Euthanasie is geen patiëntenrecht
Axel Liégeois en Bert Vanderhaegen zijn beroepshalve al jaren vertrouwd met het euthanasievraagstuk. Axel Liégeois is gewoon hoogleraar zorgethiek en praktische theologie aan de faculteit theologie en religiewetenschappen KU Leuven en stafmedewerker ethiek bij de organisatie Broeders van Liefde. Bert Vanderhaegen is sinds 1996 hoofdaalmoezenier van het Universitair Ziekenhuis Gent en als ethicus verbonden aan verscheidene Ethische Comités in ziekenhuizen en woonzorgcentra.
In een vorige bijdrage vroegen ze zich af welke waarden en grondhoudingen belangrijk zijn wanneer je omgaat met mensen die ondraaglijk lijden. En hoe kunnen we hun lijden verlichten? Deze keer geven ze hun visie op palliatieve zorg bij psychisch lijden, euthanasie als het minste kwaad, zelfbeschikking en het verschil tussen fysisch en psychisch lijden.
Hoe kan palliatieve zorg bij psychisch lijden er uitzien?
Axel Liégeois • Dat is een moeilijke vraag waarover we reflecteren in de Werkgroep palliatieve zorg en psychiatrie van de Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen. Een eerste bouwsteen bestaat ongetwijfeld uit de grondhoudingen die eigen zijn aan de palliatieve zorg, maar ook aan psychologische gespreksvoering en aan de presentietheorie. Ik denk dan aan respect, inleving, mededogen en waarachtigheid.
Een tweede bouwsteen is het zoeken om het leven niet te verlengen, het leven evenmin te beëindigen, maar het leven zo comfortabel mogelijk en het lijden zo draaglijk mogelijk te houden.
Een derde bouwsteen is het respect voor de autonomie en de wensen van de patiënt. Hij of zij bepaalt in grote mate wat op dat moment goed leven en goede zorg is.
Een laatste maar niet onbelangrijke bouwsteen is de spirituele component.
Het is goed dat mensen kunnen werken met hun levensverhaal en bronnen van zinbeleving kunnen ontdekken. Axel Liégeois
Bert Vanderhaegen • Ik ben het idee van crustatieve zorg of schelpzorg wel genegen. Psychiatrische patiënten die alle zorgprogramma’s doorlopen hebben, kunnen baat hebben bij zorg onder de vorm van een uitwendig of exo-skelet zoals van een schaal- of schelpdier. Deze patiënten kunnen niet langer comfortabel functioneren op zichzelf. Ze hangen voor meer welbevinden af van de structuur die de afdeling biedt, met een duidelijke dagindeling geritmeerd door zinvolle activiteiten. Het gaat hier om ondersteuning, bescherming en comfort. Eigenlijk zoals een mantel, maar daar bovenop een steviger dragende structuur, dus van een schelp of schaal.
Zien jullie bepaalde situaties waarin het ingaan op de euthanasievraag bij uitzichtloos psychisch lijden toch het minst mogelijke kwaad is?
Axel Liégeois • We moeten kunnen aanvaarden dat er situaties zijn waarin de zorgverleners geen redelijke alternatieve mogelijkheden meer hebben om de patiënt zin in het leven te laten ervaren. En waarin de patiënt zijn of haar psychisch lijden ondraaglijk en uitzichtloos blijft vinden. In dergelijke situaties kunnen we euthanasie het minste kwaad noemen.
Het is een kwaad omdat doden een grensoverschrijding is. Het is een minste kwaad omdat er geen betere alternatieven meer voorhanden zijn. Euthanasie het minste kwaad noemen, is geen veroordeling van de mensen die om euthanasie vragen of aan euthanasie meewerken. Axel Liégeois
We kunnen er echter niet om heen dat de act van doden een grensoverschrijding is: de waarde van het leven wordt immers beschermd door de fundamentele principes van elke wetgeving, van de mensenrechten, van levensbeschouwingen en religies. Euthanasie is strafrechtelijk geen moord omdat de betrokkene er uitdrukkelijk om vraagt en het onder wettelijk erkende voorwaarden gebeurt.
Het is goed dat we bij euthanasie telkens opnieuw moreel discomfort voelen. Het blijft ons eraan herinneren dat doden een grensoverschrijding is. Pas als we dit niet meer zouden voelen, zou er een immens moreel probleem zijn. Euthanasie is een grensoverschrijding die mogelijks het minste kwaad is. Het is aan ons om het kwaad van de grensoverschrijding zo klein mogelijk te houden door er zo goed of zorgvuldig mogelijk mee om te gaan.
Bert Vanderhaegen • Ik respecteer steeds de gewetensbeslissing van een mens. Indien er met de euthanasievraag op een zeer zorgvuldige wijze is omgegaan, kan ik er inkomen dat deze euthanasie toch het minste mogelijk kwaad was. Ik ben het met Axel eens dat we er wel blijvend moeten bijzeggen dat het toch een kwaad blijft. Je doodt immers geen mens. Dat is het fundament van de beschaving.
De spanning moet dus kost wat kost blijven bestaan tussen enerzijds je doodt geen medemens en anderzijds in deze situatie kon het niet anders. Velen zullen dit echter niet zo zien.
Sommigen zien euthanasie als een patiëntenrecht. Terwijl het dat overduidelijk niet is. Bert Vanderhaegen
Onze liberale maatschappij draagt zelfbeschikking hoog in het vaandel. Waar ligt voor jullie de grens in het kader van de euthanasiekwestie?
Axel Liégeois • Autonomie en zelfbeschikking staan inderdaad voorop in een liberale maatschappij. Maar autonomie is ook een christelijk geïnspireerde waarde. Dat dreigen we als christenen soms te vergeten. In het scheppingsverhaal zijn mensen geschapen naar Gods beeld en gelijkenis, met een vrije wil om verantwoordelijkheid op te nemen en met de opdracht de wereld te onderwerpen als goede rentmeesters. Dit is geen historisch verhaal, maar een verhaal over onze bestaansconditie: de mens is autonoom en heteronoom, tegelijk zelfstandig en afhankelijk, met vrijheid en verantwoordelijkheid. Er zijn dus grenzen aan het zelfbeschikkingsrecht.
Autonomie is niet absoluut maar relatief, omdat er ook nog andere waarden op het spel staan bij euthanasie, zoals de beschermwaardigheid van het leven en de zorgrelatie. Axel Liégeois
Autonomie is bovendien relationeel omdat we autonomie maar gestalte kunnen geven in relatie tot anderen. Daar is de euthanasiewet uiterst smal: de relatie is beperkt tot die tussen arts en patiënt, terwijl het relationeel netwerk van de patiënt meestal ruimer is dan dat.
De keuze voor euthanasie treft niet alleen de patiënt en de arts, maar ook alle andere mensen met wie de patiënt verbonden is, die verantwoordelijkheid voor de patiënt opnemen en voor wie de patiënt verantwoordelijkheid draagt.
Bert Vanderhaegen • We vinden allemaal dat autonomie bijzonder belangrijk is. In een pluralistische samenleving wordt een wereld- en mensbeeld niet meer door iedereen gedeeld. Dan wordt autonomie mee onderdeel in het bepalen van het goede. Vandaar dat we meestal bij een discussie onze zinnen beginnen met Ik vind dat… Zo zeggen we eigenlijk dat iemand anders een totaal andere opvatting kan hebben.
Voor een bepaald deel van de bevolking is het zelfbeschikkingsrecht quasi absoluut. Niets of niemand mag dat in de weg staan. Bert Vanderhaegen
Ik vermoed dat deze tendens zich zal concretiseren in de eis om een soort pil van Drion. Die bestaat overigens bij mijn weten op dit moment nog niet. Waarom zou een arts mogen bepalen of een mens al dan niet een einde aan diens leven laat stellen? Eigenlijk zien sommigen dit als een vorm van paternalisme. Deze pil maakt de arts overbodig.
Mijn grootste vrees is dat onze samenleving niet meer in staat is om met de tragiek van het leven en met het lijden dat inherent deel uitmaakt van het leven om te gaan. Bert Vanderhaegen
Dan bestaat de kans dat zich stilaan een nieuwe definitie van mens-zijn zal nestelen in de harten en de geesten van de burgers. Deze definitie van mens-zijn is niet opgelegd, maar wordt ook niet actief tegengewerkt door de overheid. Deze opvatting groeit spontaan van onderuit. Ik omschrijf deze definitie als volgt: diegene die we als mens moeten beschouwen en die dus ook alle rechten als mens heeft, is hij of zij die de waarde van zijn of haar leven voor zichzelf kan erkennen. Wie dat niet meer kan doen of nog niet kan doen of nooit zal kunnen doen, zal niet meer beschouwd worden als in het bezit van alle rechten die we als mens hebben. Dit betekent dat het recht op leven op de helling zal komen te staan.
Sommigen zullen dit allemaal vergezocht vinden. Maar dat is het helemaal niet. Tijdens voordrachten voor allerlei verenigingen over dit thema stel ik de toehoorders vaak de volgende vraag: Vindt u dat u de mogelijkheid en het recht moet hebben om via een wilsverklaring nu te bepalen dat u geëuthanaseerd moet worden wanneer u later dement zou zijn en bijvoorbeeld uw man, vrouw of uw kinderen niet meer zou herkennen? Ik kan je verzekeren dat keer op keer een grote meerderheid de vinger opsteekt. Waar ligt de grens? Ik heb een eindeloos respect voor de gewetensbeslissing van een mens om euthanasie te verzoeken.
Als christen weet ik mij ook mijn broeders en zusters hoeder. Ik heb de plicht om voor de ander te zorgen of er voor te zorgen dat de ander de zorg krijgt die hij of zij nodig heeft. Bert Vanderhaegen
Als we hier van af stappen, wat moeten we dan doen met de persoon die net een mislukte suïcidepoging achter de rug heeft? Hem of haar helpen om de suïcide alsnog uitgevoerd te krijgen? Of moeten we deze mens zien als iemand in nood voor wie we moeten zorgen? Zorg moet ons antwoord zijn en niet doden.
Of het hebben van een euthanasiewet een goede zaak is, zullen we misschien pas over enkele decennia weten. Ik weet nu al dat er een aantal zorgwekkende tendensen zijn. Bert Vanderhaegen
Vinden jullie dat er een banalisering van euthanasie dreigt?
Axel Liégeois • Er dreigt inderdaad een soort banalisering van euthanasie, hoewel ik dat woord liever zou vervangen door subjectivering. De wettelijke vereisten voor euthanasie op zich zijn moeilijk te objectiveren. Die worden nu door een kleine groep artsen op een zeer subjectieve wijze geïnterpreteerd. Ze bekijken de meer objectieve vereiste van een medisch uitzichtloze toestand te sterk vanuit het subjectieve standpunt van de patiënt: Als de patiënt het lijden als ondraaglijk ervaart, wie ben ik dan om dit niet te respecteren... Dan wordt wellicht met minder overtuiging gezocht of er geen redelijke andere oplossing is dan euthanasie. Maar dit lijkt me een onvoldoende reden om euthanasie bij ondraaglijk psychisch lijden uit de wet te schrappen.
Bert Vanderhaegen • Ik kan het signaal van die 65 professoren, psychiaters en psychologen goed begrijpen omdat ondraaglijk psychisch lijden toch van een andere orde is dan fysisch ondraaglijk lijden. Het vergt bijzonder veel expertise en een zeer zorgvuldige begeleiding vooraleer euthanasie overwogen kan worden. Sommige casussen in de media geven aan dat er getwijfeld kan worden aan de zorgvuldigheid waarmee dit gebeurt.
Ik denk dat die ondertekenaars zich vooral aangesproken weten in hun zorgverlener zijn. Het antwoord op dit type euthanasievragen roept op de allereerste plaats de nood aan zeer verregaande zorg voor deze patiënten op. Daarom pleit ik dus ten zeerste voor crustatieve zorg.
Is het net wel of net niet waardevol dat de euthanasiewet geen onderscheid maakt tussen fysiek en psychisch lijden?
Axel Liégeois • Het is goed om in de euthanasiewet geen onderscheid te maken tussen fysiek en psychisch lijden. Zo wordt psychisch lijden niet gediscrimineerd. Zeker in het verleden, en ook nu nog, wordt het psychisch lijden op vele vlakken gediscrimineerd ten opzichte van fysiek lijden.
Psychisch lijden kan minstens even ondraaglijk en uitzichtloos zijn als fysiek lijden. Axel Liégeois
Bovendien zijn fysiek en psychisch lijden moeilijk te onderscheiden en zeker niet te scheiden. Fysiek lijden veroorzaakt meestal psychische klachten. Psychisch lijden heeft een fysiek substraat in de hersenen en gaat meestal gepaard met fysieke klachten.
Bert Vanderhaegen • De wet maakt wel degelijk een onderscheid tussen beide soorten van lijden. Dat zie je al aan de voorwaarden. Bij ondraaglijk psychisch lijden is er een derde arts nodig, gespecialiseerd in de aandoening of psychiater, en er moet een maand tijd liggen tussen de vraag en de uitvoering. Ik merk ook dat in andere landen waar campagne gevoerd wordt voor het legaliseren van euthanasie men zich beperkt tot terminale patiënten.
Er is wel degelijk een onderscheid.
Het uitbehandeld zijn is veel moeilijker vast te stellen bij ondraaglijk psychisch lijden. Bert Vanderhaegen
Bij fysisch lijden ligt dit toch eenvoudiger voor de arts. Een discussie die trouwens in onze samenleving nog niet gevoerd wordt, is deze omtrent het mentaal lijden. Levensmoeheid is daarvan een voorbeeld. Valt dit onder de wet? Sommigen menen van wel. Dit is allemaal nog niet uitgeklaard. Ondertussen gebeuren wel al uitvoeringen van euthanasie op basis van levensmoeheid.
Er gaan stemmen op voor een wettelijke regeling voor hulp bij zelfdoding. Hoe staan jullie daar tegenover?
Axel Liégeois • Dit vind ik een positieve denkrichting. Euthanasie en hulp bij zelfdoding staan nu reeds heel dicht bij elkaar. Euthanasie wordt volgens de wet uitgevoerd door een andere dan de betrokkene. In het geval van hulp bij zelfdoding is het de patiënt zelf die het leven beëindigt, zij het met de hulp van een ander. Maar de definities zijn helderder dan de praktijk.
Als een patiënt een dodelijke cocktail drinkt die door een arts is klaar gezet, is het dan euthanasie of hulp bij zelfdoding? Axel Liégeois
En is er een verschil of de arts aanwezig blijft tijdens de inname of niet? In Nederland vallen euthanasie en hulp bij zelfdoding onder dezelfde wet en heeft hulp bij zelfdoding bij psychiatrische patiënten de voorkeur boven euthanasie. De Federale Controle- en Evaluatiecommissie en de Orde van Geneesheren in België hebben reeds gesteld dat euthanasie en hulp bij zelfdoding principieel gelijk gesteld mogen worden als de voorwaarden van de euthanasiewet gerespecteerd zijn. Dit houdt in dat hulp bij zelfdoding niet meer strafbaar is als de wettelijke voorwaarden voor euthanasie vervuld zijn.
Omdat één van de voorwaarden is dat die hulp door een arts geboden wordt, is het beter te spreken van medisch begeleide zelfdoding. Naar mijn aanvoelen geniet medisch begeleide zelfdoding bij psychisch lijden de voorkeur boven euthanasie omdat de verantwoordelijkheid nog uitdrukkelijker bij de patiënt ligt. Bovendien maakt dit psychologisch een groot verschil uit voor de uitvoerende arts.
Toch wil ik er op wijzen dat deze medisch begeleide zelfdoding in een sterk contrast komt te staan met de preventie van zelfdoding.
Zorgverleners en arts moeten alles in het werk stellen om te voorkomen dat een patiënt zelfdoding pleegt. Axel Liégeois
Maar als de voorwaarden van de euthanasiewet voldaan zijn, zou de arts mogen helpen bij zelfdoding. Net als bij euthanasie kan een arts hiertoe echter nooit verplicht worden.
Bert Vanderhaegen • Ik denk dat er in wezen inderdaad niet zo heel veel verschil is. De Federale Evaluatie- en Controlecommissie heeft trouwens in één van haar rapporten duidelijk gemaakt dat, alhoewel de Belgische wetgever dit niet geregeld heeft, men het toch op dezelfde wijze zal beoordelen. Op die manier werpt deze commissie zich op als interpretator van de wet en bepaalt ze hoe de wet geïnterpreteerd mag worden.
Een verzoek om euthanasie dat ernstig genomen en geëxploreerd wordt, werkt vaak bijzonder therapeutisch en zorgt voor gemoedsrust bij de patiënt. Wat kunnen we hieruit leren?
Axel Liégeois • Ik denk dat mensen die ondraaglijk psychisch lijden op de eerste plaats vragen naar een erkenning van hun lijden. We kunnen de ondraaglijkheid van hun lijden niet voelen. Dat toch beweren zou vals zijn. We kunnen hen wel ernstig nemen en erkennen als mensen die ondraaglijk lijden. Deze erkenning maakt hun lijden misschien al iets minder ondraaglijk. Maar er is nog een stap verder.
Mensen met een verzoek tot euthanasie dat ingewilligd wordt door hun arts zeggen soms dat euthanasie op dat moment niet meer hoeft. Axel Liégeois
Ze kunnen verder met het vooruitzicht dat euthanasie mogelijk is als ze het lijden niet meer aankunnen. Dit klinkt paradoxaal: voorwaarde voor euthanasie is de ondraaglijkheid van het lijden, maar met een ingewilligd euthanasieverzoek wordt het lijden minder ondraaglijk. Dit zal zeker te maken hebben met het gegeven dat er een uitweg is uit het lijden. Ik denk dat het evenzeer te maken heeft met een officiële erkenning dat hun lijden ondraaglijk is. Hieruit kunnen we leren dat het heel belangrijk is om het verzoek en het psychisch lijden ernstig te nemen, te exploreren en te erkennen.
Bert Vanderhaegen • Dit is een zeer bizar gegeven. Euthanasie als therapeutisch middel? Maar in de praktijk werkt het soms wel zo. Het geeft mensen rust te weten dat als ze vinden dat ze het niet meer aankunnen, ze zelf kunnen beslissen dat het einde moet komen.
Ik denk dat het vooral te maken heeft met het gegeven dat een arts op die manier het signaal geeft aan zijn patiënt dat hij of zij hem of haar niet in de steek zal laten en zelfs bereid is datgene te doen waarvoor deze in eerste instantie kwam aankloppen. In een samenleving waar euthanasie mogelijk is, ligt het voor de hand dat dit gebeurt. Je werkt nu eenmaal met de instrumenten die je hebt. En blijkbaar is euthanasie één van deze middelen.
Het doet echter niets af van het feit dat een vraag naar euthanasie in eerste instantie altijd moet begrepen worden als de vraag ‘zorg voor mij, laat me niet in de steek, bekommer je om mij.’ Bert Vanderhaegen
Ik blijf het moeilijk vinden als men onmiddellijk reageert door na te gaan of de voorwaarden van de wet zijn voldaan. Het eerste antwoord is luisteren naar wat er eigenlijk gezegd wordt.
Uitzichtloosheid is vaak een belevingssymptoom bij psychisch lijden en niet noodzakelijk een teken dat iemand effectief medisch uitbehandeld is. Hoe kunnen we het verschil maken tussen een belevingssymptoom en de objectieve medische toestand?
Bert Vanderhaegen • Ik denk dat psychiaters en psychologen dringend duidelijkheid moeten scheppen over wat er bedoeld wordt als ze zeggen dat een patiënt uitbehandeld is. Dat is aan hen om dit te bepalen of minstens een consensus te zoeken. Als ethicus kan ik daarover niets zeggen.
Axel Liégeois • Uitzichtloosheid hangt samen met een aantal psychiatrische ziektebeelden, zoals depressie en schizofrenie. Mensen lijden in bepaalde situaties vanuit hun psychiatrische problematiek en verliezen inzicht in hun levenssituatie. De pathologie kan hun leven zo beheersen dat ze geen enkele afstand van hun psychiatrische problematiek kunnen nemen.
Ze worden soms door een innerlijke dwang van hun pathologie tot de doodswens gedreven. In deze situaties is een vraag naar euthanasie geen vrijwillige en overwogen keuze voor de dood en tegen het leven. Axel Liégeois
In andere situaties lijden mensen niet vanuit, maar onder hun psychiatrische problematiek. Dan behouden ze inzicht in hun levenssituatie. Hoewel de pathologie hun beleving van de realiteit kan vertekenen en vernauwen, kunnen deze mensen wel een zekere afstand nemen van hun problematiek. Ze kunnen zich bewust worden van de ernst van hun existentiële crisis en indringende vragen naar de zin van hun leven stellen. Ze kunnen zich ontmoedigd en hopeloos voelen en hun levensperspectief verliezen.
Soms vinden ook de arts en de zorgverleners dat bepaalde patiënten nagenoeg geen uitzicht meer hebben. Bij deze mensen is het verzoek om euthanasie beïnvloed vanuit hun pathologie en dus minder vrijwillig en overwogen. Sommige mensen maken echter een balans op van hun leven en komen tot een meer vrijwillige en overwogen keuze voor euthanasie.
Een psychiatrische problematiek kan leiden tot een verminderde wilsbekwaamheid om een keuze voor euthanasie te maken, maar niet altijd.
De wilsbekwaamheid kan evolueren doorheen de tijd. Axel Liégeois
Bestaan er objectieve en wetenschappelijke criteria om de uitzichtloosheid en uitbehandeling van psychisch lijden vast te stellen?
Bert Vanderhaegen • Ook hierover kan ik als ethicus niet oordelen. Maar het concept kwaliteit van leven bevat zowel objectieve als subjectieve elementen. En daar ligt de moeilijkheid. Uiteindelijk zal het steeds de patiënt als individu zijn die bepaalt wat voldoende kwaliteit van leven is.
In een super-diverse en hyper-individualistische samenleving wordt het bijzonder moeilijk om nog iets in te brengen tegen de wens van iemand anders. Bert Vanderhaegen
Axel Liégeois • Er zijn geen objectieve criteria om de uitzichtloosheid en de onbehandelbaarheid van het psychisch lijden vast te stellen. Dat betekent niet dat we volledig aan de subjectiviteit overgeleverd zijn.
We kunnen proberen op basis van een wetenschappelijke methodiek en goede praktijken te komen tot meer objectiviteit in de subjectiviteit. Axel Liégeois
Zo kunnen we zorgvuldigheidsvereisten formuleren voor het beoordelen van een verzoek tot euthanasie bij psychisch lijden. Deze zorgvuldigheidsvereisten zijn absoluut noodzakelijk. De euthanasiewet is namelijk op de eerste plaats geschreven voor euthanasie bij fysiek lijden in een terminale situatie. Met één paragraaf die twee bijkomende voorwaarden stelt, wordt de toepassing van euthanasie verruimd naar een niet-terminale situatie en dus naar psychisch lijden. De algemene voorwaarden en deze twee bijkomende voorwaarden volstaan niet om de grote complexiteit van euthanasie bij patiënten met een psychiatrische aandoening in een niet-terminale situatie te vatten. De voorwaarden schieten voor deze doelgroep tekort in zorgvuldigheid.
De Centrale Supportgroep Euthanasie bij de organisatie Broeders van Liefde heeft een poging ondernomen om dergelijke zorgvuldigheidsvereisten te formuleren. Daarbij konden we een beroep doen op de Richtlijn omgaan met het verzoek om hulp bij zelfdoding door patiënten met een psychiatrische stoornis van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. Deze richtlijn gaat niet over euthanasie, maar over hulp bij zelfdoding. Beide zijn nauw aan elkaar verwant. Bovendien zijn de voorwaarden van de Nederlandse en de Belgische euthanasiewet zeer gelijklopend.
Op basis van deze gelijkenissen heeft de Centrale Supportgroep Euthanasie bij de organisatie Broeders van Liefde in 2014 Zorgvuldigheidsvereisten voor euthanasie bij patiënten met een psychiatrische aandoening in een niet-terminale situatie uitgewerkt. Elke voorwaarde van de Belgische wet wordt aangevuld met bijkomende zorgvuldigheidsvereisten specifiek voor psychisch lijden. Op die manier proberen we te komen tot grotere objectiviteit in de beoordeling van uitzichtloosheid en onbehandelbaarheid. Dit betekent eigenlijk het ontbreken van een redelijk behandelperspectief.
Een redelijk behandelperspectief moet voldoen aan drie voorwaarden. Er moet zicht op verbetering zijn bij adequate behandeling. Dit moet er zijn binnen een overzienbare termijn. En met een redelijke verhouding tussen de te verwachten resultaten en de belasting van de behandeling voor de patiënt. Axel Liégeois
Ook deze drie voorwaarden kunnen verder geconcretiseerd worden aan de hand van criteria. Door in overleg tussen de verschillende betrokken partijen - artsen, andere zorgverleners, patiënt en ook naastbetrokkenen - deze voorwaarden en criteria te bespreken en te evalueren, neemt de zorgvuldigheid toe.
Dit lijkt me de beste weg om met de problematiek om te gaan: de vraag ernstig nemen en toetsen aan zorgvuldigheidscriteria, maar tegelijk ook blijven opteren voor het leven en zoeken naar alternatieven om het psychisch lijden draaglijk te houden. Axel Liégeois
Vaak hoor je dat de uitweg van euthanasie - een zachte dood - ervoor kan zorgen dat iemand niet overgaat tot suïcide - een eveneens zelfgekozen, maar vaak gewelddadigere dood die voor de nabestaanden ook nog eens traumatiserend werkt. Wat vinden jullie van deze redenering?
Axel Liégeois • Dit argument houdt volgens mij steek. Ongetwijfeld is een medisch begeleide dood door euthanasie een meer menselijke, minder gewelddadige en minder traumatiserende dood dan sommige zelfdodingen. Het is mogelijk dat iemand die zelfdoding wil plegen, dit uitstelt omdat hij of zij weet dat er een zachtere dood mogelijk is door euthanasie. Maar de inhoudelijke en procedurele voorwaarden voor euthanasie bij psychisch lijden zijn strenger dan bij zelfdoding.
Bij suïcide zijn geen regels en de betrokkene beslist alles zelf. Niet iedereen die zelfdoding wil plegen, zal bijgevolg een verzoek tot euthanasie ingewilligd zien. Dat houdt juist een kans in. Bij euthanasie zijn er voorwaarden die door de betrokkene en de arts samen in meerdere gesprekken en gespreid in de tijd geëxploreerd moeten worden. Op die manier wordt er getemporiseerd, gewerkt aan de problematiek en kan er gezocht worden naar andere uitwegen uit het psychisch lijden.
Bert Vanderhaegen • Ik begrijp deze redenering wel. Toch wordt hiermee de arts de gegijzelde van elke patiënt die dreigt met zelfmoord als hij of zij niet geholpen wordt. Op die manier is ook de grens weg tussen euthanasie en suïcide. Euthanasie moet weloverwogen zijn. Misschien zullen sommige suïcides dit ook zijn. Maar we interpreteren deze pogingen toch altijd als een oproep tot hulp en zorg en niet als Laten we het zelf doen, maar dan beter.
Lees welke houdingen en waarden belangrijk zijn in het omgaan met ondraaglijk lijden.