Ambrosiaanse ritus schittert in alle kleuren
Wie eind deze maand naar Milaan reist, kan er in de dom die het beeld van het stadscentrum overheerst, kennismaken met een bijzonder kleurrijke ritus. Die wordt al weerspiegeld in de liiturgische kledij van de priester, die niet groen is zoals bij ons, maar lila. Dat is te danken aan de Ambrosiaanse ritus, die hier sinds de negende eeuw wordt gekoesterd en in enkele opmerkelijke liturgische accenten en eigenaardigheden wordt weerspiegeld. Enkele eigenaardigheden dateren uit de periode toen er in de liturgie van het Grieks naar het Latijn werd overgestapt.
Tand des tijds
De Ambrosiaanse ritus wordt voor het eerst in de geschriften van Sint-Ambrosius (340-397) beschreven. De eredienst werd volop gevierd in de tijd van de Karolingers, al gebeurden er ook toen al aanpassingen. En Milaan is niet de enige Italiaanse stad met een specifieke liturgie. Ook Ravenna en Aquileia hadden een eigen ritus. Maar die overleefde de tand de tijds niet. De Ambrosiaanse ritus wordt vandaag nog steeds gevierd, niet alleen in Milaan zelf maar evenzeer in de meeste dekenaten van het aartsbisdom Milaan, enkele parochies van de bisdommen Novara en Lodi en in het Zwitserse kanton Ticino.
Ambrosiaanse ritus
De eigenheid van de Ambrosiaanse ritus wordt niet alleen weerspiegeld in de liturgische kleding:
- De advent start twee weken vroeger en duurt dus zes weken
- het Kyrie eleison wordt meermaals hernomen tijdens de mis, telkens drie keer, maar zonder een Christe eleison
- de voorbereiding van de gaven gebeurt al bij het begin van de eucharistieviering
- het brood wordt voor het Onzevader gebroken
- Aswoensdag wordt niet gevierd omdat er die week een hele week carnaval wordt gevierd
Vrijgevochten van Rome
De Milanezen blijven bijzonder gehecht aan de Ambrosiaanse ritus, die een fundamentele bijdrage levert tot de eigenheid van de stad. Dat dankt Milaan aan het feit dat de opeenvolgende keizers er tussen 286 en 402 resideerden. Ook de aanwezigheid van de eerste christelijke gemeente dateert uit die periode en gaat terug tot de derde eeuw. Toen de keizer vertrok, bleven Milanezen fier op hun ritus en die groeide doorheen de tijd steeds sterker uit tot een instrument om zich van de hoofdstad Rome te onderscheiden. De vrijgevochten Noord-Italiaanse stad heeft geen nood aan keizer noch koning noch president. Zij heeft genoeg aan haar Drie Wijzen, waarvan de beenderen er volgens de overlevering in de zesde eeuw werden bijgezet.
Bron: Katholisch.de