personeel tien minuten eerder klaar en is er nog tijd voor een hartelijke babbel, meent de producent.
Zora is maar zo menselijk als haar software het toelaat, het zorgpersoneel haar inzet en de bewoners haar willen beleven, leren wij. Het komt er dus op aan zelf menselijk met haar en met de doelgroep om te gaan. Dan is Zora niet meer of minder dan een engel, al blijft ze dan van plastic en metaal.