Hans Van Wichelen, aalmoezenier bij Defensie, wordt zondag diaken
In de militaire eenheden in Brasschaat, Tielen, Schaffen en Burcht begroeten ze hem als padre, de man die luistert wanneer het even moeilijk gaat. Vanaf zondag is Hans Van Wichelen diaken en heeft hij er een nieuwe eenheid bij: de pastorale eenheid Heiligen Jacobus en Antonius Kapellen-Brasschaat.
Dat Hans’ diakenwijding in de Sint-Romboutskathedraal in Mechelen militaire accenten zal bevatten, is niet meteen verwonderlijk. De plek waar de viering plaatsvindt, is dat wel. Want hoewel hij voortaan op zondag de geloofsgemeenschap in het Antwerpse Brasschaat zal dienen, maakt Hans als voltijdse aalmoezenier bij Defensie deel uit van het bisdom bij de Krijgsmacht. Zoals bekend hangt dat bisdom af van het aartsbisdom Mechelen-Brussel.
Het is dan ook aartsbisschop en legerbisschop Luc Terlinden die hem tot diaken zal wijden.
Hans’ vrouw Gaëlle en hun twee zonen Alexander (17) en Maxime (14) zullen vanop de eerste rij toekijken. De jongste zelfs als misdienaar. ‘Het geloof is een ongelooflijke verrijking in mijn leven. Ik geniet alle steun van mijn gezin’, zegt Hans. In hun kielzog ook een afvaardiging uit de pastorale eenheid Heiligen Jacobus en Antonius Kapellen-Brasschaat, de plek waar hij stageliep, acoliet was en waar hij nu als diaken aan de slag gaat. ‘Weliswaar beperkt’, benadrukt hij. ‘Voorlopig enkel op zondag, want de geopolitieke kaarten liggen er momenteel onvoorspelbaar bij. Ik kan elk ogenblik worden opgeroepen om op missie te vertrekken. Toch hoop ik ook in de pastorale eenheid dienstbaar te kunnen zijn op wezenlijke momenten.’
Moeilijke momenten
Serving those who serve is de kern van Hans’ roeping. Er zijn voor, en in dienst staan van anderen die eveneens de samenleving dienen. Hans beschouwt het dan ook als een voorrecht om militairen bij te staan, te motiveren en te inspireren. ‘Uit eigen ervaring ken ik maar al te goed de moeilijke momenten zowel op het terrein als tijdens de buitenlandse operaties.
Je dienstbaar opstellen, is dan geen opoffering, veeleer een privilege.
Hans Van Wichelen groeide op in Ekeren Donk, waar hij de Geest pas in het zesde leerjaar op zijn kamerdeur hoorde kloppen. Zowat iedereen in de klas bereidde zich immers voor op het vormsel - hij niet. Het werd het startpunt van een lange verkenningstocht, want noch hij, noch zijn tweelingbroer hadden hun eerste communie gedaan. ‘Gelukkig was er zuster Théresita, een tachtigjarige kloosterlinge die ons meenam op een tocht van intensieve catecheselessen. Een geslaagde missie, want daardoor konden we alsnog onze eerste communie doen en vervolgens ons vormsel ontvangen.’ Die queeste bracht hen zelfs zodanig tot geloof, dat ze beiden misdienaar werden. Tot enkele jaren later de sportactiviteiten voorrang kregen.
Verdiept in de Bijbel
‘Pas rond m’n dertigste kwam daar verandering in’, vervolgt Hans. ‘Ik was beroepsmilitair en verdiepte me opnieuw in de Bijbel.
Ik voelde mijn geloof groeien en wilde dan ook meer.
In 2015 maakte ik de overstap naar het godsdienstonderwijs. Ik beleefde er vijf mooie jaren, maar toen er een vacature kwam voor een militair aalmoezenier in de provincie Antwerpen keerde ik terug naar Defensie. Het beste van twee werelden kwam daar voor mij samen.’
Hans is dus legeraalmoezenier én vanaf zondag ook diaken. ‘Ik voelde dat God me al die tijd leidde’, zegt hij. ‘Ik kon dus niet anders dan mijn roeping volgen, ondanks momenten van twijfel. Ik wil de mensen meenemen en hen de schoonheid van het geloof tonen. De positie van de leek zal daarbij prominenter aanwezig zijn en ik hoop stiekem ook die van de vrouw. Het diaconaat voor vrouwen zou een ongelooflijke stap voorwaarts betekenen.
Ik denk zelfs dat mijn vrouw meteen kandidaat zou zijn.
Mijn geloof is vooral door hen gestimuleerd. Neem nu die blik van Maria, de Moeder Gods. Ze ontroert me telkens weer. Zij brengt ons samen. Eind mei vertrek ik op militaire bedevaart naar Lourdes. Daar verzamelen 13.000 militairen. In het licht van de huidige geopolitiek krijgt dat een bijzondere betekenis. Verbroedering is immers belangrijk voor een standvastige vrede.’