Commentaar bijbellezing 16/3: ‘Vertoeven in heerlijkheid’ - Saskia Van den Kieboom
Evangelie: Lucas 9, 28b-36 — ‘Laten wij drie tenten bouwen'
In die tijd nam Jezus Petrus, Johannes en Jakobus met zich mee en besteeg de berg om er te bidden. Terwijl Hij in gebed was, veranderde zijn gelaat van aanblik en werden zijn kleren verblindend wit. En zie, twee mannen waren met Hem in gesprek; het waren Mozes en Elia die in heerlijkheid verschenen waren, en zij spraken over zijn heengaan dat Hij in Jeruzalem zou voltrekken. Petrus en zijn metgezellen waren intussen door slaap overmand. Klaarwakker geworden, zagen zij zijn heerlijkheid en de twee mannen die bij Hem stonden. Toen dezen van Hem heen wilden gaan, zei Petrus tot Jezus: ‘Meester, het is goed dat wij hier zijn. Laten wij drie tenten bouwen, een voor U, een voor Mozes en een voor Elia.’ Maar hij wist niet wat hij zei. Terwijl hij zo sprak, kwam er een wolk die hen overschaduwde. Toen de wolk hen omhulde, werden zij door vrees bevangen. Uit de wolk klonk een stem die sprak: ‘Dit is mijn Zoon, de Uitverkorene, luistert naar Hem.’ Terwijl de stem weerklonk, bemerkten zij dat Jezus alleen was. Zij zwegen erover en verhaalden in die tijd aan niemand iets van wat zij gezien hadden.
Commentaar Saskia Van den Kieboom: ‘Vertoeven in heerlijkheid’
Petrus was een arme visser toen hij Jezus leerde kennen. Het leven was misschien niet gemakkelijk, maar met hard en eerlijk werk kon hij voor zijn familie zorgen. Niets deed hem vermoeden dat hij ooit met Gods Zoon in goddelijke heerlijkheid zou vertoeven. Dat gebeurde echter toen Petrus samen met Jacobus en Johannes door Jezus de berg op werd genomen om te bidden. Plots stonden ze oog in oog met de heerlijkheid van God. Het moet overweldigend mooi, vredig en liefdevol geweest zijn, iets wat wij ons nauwelijks kunnen voorstellen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Petrus voorstelde om daar te blijven en drie tenten te bouwen. Maar dat kon niet; dat was niet hoe het moest gaan. Er zou zeker een tijd komen om permanent in de heerlijkheid van God te vertoeven, maar zover was het nog niet. Er moest nog veel gebeuren. Hoewel de goddelijke verschijning zo groots was dat geen enkele aardse realiteit eraan kon tippen, spoorde het Petrus, Jacobus en Johannes aan om op aarde de wil van God te doen. God zei: ‘Dit is mijn Zoon, de Uitverkorene, luistert naar Hem.’
Het was duidelijk dat Petrus, Jacobus en Johannes diep onder de indruk waren van wat er op de berg gebeurde. Ze zouden niet meer twijfelen aan de afkomst van Jezus: Zoon van God. Ervaren wij soms ook een glimp van die goddelijke heerlijkheid? Misschien niet zo uitgesproken als in het bijbelverhaal, maar soms vangen we wellicht toch een klein beetje op. Een fractie waarin alles helder, duidelijk en mooi is, waardoor we zouden willen dat we voor altijd in dat moment kunnen blijven. Wetende dat dat niet kan, maar beseffend dat die korte momenten ons enorm kunnen sterken in onze verdere geloofsweg. Weten dat Jezus er is, dat Hij nooit echt ver weg is. Dat we Zijn aanwezigheid altijd bij ons mogen en kunnen oproepen. Het is een troost, het is het ware voedsel voor de reis naar de bestemming van de permanente goddelijke heerlijkheid. Ik wens u een mooie en goede reis!
Saskia Van den Kieboom is stafmedewerker gezinspastoraal en aanspreekpunt voor geloof en homoseksualiteit.