‘Canon dankbare stof voor vak godsdienst’
Levensbeschouwelijke vakken belangrijk voor cultuur- historische kennis, zegt theoloog Didier Pollefeyt
Begin mei stelde een fiere minister Ben Weyts (N-VA) de intussen veelbesproken Vlaamse Canon voor aan het publiek. Ook theoloog Didier Pollefeyt was nieuwsgierig naar wat er zoal te zien was door de zestig ‘vensters’ die de culturele en historische wording van Vlaanderen karakteriseren. Net als de meeste analisten kwam hij tot de conclusie dat de canon tamelijk evenwichtig in elkaar zit, ook al mist iedereen wel een persoonlijke dada. In het geval van Pollefeyt is dat de afwezige pater Damiaan, toch niet alleen ‘Grootste Belg’ maar eveneens exponent van het 19de-eeuwse katholieke Vlaanderen.
“Los daarvan vond ik de canon een goede oefening om de cultuurhistorische geletterdheid van de Vlaming op te krikken”, zegt Pollefeyt.
350 ingrediënten
Een gelijkaardige oefening, maar dan voor de religieuze geletterdheid, werd in 2019 gedaan voor de actualisatie van de leerplannen godsdienst. Daar heten de vensters ‘terreinen’, maar de gelijkenis is treffend. “Verspreid over 17 van die terreinen werden bijna 350 ‘ingrediënten’ vastgelegd die in de loop van het secundair onderwijs aan bod moeten komen. Ze geven leerkrachten meer houvast om hun lessen vorm te geven dan de ietswat vagere leerplannen die dateerden van 1999.”
Het sprak dan ook haast vanzelf om de Vlaamse Canon eens naast de leerplannen godsdienst te leggen. En wat bleek? Voor meer dan de helft van de vensters bestaan er terreinen en ingrediënten uit het leerplan die erbij aansluiten.
“Neem nu het venster ‘begijnhoven’. Het spreekt voor zich dat begijnhoven niet alleen een cultureelhistorisch gegeven zijn, maar ook, of zelfs allereerst, een religieus gegeven. Begijnen waren zelfstandige en zelfbewuste vrouwen, feministen avant la lettre, die ervoor kozen ongehuwd samen te leven om zich sociaal in te zetten vanuit een sterk verinnerlijkte christelijke spiritualiteit. Als leerkracht godsdienst kun je dit venster uit de canon aangrijpen om het te hebben over niet minder dan 33 verschillende ingrediënten uit het curriculum, zoals ‘dienstbaarheid’, ‘beroep en roeping’, ‘spiritualiteit’, om er maar enkele te noemen. Elk van die ingrediënten [node:field_streamers:0] kreeg in het leerplan een korte duiding, zodat het voor leerkrachten duidelijk is wat er precies mee bedoeld wordt.”
Als tweede voorbeeld wijst de theoloog op het venster over het schilderij De intrede van Christus in Brussel van James Ensor. “Op het schilderij verdringen de personages elkaar, je merkt Jezus bijna niet op tussen de massa, gezeten op zijn ezeltje. Je begrijpt er niets van als je het lijdensverhaal van Christus niet kent. Dan ontgaat je ook de maatschappijkritiek in het schilderij volledig.”
Een dankbaar onderwerp dus voor de lessen godsdienst, die Vlaamse Canon. Dat de thema’s zo dicht bij elkaar liggen, is voor Pollefeyt het bewijs dat levensbeschouwelijke vakken in belangrijke mate bijdragen aan de cultuurhistorische geletterdheid in Vlaanderen. En dus het bewijs voor de relevantie van het vak godsdienst, iets wat wel eens in twijfel wordt getrokken door voorstanders van een zogenaamd neutraal levensbeschouwelijk vak. “De canon maakt meer dan ooit duidelijk dat je Vlaanderen niet kunt begrijpen zonder zijn religieuze grondslagen. De website Thomas Godsdienstonderwijs zal systematisch voor het vak relevante elementen uit de canon nemen om uit te werken tot gedegen lesvoorbereidingen”, belooft Pollefeyt, drijvende kracht achter de genoemde website.
Hugo Claus
Dat het godsdienstonderwijs met de canon aan de slag gaat, staat overigens geen kritische benadering van bepaalde vensters of hiaten in de weg. “Neem nu het venster Oostakkerse gedichten van Hugo Claus’. In een godsdienstles kan dat werk aan bod komen, met de kritiek van de auteur op de Kerk van toen, terwijl het ook gekaderd wordt in zijn context en de leerkracht de evolutie in de Kerk kan duiden na het Tweede Vaticaans Concilie.”
Een ander voorbeeld is het venster over het homohuwelijk. “In een klas voor islamitische leerlingen kun je vanuit het vak christelijke godsdienst een standpunt innemen dat verbindend werkt. Ook de katholieke kerk worstelt met haar visie op lgbti+, maar de oprichting van aanspreekpunten ‘Homoseksualiteit en geloof’ door onze bisschoppen toont wel dat in alvast Vlaanderen op dat vlak heel wat beweegt.”