De elektriciteit tussen A.-M. Ampère en 'n zaligverklaard student
Met het werk van de Franse fysicus André-Marie Ampère (1775-1836) hebben we op elk moment van de dag te maken: de ampère (A), de eenheid van elektrische stroomsterkte, is naar hem vernoemd.
In zijn persoonlijk leven ging het Ampère minder voor de wind: toen hij 18 was, belandde zijn vader in de nasleep van de Franse Revolutie onder de guillotine. Tien jaar later stierf zijn vrouw, met wie hij één zoon had, Jean-Jacques. Vader Ampère was een devoot katholiek, maar werd door dat drama aan het twijfelen gebracht.
Opmerkelijk is zijn ontmoeting met Frédéric Ozanam, die in 1831 als student bij hem inwoont.
Ozanam zou in 1833 een van de oprichters worden van de Sint-Vincentiusvereniging en in 1997 worden zaligverklaard.
Ozanam schrijft in een brief aan zijn vader: ‘M. Ampère toonde me een zeer aangenaam appartement, waar tot voor kort zijn zoon had gewoond. Hij zei: ik bied je kost en inwoon bij mij aan hetzelfde bedrag als wat je nu in het studentenhuis betaalt. We hebben dezelfde opvattingen, ik denk dat we goed met elkaar zullen kunnen praten.’
Mentor
Ampère heeft de jongeman goed ingeschat: beiden hebben inderdaad heel wat gewoon. Gaandeweg wordt Ozanam dan ook meer dan een inwonende student: hij wordt een vriend van de familie, die zich laaft aan de wijsheid en kennis van Ampère. Ook aan diens geloof, waarmee Ozanam soms worstelt. De gesprekken met vader én zoon Ampère zullen hem daarbij helpen.
Getuige ook een vooral uit die tijd: Frédéric wandelt de St-Etienne du Mont-kerk binnen, waar hij in een hoekje een man in gedachten verzonken ziet bidden: het is zijn huisbaas, André-Marie Ampère. Voor Ozanam is het een confrontatie dat ‘het verheven genie’ zo devoot is, waarna het geloof weer bij hem binnenkwam, ‘zoals olie die van vat tot vat wordt gegoten’.
Frédéric Ozanam zou twee jaar bij de familie Ampère wonen en levenslang contact blijven houden met zoon Jean-Jacques Ampère, die naam zou maken als historicus. Vader Ampère stierf in 1836.