Ook het christendom worstelde met het Christus-beeld [expo]
Sinds 5 mei loopt in PARCUM in Leuven de expo In beeld geboren. Zoals PARCUM wel vaker doet, start de expo vanuit de actualiteit dat er problemen zijn rond beeldvorming en religie. We lieten ons rondleiden door curator Liesbet Kusters.
Jullie starten met krantenartikels en eindigen met een veelheid aan Christus-beelden.
‘Na de actualiteit leggen we de geschiedenis van het Christus-beeld uit. Denk aan de cartoons over Mohammed van het Franse satirische tijdschrift Charlie Hebdo en de problemen met leerkrachten die dergelijke cartoons durven te tonen. Mensen weten niet altijd goed waarom het maken van afbeeldingen van Mohammed in de islam een probleem is.
Het ‘waarom’ blijft vaak achterwege, ook in de media.
Met de expo willen we dat begrip tonen. Bovendien waren er vroeger ook in het christendom veel discussies of het goddelijke afgebeeld mocht worden. Die twee invalshoeken zijn de basis van In beeld geboren.’
Waarom werd vroeger de afbeelding ook in het christendom gecontesteerd?
‘In de 3de eeuw werden de eerste christenen vervolgd. Zij ontwikkelden in het geheim een beeldtaal, een abstracte symbooltaal, die enkel voor ingewijden begrijpelijk was en voor anderen, zoals de Romeinen, voor totaal andere interpretaties vatbaar was. Toen in de 4de eeuw het christendom tot staatsgodsdienst werd uitgeroepen, kreeg het christendom een totaal andere betekenis, mede onder invloed van keizers als Constantijn de Grote en diens moeder keizerin Helena.
De geheime beeldtaal komt letterlijk naar buiten. Dan ontstaat ook de eerste echte christelijke kunst en beeldtaal.
In het oosten evolueert dat naar Byzantijnse kunst, in onze streken naar een niet zo sterke eenheidskunst. Vooral in het Byzantijnse rijk laaien in de 8de-9de-eeuw discussies op over de vraag of men Christus wel mag afbeelden. Het goddelijke kan je niet afbeelden, zegt het Oude Testament, maar als hij menselijk is, wel. De iconodulen zijn pro, de iconoclasten zijn tegen.’
Zijn die discussies vergelijkbaar met het al dan niet afbeelden van Mohammed?
‘Neen. Dat belichten we ook in de tentoonstelling. In het christendom wordt de discussie beslecht in het voordeel van iconodulen. Zij zeggen: Christus is niet alleen goddelijk maar ook menselijk. Uniek voor het christendom, wat geen andere religie heeft, is de triniteit. De idee van drie verschillende gedaanten van één en dezelfde god: God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Voor de iconodulen is Christus de zichtbare, menselijke gedaante van een onzichtbare God, zijnde het beeld. God heeft zichzelf als eerste in Christus als beeld gegeven. Waarom zouden wij dan geen beeld mogen maken, meenden de iconodulen. Het beeld zit vervat in het dogma. Dat is het verschil met de islam, waar Mohammed niet de vleesgeworden Allah is.’
Waar komt het stereotype beeld van Christus vandaan?
‘De Bijbel vermeldt niets over het uiterlijk van Jezus, wel kan je hier en daar iets afleiden van zijn karakter. Mettertijd – en dat is typisch menselijk – probeert men dat beeld in te vullen. Dan ontstaan ook verschillende legenden die iets vertellen over het uiterlijk van Jezus:
- Zo heeft de Heilige Lucas een visioen waarin Maria met het kind aan hem verschijnt en vraagt om een portret van hen te maken.
- Er is de Abgar-legende waar de aan lepra lijdende koning Abgar geneest bij het zien van een doek waarin Jezus zijn gelaat heeft gedrukt.
- En er is de Luntulusbrief, naar de Romeinse stadhouder Lentulus, die in een brief aan de senaat in Rome Jezus beschrijft bij diens passage in Palestina.
Heel belangrijk in dit alles zijn de acheiropoieta, het niet door mensenhanden gemaakte beeld maar een letterlijke afdruk van het goddelijke. Alsof God zelf het beeld en het gebruik ervan toestaat. Waar de Abgar-legende ontstaat in het oosten, wil het westen zijn eigen acheiropoietoi; zijn eigen miraculeuze portret. Zo ontstaat de Veronica-legende. Veronica dekt het gelaat van Jezus af en daar verschijnt zijn heilig aanschijn op. Al die legenden samen geven het beeld van Christus zoals we het vandaag kennen: lang haar, baard, bruine ogen...’
Jullie tonen ook de lijkwade van Turijn, althans een kopie?
‘Ook dat geeft de contouren van hoe Christus eruit zouden hebben gezien. We zijn heel blij dat we de kopie uit de Sint-Gummaruskerk van Lier mogen tonen. Het is de oudste kopie (1516) die er bestaat vóór de lijkwade van Turijn door brand beschadigd raakte. Ze wordt toegeschreven aan Albrecht Dürer of Bernard van Orly, maar zeker is dat niet.’
Mensen hebben blijkbaar nood aan beelden?
‘Het is raar: wat je niet kan vatten, probeer je met iets in te vullen dat je wel kan begrijpen. Doorheen de geschiedenis wordt het beeld ingevuld en opgepikt. Het biedt in de katholieke religie ook een houvast.’
Het jodendom en de islam hebben die nood aan beelden niet?
‘Zij hangen heel sterk aan het woord en doen minder met het beeld, terwijl in de katholieke godsdienst het beeld en het woord op gelijke hoogte staan. Interessant is dat de argumentatie van de inconodulen nog heel actueel is: je mag het beeld niet verkeerd vereren zoals in de idolatrie, maar als verwijzend naar iets. Zoals Ceci n’est pas une pipe van René Magritte: de afbeelding van de pijp is geen echte pijp maar een verwijzing naar een pijp. Toch wordt het beeld soms heel letterlijk ingevuld, zoals in mirakels die aan Maria-beelden worden toegeschreven. Dat is een heel dunne lijn, want wat is het beeld als verwijzing en wat is het beeld zelf?’
Heeft de materie waarmee het beeld werd gemaakt enig belang?
‘Niet echt. In de Byzantijse schilderkunst dacht men wel na hoe men een icoon (op hout) moest opbouwen. De verschillende stadia leggen we in de expo uit. Bijzonder is de link met Maria. Zij wordt op een bepaald moment gelinkt aan het hout van de icoon. Enkel zij mocht voor de iconodulen afgebeeld worden. Zij was immers de zichtbare gedaante van de onzichtbare God. Zij wordt letterlijk omschreven als „de buik” van het eerste beeld. Zij en het hout zijn de drager van het eerste beeld.’
• In beeld geboren, van 5 mei tot 22 oktober. Meer op de website van Parcum.