Expo Windstoot in vijf wervelend beperkte kunstwerken
Van 25 maart tot 1 oktober loopt in het Museum Dr. Guislain in Gent de tentoonstelling De Windstoot. Over de macht van de beperking. Het is het slotakkoord van een traject van ruim drie jaar, waarbij het Kortrijkse Kunstencentrum Wit.H kunstenaars met en zonder mentale beperking uitnodige om op de een of ander manier samen te werken.
„Het haalt kunstenaars weg uit hun biotoop, knipt hen los van hun eigen oeuvre. We geven hen ook telkens een thema mee", vertelt directeur Luc Vandierendonck. „Dit keer dus macht en onmacht. Wie bepaalt wat? In welke mate geeft inclusie mensen met een beperking werkelijk de macht om hun eigen parcours door het leven en de zorg uit te stippelen?"
Rode draad werd het beeld van het narrenschip
„In de middeleeuwen werden mensen die op de een of andere manier afweken van de norm, op een schip naar een eiland gezet", zegt Luc Vandierendonck. „In poëtische teksten werd dat later 'Het narrenschip'. Het was een extreme vorm van uitsluiting, maar het moet ook plezierig geweest zijn op dat schip, onder gelijkgezinden." We verkennen het thema aan de hand van zes werken, zes artistieke dialogen.
1. Het affichebeeld: Lien Anckaert en Lara Breine
De expo ontleent zijn titel aan een werk van Léon Spilliaert. „Je ziet een vrouw op de dijk, de wind in haar haren, maar tegelijk straalt ze een enorme onmacht uit" zegt Luc Vandierendonck.
Ze schreeuwt, maar haar boodschap bereikt ons niet
Het affichebeeld is onstaan in de samenwerking tussen professioneel kunstenaar Lara Breine (°1992) en Lien Anckaert (°1989), actief in kunstwerkplaats De Zandberg. „Ze bogen zich samen over tal van vragen. Wat is vrouw zijn? Wat betekent het om een vrouwelijk kunstenaar te zijn", zegt Els Vermeersch, artistiek medewerker bij Wit.H. „Lien is gefascineerd door Léon Spilliaert en door Félicien Rops, vandaar dit werk dat rechtstreeks op De Windstoot geïnspireerd is. Lara en Lien legden hun tekeningen letterlijk op elkaar."
2. Een film: Ilke De Vries en Shérazade Gharbi
Een huis in de jungle voor haar vriend en haarzelf, een grote badkamer waarin je gesprekken kan voeren, een schare musicerende kinderen en kleinkinderen. Shérazade Gharbi schreeuwt haar dromen uit in levendige, felgekleurde potloodtekeningen.
Onrust, angst en een mentale beperking maken dat die dromen nooit realiteit zullen worden.
Met dat gegeven gingen Gharbi en de Antwerpse videokunstenaar Ilke De Vries (1981) aan de slag. In een zelfgeschilderd decor, dat verwijst naar de tekeningen, speelt Gharbi scènes uit haar leven. Ze poseert met een papieren geliefde, maar krimpt ook in elkaar in haar eigen gevangenis van de angst. Daarnaast toont ze wat haar desondanks overeind houdt.
Meditatie en gebed brengen haar innerlijke rust.
Vandaar de titel van de bijzonder aangrijpende film, La recherche du silence total.
3. Een levensverhaal: Sylvain Cosijns & Jan Geldhof
Wanneer Sylvain Cosijns (1932-2020) in 1986 in Mariaheem in Zwalm komt wonen, is hij 54 jaar oud. Zijn leven speelde zich tot dan toe af in het huis van zijn ouders. „Hij sprak nauwelijks. Wellicht had hij als kind een hersenvliesontsteking gehad. Zijn moeder verstopte hem wanneer er bezoek kwam", vertelt Els Vermeersch. „Toen zijn ouders overleden, bleef hij alleen achter, tot de buren alarm sloegen."
Mariaheem had een kunstatelier en kunst slaagde erin om Sylvain Cosijns een stem te geven. „Hij ontwikkelde al snel een heel eigen stijl, die je nooit moe raakt. Zijn werk wordt internationaal verzameld", zegt Vermeersch. „Hij stierf bij de start van het traject voor De Windstoot en zijn werk werd aan het Museum Dr. Guislain toevertrouwd."
In de expo wordt een selectie uit zijn werk vergezeld van zijn kunstenaarsverhaal, geschreven door Jan Geldhof, die Cosijns in 1993 leerde kennen toen hij artistiek begeleider werd bij Mariaheem.
4. Een corona-erfenis: Irène Gérard & Michiel de Jaeger
Irène Gérard (1958) kwam na jaren in een maatwerkbedrijf terecht in Le"S" Grand Atelier in Vielsalm, kunstenaar Michiel de Jaeger is er begeleider. „Tijdens de lockdown bezocht hij kunstenaars met een beperking thuis. „Hij is een verzamelaar en bracht voor haar vintage Artis-Historiaprenten van soldaten mee", zegt Els Vermeersch.
Gérard portretteert en deconstrueert gezichten, zoals Picasso en Braque.
„Dat deed ze ook met de gezichten van de soldaten. De Jaeger tekende verder op haar werk, voegde kleuren toe. Het werk heet Le Gueules Cassées, zoals men in de Eerste Wereldoorlog soldaten noemde die verminkt geraken in het gezicht. De Jaeger en Gérard noemen zich dan weer soldaten van de schoonheid."
5. Een reactie op de collectie: Honoré d'O & Gerard van Lankveld
Halverwege het traject ontstond het idee om ook werken uit de collectie van het Museum Dr. Guislain op te nemen in De Windstoot. „Kunsten en erfgoed moeten samenwerken, maar vaak beperkt het zich ertoe dat een van de partners de andere een paar duizend euro stort en zijn logo mailt", zegt Luc Vandierendonck van Wit.H. „Wij hielden het voorbije jaar een dag per week kantoor in het museum. Het is niet meer zo dat wij kunst maken, en zij ze tonen. Alles begon door elkaar te lopen, waarbij ook de publiekswerkers, die normaal pas helemaal op het einde betrokken raakten, bijdroegen aan de expo."
„Wij worstelen met onze collectie", zegt Bart Marius, artistiek directeur van het Museum Dr. Guislain. „Als museum heb je een kunstenorganisatie nodig om je te bevragen, over die collectie en over hoe inclusief te zijn. We zijn een museum over psychiatrie, we gaan er soms gemakshalve vanuit dat we automatisch inclusief zijn, maar dat klopt niet."
De Nederlandse outsiderartiest Gerard van Lankveld (°1943) kroonde zichzelf tot keizer. Zijn imaginaire rijk had hij naar eigen zeggen nodig om stand te houden in de echte wereld. „Ik ben nooit zo ver gegaan, maar ik snap het heel goed, dat je daartoe komt vanuit een bepaalde gevoeligheid, wanneer de maatschappij niet op je vragen antwoord en je wat jij weet en inziet, niet gezegd krijgt", zegt Honoré D'O (°1961).
Ik besliste daarom om ook een rijk te creëren.
Honoré D'O doet dat op maat van een kleine ruimte in het museum. De horizon is een plank, gevuld met de minutieus gebouwde apparaten van Van Lankveld. Diens keizerlijke scepter wordt gepresenteerd op een bed van isomobolletjes. „Tegenover het materiële probeer ik immers het spirituele, het geestelijke, dat we niet kunnen grijpen, te plaatsen", zegt hij.
Aan de muur hangt een schijf die je aan het draaien kunt brengen, waardoor opnieuw isomobolletjes een voortdurend veranderend landschap vormen. „En het strottenhoofd van mijn een van de figuren die ons rijk bevolken, verving ik door een mechaniek zoals degene die Van Lankveld gebruikte. Zo vertolk ik zijn stem."