Commentaar bijbellezing 28/1: ‘Slagzin’ - Erik Galle
(Door een vergissing gingen gisteren de verkeerde Bijbellezing en commentaar online. Hieronder de juiste versie. Onze excuses voor de fout.)
Evangelie: Marcus 1, 21-28
In die tijd kwamen Jezus en zijn leerlingen in Kafarnaüm, en op de eerstvolgende sabbat ging Hij naar de synagoge waar Hij als leraar optrad. De mensen waren buiten zichzelf van verbazing over zijn leer, want Hij onderrichtte hen niet zoals de schriftgeleerden, maar als iemand die gezag bezit. Er bevond zich in hun synagoge juist een man die in de macht was van een onreine geest en luid begon te schreeuwen: ‘Jezus van Nazaret, wat hebt Gij met ons te maken? Ge zijt gekomen om ons in het verderf te storten. Ik weet wie Gij zijt: de Heilige Gods.’ Jezus voegde hem toe: ‘Zwijg stil en ga uit hem weg.’ De onreine geest schudde hem heen en weer, gaf nog een luide schreeuw en ging uit hem weg. Allen stonden zo verbaasd dat ze onder elkaar vroegen: ‘Wat betekent dat toch? Een nieuwe leer met gezag! Hij geeft bevel aan de onreine geesten en ze gehoorzamen Hem.’ Snel verspreidde zijn faam zich naar alle kanten over heel de streek van Galilea.
Commentaar Erik Galle: ‘Slagzin’
Het is of de evangelist Marcus te rade gegaan is bij een bureau op zoek naar een goede slagzin om het evangelie en de figuur van Jezus in de markt te zetten. Zo is het niet gebeurd natuurlijk, daar mogen we zeker van zijn. Maar de baseline ‘een nieuwe leer met gezag’ om het te hebben over Jezus’ verkondiging, heeft alles in zich van een aantrekkelijke slogan.
Het woord ‘nieuw’ springt in het oog.
Dat woord doet wat het moet doen, het steelt onze aandacht. Zovele eeuwen geleden deed het dat blijkbaar ook al. ‘Nieuw’ duidt op een onderscheid ten opzichte van wat tevoren was, van hoe iets vroeger werd aangepakt. Wat Jezus betreft, klopt dit helemaal. Het minste dat je van Hem kan zeggen, is dat zijn komst een verschil maakt, een nieuw verstaan binnenbrengt. Er zit in Jezus duidelijk toekomstmuziek. Hij pakt het – zo staat er – op een andere manier aan dan de Schriftgeleerden.
Waarin bestaat dan die andere manier? Bij Jezus’ optreden als leraar in de synagoge – en dat brengt ons bij het tweede facet van de slagzin – valt het de mensen op hoe Hij spreekt ‘met gezag’. De Schriftgeleerden brachten in hun onderricht ongetwijfeld gezagvolle bronnen naar voren, maar Jezus is hierin anders. Hij blijkt zelf de bron. De enige waar Jezus in zijn leven naar verwijst, is zijn Vader. De mensen die Hem bezig horen, zijn buiten zichzelf van verbazing.
Ze ervaren de sterke band tussen wat Hij zegt en wie Hij is.
Ze zijn er getuige van hoezeer het waar is dat het Woord mens is geworden. De onvoorstelbare eenheid tussen de woorden die Hij spreekt en wie Hij is, is overrompelend. Eigenlijk ontdekken ze dat de nieuwe ‘leer’ geen theorie is die je uit het hoofd kan leren. Die nieuwe leer is iemand, Jezus. Jezus spreekt niet over iets, Hij spreekt zichzelf uit.
Als ik bij mezelf naga welke mensen voor mij als gelovigen gezag uitstralen, dan voel ik verwantschap met de ervaring van de mensen toen in de synagoge. Als mensen door hun woorden en daden naar Christus verwijzen, en dit geen omleiding is naar zichzelf, dan proef ik een soort gezag dat me stil maakt. Als de bronvermelding van hun leven en hun zijn Christus zelf is, dan zit het goed.
Erik Galle is priester en auteur.