Heer, leer ons bidden
#96 Laat ons niet los
Goede God,
die roept – en wij komen
die spreekt – en wij luisteren
die een weg baant – en wij volgen.
Behoed ons
en kom als wij tot U spreken,
volg ons als wij onze eigen weg gaan.
Laat ons niet los,
maar breng ons nader tot U,
door Jezus Christus, uw Zoon en onze Heer.
Angela HOLLEBOOM
Angela Holleboom (°1956) studeerde theologie in Utrecht en trad in bij de zusters Clarissen te Megen in de Nederlandse provincie Noord-Brabant waar ze ondertussen tot abdis verkozen werd. Ze vertaalde de geschriften van Clara van Assisi in het Nederlands (CLARA VAN ASSISI, Geschriften, leven, documenten, Haarlem, Gottmer, 1996).
In: Jan STUYT, Angela HOLLEBOOM, Tini BRUGGE, Esther ZONJEE, Charlotte DEN TOONDER, Marinus VAN DEN BERG, Jeroen DE WIT, Paul VLAAR en Paul VERBEEK, Bidden thuis. Geloven in huiselijke kring, Baarn, Adveniat, 2021, 51.
#95 Ik vertrouw dat Gij voor mij de waarheid zijt
Ik prijs U, mijn Vader,
voor het verlangen naar waarheid,
dat Gij diep in mij hebt geplant.
Het laat zich niet paaien
door nietszeggende beloftes,
eenvoudige oplossingen
en lege frasen.
Ik vraag U, mijn Vader,
dat Gij met mij
naar de waarheid van mijn leven kijkt,
naar al het echte en al het foute,
naar al het ware en al het leugenachtige,
naar alle volheid en alle leegte.
Ik vertrouw U, mijn Vader,
dat Gij in mijn leven binnentreedt,
met uw licht mijn duisternis verlicht
en voor mij de waarheid zijt,
die al mijn verlangens zal vervullen.
Dörte SCHRÖMGES
Dörte Schrömges (°1969) studeerde theologie en pedagogie. Veertien jaar lang leidde ze in het Duitse Ehreshoven, ten oosten van Keulen, de noodhulp en liefdadigheid bij de Commanderie van de Orde van Malta. Sinds 2022 is ze daar verantwoordelijk voor de pastoraal. Samen met Georg von Lengerke, de kapelaan van de Orde van Malta, gaf ze een uitstekende verzameling van gebeden uit voor jongeren. Hun publicatie verscheen in de serie van Youcat, een toegankelijke jongerencatechismus die in 13 talen werd aangeboden op de Wereldjongerendagen van Madrid in 2011.
In: Dörte SCHRÖMGES en Georg von LENGERKE, Youcat. Gebedenboek voor jongeren. Uit het Duits vertaald door Tom ZWAENEPOEL, Tielt, Lannoo, 2013, 24.
#94 Vader, Zoon en heilige Geest, wees onze hoop
In uw Naam vragen wij,
Vader van alle mensen,
zegen onze pelgrimstocht naar U.
Ook als we vervreemd zijn van elkaar en van onszelf:
Gij zijt onze thuis!
In naam van Jezus
uw Zoon en onze Broeder:
laat Hem onze tochtgenoot zijn ten einde toe.
Hij die de weg, de waarheid en het leven is,
die onze hoop op verlossing is!
In naam van de heilige Geest,
die onze Vertrooster en Genezer is
mogen wij zeker zijn van U:
Gij laat ons nooit alleen!
Vader, Zoon en heilige Geest,
met het teken waarmee wij ons bekruisen
belijden wij:
Wij zijn uw broze, geliefde kinderen,
Gij zijt sterker dan de dood.
Wees dan onze hoop,
ook in de diepste duisternis.
Iny DRIESSEN
Iny Driessen (1961-2015) studeerde Bijbelse filologie en godsdienstwetenschappen. Al erg jong begon ze kinder- en jeugdboeken te schrijven. Later volgden columns en boeken over geloof, spiritualiteit en gebed. Samen met haar man leefde ze nauw verbonden met de zusters karmelietessen van Vilvoorde. Ze gaf vele conferenties en retraites. Toen dat onmogelijk werd door een ernstige immuniteitsziekte, ging ze zich nog meer toeleggen op het schrijven via internet en publicaties. Heel wat uitgaven rond spiritualiteit en geloofsvorming ontstonden in nauwe samenwerking met kardinaal Godfried Danneels.
In: Kardinaal Godfried DANNEELS en Iny DRIESSEN, Over de drempel. Bidden in de ochtend en de avond, Antwerpen - Baarn, Halewijn - Adveniat, 2013, 449-450.
#93 De dood bezit geen macht
Nooit ben ik laf geweest,
noch beefde ik ooit in 't wereldse getij:
nu zie ik onbevreesd
de glorie van het einde vlak voor mij.
O God, die mij bewoont,
almachtige eeuwige aanwezigheid,
het leven heeft getoond
dat ik in U, Gij in mij blijvend zijt!
Wat maken woorden uit?
Vergeefs de vorm, die nooit uw wezen vat,
vergeefs als dorrend kruid,
vergeefs als schuim dat van de golven spat.
Geen twijfel kwelt een ziel
als pijn en angst voorgoed verdreven zijn;
waar zo het anker viel
in vaste grond, kan sterven léven zijn.
O liefde, die omspant
het eeuwig zijn, het worden, het verval,
Gij houdt ook mij in stand,
Gij zijt het niets en tegelijk het al.
Zo aarde en mens verdween,
als zon en sterren zouden zijn vergaan,
en Gij waart gans alleen,
dan nog zou elk bestaan in U bestaan.
De dood bezit geen macht,
noch in de geest, noch in het lijflijk graf:
Gij – wezen, adem, kracht,
Gij zijt en blijft, nooit neemt uw straling af.
Emily BRONTË
Emily Brontë (1818-1848) werd geboren uit literair begaafde ouders. Haar papa was dominee van de Church of England in het Engelse Yorkshire. Toen die vroeg weduwnaar was geworden, onderwees hij zijn kinderen thuis en bracht hen de liefde voor het schrijven bij. Op haar dertiende werd Emily naar Brussel gestuurd om er te studeren. Emily had net als twee van haar zussen een groot talent voor poëzie. Ze schreef de roman Wuthering Heights, een klassieker van de Engelse literatuur. Toen ze op jonge leeftijd kanker kreeg, behield ze haar levenslust en haar hulpvaardigheid.
Het bovenstaand gebed ‘No coward soul is mine’ is haar meest bekende gedicht. Arend Mooij vertaalde deze tekst in het Nederlands onder zijn pseudoniem Arend Marja in het literaire tijdschrift Maatstaf.
In: Emily BRONTË, The Complete Poems of Emily Jane Brontë. edited by Clement SHORTER, collected by Charles William HATFIELD, London, Hodder and Stoughton, 1923, 55-56. Uit het Engels vertaald door A. MARJA in Maatstaf 5 (1957-1958) 385-386.
#92 Lieve God, verruim alstublieft ons hart om lief te hebben
Toegegeven, we zijn gek.
En we zouden willen dat we met meer waren.
Wat we doen voor onze broeder,
is hem voedsel en onderdak bieden
en hoe meer we het doen,
des te meer we merken dat het enige dat telt, de liefde is.
Wat we zouden willen doen
is de wereld veranderen:
het voor mensen een beetje eenvoudiger maken
om zich te voeden, te kleden en onderdak te vinden.
Tot op zekere hoogte kunnen we de wereld veranderen;
op deze verstoorde aarde kunnen we zorgen voor een oase:
voor een kleine cel van vreugde en vrede.
Daartoe moeten we strijden voor betere werkomstandigheden
en opkomen voor de rechten van de arbeiders, de berooiden en behoeftigen,
kortom voor de rechten van allen die – met of zonder reden – arm zijn.
We kunnen zelf een steentje in de vijver gooien
en erop vertrouwen dat de kring errond steeds groter zal worden
en eens de hele wereld zal bereiken.
Nogmaals, we kunnen niets anders doen dan liefhebben,
en, lieve God, verruim alstublieft ons hart
om elkaar lief te hebben,
om onze naaste te beminnen,
zowel onze vijand als onze vriend.
Dorothy DAY
Dorothy Day (1897-1980) was een Amerikaanse journaliste en activiste. Tijdens haar turbulente studentenjaren was ze atheïstisch en radicaal-links en belandde ze voor de eerste keer in de gevangenis. Nadien ging het contact met rechteloze arbeiders haar steeds dieper raken en ze kwam in contact met de katholieke kerk.
In 1933 liet ze zich dopen en samen met Peter Maurin stichtte ze The Catholic Worker Movement, een pacifistische beweging voor armen en daklozen. Zelf werd ze hoofdredacteur van The Catholic Worker, een eigen tijdschrift voor de emancipatie van armen vanuit de sociale leer van de kerk. Ze ging wonen in een arme wijk van New York en zette de deur wijd open voor daklozen en verslaafden, wat in vele steden werd nagevolgd in zogenaamde ‘houses of hospitality’. Dorothy Day werd nog vaak opgepakt, maar ze bleef heel haar leven trouw aan haar sociale, pacifistische politieke overtuigingen vanuit het evangelie. Het gebed hierboven komt uit haar editoriaal van The Catholic Worker van het jaar 1946.
In: Dorothy DAY, Love is The Measure, in: The catholic Worker, juni 1946, 2. Uit het Engels vertaald door Lode AERTS.
#91 Heer, zegen hen die vreugde brengen in mijn laatste dagen onderweg naar U
Zegen, Heer, de mensen die mild zijn
voor mijn weifelende stap en mijn bevende hand.
Zegen, Heer, de mensen die beseffen
dat mijn oren moeite moeten doen om hen te verstaan.
Zegen, Heer, hen die weten dat mijn ogen troebel zien
en dat mijn verstand vertraagt.
Zegen, Heer, hen die mij niet aanstaren
wanneer ik van vermoeidheid mijn koffie mors.
Zegen hen, Heer, die blij gezind wat tijd maken
om een praatje met mij te maken.
Zegen hen, Heer, die de kunst verstaan
om herinneringen van vroeger op te halen.
Zegen hen, Heer, die me nooit verwijten
dat ik op één dag twee keer hetzelfde vertel.
Zegen hen, Heer, omdat ze mij laten voelen
dat ik bemind, gerespecteerd en omringd word.
En zegen hen, Heer, die door hun genegenheid
vreugde brengen in mijn laatste dagen onderweg naar U.
Esther Mary WALKER
Esther Mary Walker (1911-2005) werd geboren in Prior Lake, een plaats in de Amerikaanse staat Minnesota. Ze studeerde voor verpleegster en deed veel medisch en kerkelijk vrijwilligerswerk. Toen ze in het jaar 1958 haar bejaarde vader verzorgde, schreef ze het bovenstaand gebed. Het jaar erop publiceerden de Mary Knoll Fathers haar tekst als Beatitudes for Friends of the Aged, moderne zaligsprekingen dus voor vrienden van bejaarden. Het gebed verscheen in de kamers van vele woon- en zorgcentra. Vooral in de Engelstalige wereld werd het een bijzonder populair gebed.
In: Beverly HYLES, I feel precious to God, Murfreesboro, The Sword of the Lord Publishers, 1989, 170. Uit het Engels vertaald door Lode AERTS.
#90 Leer ons de weg die we moeten gaan
Wij staan voor U, Heilige Geest,
nu we in Uw naam samenkomen.
Wees de Ene die ons leidt,
en kom wonen in ons hart.
Leer ons de weg die we moeten gaan,
en hoe we hem kunnen aanhouden.
Geef dat we geen onenigheid bevorderen,
kwetsbaar en zondig als we zijn.
Laat niet toe dat onwetendheid ons op het verkeerde pad brengt
of partijdigheid onze daden beïnvloedt.
Laat ons in U onze eenheid vinden,
zodat wij samen de tocht maken naar het eeuwige leven
en niet afdwalen van de weg van waarheid en gerechtigheid.
Dit vragen we U,
die overal en altijd werkzaam bent,
in de gemeenschap van de Vader en de Zoon,
voor eeuwig en altijd.
Amen
ISIDORUS VAN SEVILLA
Isidorus (560-636) was een theoloog en een encyclopedisch auteur. Dertig jaar lang was hij aartsbisschop in Sevilla. Het gebed stamt van Isidorus zelf of van zijn omgeving. Naderhand werd het overgenomen op vele kerkvergaderingen en ook op het Tweede Vaticaans Concilie.
Bij de start van het synodale proces in 2021 werd dit gebed tot de Geest lichtjes vereenvoudigd zodat het ruim gebruikt kon worden. Anders dan in parlementen of bedrijven gebeurt de besluitvorming op een concilie of een synode in Gods Geest. Dat betekent: biddend met de Schriften, luisterend naar de tekens van de tijd en in een gezamenlijke onderscheiding.
In: Peter HÜNERMANN en Bernd Jochen HILBERATH, Die Dokumente des Zweiten Vatikanischen Konzils. Theologische Zusammenschau und Perspektiven (Herders theologischer Kommentar zum Zweiten Vatikanischen Konzil, 5), Freiburg, Basel, Wien, Herder, 2006, 490-491 (Das tägliche Gebet der Konzilsväter). Nederlandse vertaling door Sam GOVAERTS.
#89 Gij zijt al mijn verlangen
God die liefde zijt,
Gij zijt het meest kostbare wat ik heb.
Buiten U heb ik niets in de hemel of op aarde,
om te hopen, te willen of te wensen.
Gij zijt mijn ware erfdeel
en al mijn verlangen.
Mijn einddoel en mijn streven
zijn op U gericht.
Gertrudis van Helfta
Gertrudis (1256 - circa 1302) werd al jong in het klooster van Helfta in Saksen opgenomen. Ze genoot er een uitstekende opleiding door grote spirituele figuren zoals Mathilde van Maagdenburg en Mathilde van Hackeborn. Ze werd er ingewijd in de lectio divina van de Schriften en in het persoonlijke gebed. Met haar brede culturele en theologische bagage kon ze haar mystieke spiritualiteit doorgeven, zonder in excessen te vervallen. Uit het relaas van haar geestelijke ervaringen blijkt een sobere, Bijbelse leer over de werking van Vader, Zoon en Geest in het hart van de gelovigen en in de kerkgemeenschap.
In: Gertrude D’HELFTA, Œuvres spirituelles. Les Exercices. Texte Latin. Introduction, traduction et notes par Jacques HOURLIER et Albert SCHMITT (Sources Chrétiennes, 127), Paris, Les Éditions du Cerf, 1967, 173 (Exercitium divini amoris V). Uit het Latijn vertaald door bisschop Lode AERTS.
#88 Gij bekijkt de wereld met ogen vol liefde
Dank U, Heer,
laat het me eenvoudigweg zeggen: dank u uit de grond van mijn hart
om het eenvoudig geluk van samen te zijn.
Ik ervaar heel diep van binnen dat Gij bij ons zijt,
dat Gij onder ons verblijft,
zelfs al deelt niet iedereen het geloof,
zelfs al is het leven niet elke dag even gemakkelijk,
zelfs al zijn er problemen genoeg.
Toch zou het ondankbaar zijn
wanneer we blind waren voor al wat Gij voor ons doet
en voor al wat wij doen dankzij U!
Kom onze zwakheid te hulp…
Gij schenkt ons altijd weer kleine tekens
om uw verborgen vriendschap te tonen.
Doe ons de wereld beminnen zoals hij is.
Gij bekijkt hem immers als een vader
met ogen vol liefde,
met een hart dat eindeloos bemint,
met uw goddelijk hart dat we nooit helemaal zullen doorgronden.
Wij hebben niets te vrezen,
want Gij, God, zijt groter dan ons hart.
Christiane GAUD-DESCOULEURS
Christiane Gaud-Descouleurs (1937-2021 ) was een Franse pedagoge die zich sterk voor catechese en schoolpastoraal engageerde. Ze begeleidde aumôneries, dat zijn ontmoetingsplaatsen waar scholieren op vrije basis vertrouwd worden met het geloof. Ze publiceerde veel rond catechese en gebed. Uit haar gebedenboeken spreekt een diep vertrouwen op Gods aanwezigheid in het leven van elke dag.
In: Christiane GAUD-DESCOULEURS, Prier selon le temps. Préface d’Emmanuel LECARON (Voie spirituelle), Paris, Desclée de Brouwer, 1997, 133. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode AERTS.
#87 Laat mijn wil altijd die van U volgen
Geef mij uw genade, goede Heer,
laat die met mij zijn en met mij werken,
zodat ik het met haar tot het einde toe volhoud.
Geef mij dat ik altijd verlang en wil
wat voor U het meest aangenaam is en wat Gij het liefste ziet.
Laat uw wil de mijne zijn
en laat mijn wil altijd die van U volgen
en er zo goed mogelijk mee overeenstemmen.
Laat mij één zijn met U in alles wat ik wil en niet wil
en maak dat ik niet anders kan doen dan wat Gij wel of niet wilt.
Geef mij dat ik alles in de wereld achter me laat
en dat ik omwille van U graag geminacht word en onbekend ben in deze wereld.
Geef mij boven alles wat ik wens:
dat ik rust mag vinden
en in mijn hart vrede mag ervaren in U.
In U vindt mijn hart de ware vrede;
Gij zijt mijn enige rustpunt,
buiten U is alles hard en rusteloos.
In deze vrede, dat wil zeggen in U,
het enige, hoogste en eeuwige goed,
zal ik slapen en rust vinden.
THOMAS A KEMPIS
Thomas a Kempis (1380-1471) was een middeleeuws theoloog en mysticus. In de hervormingsbeweging van de Moderne Devotie reageerde hij tegen de wanpraktijken van de kerk. Grote nadruk legde hij op een persoonlijke spirituele band met Christus en op de navolging van Hem in het concrete leven. Zijn imitatio Christi kreeg een wereldwijde invloed en hoort bij de meest vertaalde boeken ter wereld.
In: THOMAS A KEMPIS, De navolging van Christus. Inleiding en moderne bewerking door Jacques KOEKKOEK, Utrecht, KokBoekencentrum Uitgevers, 2021, 156 (IV, 15).
#86 Uw woord aanhoren
Heer, uw woord aanhoren,
het overwegen en in praktijk brengen…
De leerling, die zijn huis wil bouwen op de rots,
moet die weg gaan,
maar die weg zit vol valkuilen…
Geef mij, Heer, een hart dat luistert,
dat zich toevertrouwt aan uw Woord
en dag en nacht erbij verwijlt.
Gaandeweg zal ik het Woord in mijn geest laten wonen
en het mijn dagelijks werk laten doordringen.
In de kleine en grote stormen van het bestaan
zal dat Woord een licht zijn op mijn pad,
een altijd vaste ankerplaats
wanneer alles gaat wankelen.
Ja, Heer, Gij zijt gezegend om uw Kerk,
want ze verlicht de diepe zin van uw Woord
door de stoet van al die getuigen,
die steunden op de overlevering.
Uw Kerk helpt ons om het Woord te overwegen
in de stilte van ons hart.
Stap voor stap wordt uw Woord
dan in ons menszijn vlees en bloed.
Christine FLORENCE
Christine Florence is redactiesecretaris van het Franse tijdschrift La Vie, dat behoort tot de persgroep van Le Monde. Ze publiceerde in 2010 een omvangrijke bloemlezing van zo’n 300 gebeden uit de christelijke traditie, onder meer met het materiaal van het tijdschrift Prier.
In: Le grand livre des prières. Textes choisis et présentés par Christine FLORENCE et la rédaction de Prier, avec la collaboration de Maja SIEMEK. Préface de mgr Albert ROUET (Prier), Paris, Desclée de Brouwer, 2010, 299. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode AERTS.
#85 Doorstraal onze duisternis
O Vlam van liefde levend,
ontsteek in ons
jouw liefdesvuur.
Doorstraal onze duisternis
en maak ons
vurig, en licht.
Kees WAAIJMAN
Kees Waaijman (°1942) is een Nederlandse Karmeliet. Hij was wetenschappelijk directeur van het Titus Brandsma Instituut en hoogleraar spiritualiteit aan de Radboud Universiteit en redactielid van het tijdschrift voor spiritualiteit Speling.
Hij publiceerde onder meer over de psalmen, over de Godsnaam en over mystiek. Van zijn hand is een bijna 1000 pagina’s tellend handboek over spiritualiteit onder de titel: Spiritualiteit. Vormen, grondslagen, methoden (Gent-Kampen, Carmelitana-Kok, 2000).
In: Kees WAAIJMAN en Laetitia AARNINK, Psalmschrift, Nijmegen, Titus Brandsma Instituut, 1990, 12.
#84 Laat mij de eenzaamheid verzengen
Heer, geef me allen die eenzaam zijn…
In mijn hart heb ik gevoeld
hoe de verlatenheid van heel de wereld uw hart raakt.
Ik hou van elk levend wezen dat ziek of eenzaam is.
Wanneer planten wegkwijnen, doen ze mij pijn,
net als wanneer dieren achtergelaten worden.
Wie troost hen, wanneer ze huilen?
Wie lijdt met hen mee, wanneer ze langzaam sterven?
Wie sluit hen in het hart, wanneer ze alle hoop verloren hebben?
Heer, laat me in deze wereld het tastbaar teken van uw Liefde zijn.
Gij zijt Liefde:
laat mij uw armen zijn.
Dan kan ik alle eenzaamheid van deze wereld naar U toe halen
en in uw liefde verzengen.
Chiara LUBICH
Chiara Lubich (1920-2008) ging in 1938 filosofie studeren in Venetië. Door het uitbreken van de tweede wereldoorlog moest ze haar studies onderbreken en naar haar familie in het Noord-Italiaanse Trente terugkeren. Toen de stad gebombardeerd werd, weigerde ze te vluchten. Met een aantal vriendinnen bleef ze ter plaatse en zette zich in voor de armen.
Kort na de oorlog stichtte ze de Focolarebeweging, om op een radicale manier het evangelie te beleven in het gewone leven. Centraal in de spiritualiteit staat de onderlinge eenheid, die van het samenleven een thuis moet maken, waar huisgenoten zich verenigen rond de vuurhaard, de focolare in het Italiaans. Mettertijd ging Chiara Lubich zich ook sterk engageren voor de interreligieuze dialoog.
In: Chiara LUBICH, Meditazioni. Prefazione del cardinale Gianfranco RAVASI, Roma, Città Nuova, 2020, 28. Uit het Italiaans vertaald door bisschop Lode AERTS.
#83 Slechts een ding doet pijn
Heer,
zoals de bloemen op een zomeravond hun parfum verspreiden,
zo wil ook ik me geven:
eenvoudig, stil en ongedwongen.
Niemand hoeft het te merken, zelfs ik niet.
Want wat men dan zou merken, bestaat niet echt.
Het is slechts een weerschijn van mijn ijdelheid, mijn gemakzuchtig en trots.
Zelf wil ik niets…
niet bidden of werken, niet spreken of zwijgen.
Het enige dat ik wil, is dit:
heel soepel – als een instrument –
in jouw handen liggen.
Ik wil alleen nog wat Gij wilt.
En mijn leven beschouw ik niet eens een offer.
Het is niet moeilijk of pijnlijk.
Slechts een ding doet pijn:
wanneer Gij er niet zijt.
Monika TIMAR
Monika Timar (1937-1962) was een erg getalenteerd meisje uit Hongarije. Op haar achttiende sloot ze zich aan bij een gemeenschap van jonge vrouwen, die clandestien wilden leven volgens de cisterciënzer-spiritualiteit. Tijdens de kerkvervolging van het sovjetregime, belandde de overste in de gevangenis. Monika werd als opvolgster verkozen. Ze is dan 23 jaar oud en combineert die verantwoordelijkheid met haar job als psychologe in een centrum voor gehandicapte kinderen.
Uit haar dagboek blijft haar sprankelend geloof en haar diepe verbondenheid met God te midden van loodzware zorgen voor haar gemeenschap. Ze sterft door geelzucht op de leeftijd van 25 jaar.
In : Monika TIMAR, Journal 1957-1962 (Collection Spiritualité), Paris, Éditions Nouvelle Cité, 1989, 188-189. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode AERTS.
#82 Voor al uw kinderen steek ik een kaarsje aan
Goede God,
ik steek een kaarsje aan voor de kinderen van de wereld;
voor de kinderen die
in kolenmijnen moeten werken,
in naai-ateliers,
in de prostitutie;
voor kinderen die
mishandeld worden,
misbruikt worden,
geen bescherming krijgen.
Voor al uw kinderen steek ik een kaarsje aan
en bid U:
mag uw licht hen verwarmen,
troosten en hoop geven.
Ontferm U over hen.
Yvonne KEMINK
Na een hersenvliesontsteking ontwaakt Yvonne Kemink totaal onverwacht in een volstrekt onbekende wereld, waarin ze geen enkel geluid meer kan ontwaren. Om lotgenoten te helpen, richt ze in 1989 de Stichting Plots- en Laatdoven op, met veel zorg voor gebarentaal en liplezen.
Tweeëndertig jaar na haar hersenvliesontsteking planten de dokters bij Yvonne Kemink een spraakprocessor in, die ze met haar gehoorzenuw verbinden. Eindelijk kan ze haar eigen naam opnieuw horen uitspreken. Die wondere ervaring beschrijft ze in haar roman ‘Ik heb mijn naam terug’ (Brunssum, Uitgeverij Het Zuiden, 2008). Yvonne Kemink is verbonden aan de protestantse Kloosterkerk in Den Haag.
In: Marcel BARNARD, Margreet LIMBURG-KLOKKE, Louis VAN TONGEREN, Zeggen en zwijgen. Oecumenisch gebedenboek voor alledag, Zoetermeer, Meinema, 2005, 168.
#81 Leer ons samen te bidden
Almachtige, enige God,
Gij, Heer, ziet ons aan,
Gij brengt ons tezamen onder uw oog.
Gij zijt de Heer vol tedere erbarming,
Gij zijt volkomen onze God.
Leer ons samen te bidden.
Gij zijt de enige Leermeester van het gebed.
Gij zijt de eerste
en Gij trekt allen aan
die zich wenden tot U, tot U, tot U, tot U…
Christian DE CHERGÉ
Christian de Chergé (1937-1996) deed zijn legerdienst in de Franse kolonie van Algerije. Toen hij, in de woelige jaren voor de onafhankelijkheid, een keer werd beschimpt door Algerijnen, nam een zekere Mohammed het voor hem op. Maar ’s anderendaags werd deze moedige man dood teruggevonden. Christian heeft Mohammed, die zijn leven voor hem had gegeven, nooit vergeten. Hij werd trappistenmonnik en trok naar de kleine en kwetsbare gemeenschap in Tibhrine, om daar het leven met de arme Algerijnse bevolking te delen.
Zelfs wanneer er aanslagen kwamen tegen de buitenlanders, heeft hij met zijn moslimvrienden niet in de steek willen laten. Maar in 1996 sloeg het gevreesde noodlot toe. Christian werd met zijn medebroeders ontvoerd en vermoord. Het bovenstaand gebed is een dagboeknotitie van Christian de Chergé. Hij schreef het na een urenlang gebed in de nacht, tezamen met een moslim.
In: FRÈRE CHRISTIAN DE CHERGÈ, L’invincible espérance. Textes recueillis et présentés par Bruno CHENU, Paris, Bayard Éditions, 2010, 34. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode AERTS
#80 Kom bij ons wonen
Vader,
bewaar de levenslust in mij.
Laat mij blijven juichen om U.
Verlos mij van heimwee en vermoeidheid, van somberheid en lusteloosheid.
Maak plaats voor verrukking,
voor openheid van hart,
voor al wat heilig en vriendschappelijk en ruimhartig is.
Doe mij direct een duik nemen in de bron van Liefde.
Zij is verborgen, maar ze bestaat weldegelijk.
Zij vraagt maar één ding:
dat ze levenskansen krijgt,
dat ze zich ontplooien mag,
dat ze overal binnenraakt, bij elke bezigheid.
Stoot de deur van ons hart wijd open,
want die staat vaak slechts op een kiertje.
Treed binnen in de kern van ons bestaan
en wees er thuis.
Kom ons bezoeken,
neem uw plaats in
en poets elke uithoek van ons hart!
Breek al de hengsels stuk,
zodat er niets verborgen voor U blijft.
Gij zijt de zon.
Hou bij ons de grote schoonmaak
zoals in de lente.
Kom bij ons wonen,
Het is uw huis, o Heer,
Gij zijt er thuis.
Kom toch,
kom gauw, gauw binnen!
Michael LONSDALE
Michael Lonsdale (1931-2020) was een beroemde Parijse acteur die in ruim 200 films meespeelde. Hij kon zich meesterlijk inleven in een schurkenrol, zoals in de James Bondfilm van Moonraker; maar even overtuigend vertolkte hij in Des hommes et des Dieux (2010) de rol van Frère Luc, de vermoorde trappistenbroeder die als dokter niet enkel de arme zieken van Tibhrine gratis verzorgde, maar ook de gekwetsten bij de guerillastrijders.
Op zijn veertigste, na de dood van zijn moeder en het verlies van een aantal goede vrienden, sloot Michael Lonsdale zich aan bij de Emmanuelgemeenschap. Om christen te zijn in het gewone leven vond hij inspiratie bij figuren zoals Thérèse de Lisieux en Charles de Foucault. Zelfs in het mondaine milieu van de grote filmsterren werd hij gerespecteerd om zijn eenvoud, zijn bescheidenheid en zijn geloof.
In : Michael LONSDALE, Oraisons (le souffle de l'Esprit), Arles, Actes Sud, 2019, 32. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode AERTS.
#79 Waar ik uit eigen kracht begin, wil ik stoppen
Waar mijn liefde voor U ophoudt,
wil ik U toch nog beminnen.
Waar ik U niet meer wil,
wil ik toch nog naar U verlangen.
Waar ik uit eigen kracht begin,
wil ik stoppen;
en waar ikzelf ophoud,
zou ik eeuwig willen blijven.
Waar mijn voeten tegenstribbelen
om nog langer met mij op weg te gaan,
wil ik neer knielen.
En waar mijn handen het begeven,
daar wil ik ze vouwen.
Gertrud VON LEFORT
Gertrud von Lefort (1876-1971) stamde af van een adellijke familie. Ze studeerde evangelische theologie in Heidelberg.
Nog voor ze katholiek werd, gaf ze een bundel gedichten uit met als titel ‘Hymnen aan de kerk’. Het zijn dialogen tussen de ziel en God, die aan de mens een antwoord geeft door de stem van de kerkgemeenschap. In die teksten verlangt de menselijke ziel naar God.
Ze probeert zich te bevrijden uit de kluisters van een op zichzelf gerichte autonomie, zoals blijkt uit het gebed, dat deel uitmaakt van één der hymnen.
In: Gertrud VON LEFORT, Hymnen an die Kirche, V (Fragment), in: EADEM, Hymnen an die Kirche. Herausgegeben und mit einem Nachtwort versehen von Gundula HARAND, Würzburg, Echter Verlag, 2014, 17. Uit het Duits vertaald door bisschop Lode AERTS.
#78 Geef ons te zijn een weergave van uw liefde
Eeuwige,
geef ons te zijn
een weerschijn
van uw licht.
Geef ons te zijn
een echo
van uw stem.
Geef ons te zijn
een weergave
van uw liefde.
Hans RICHTER
Hans Richter (1933-2019) was werkzaam in Den Haag en spande zich bijzonder in voor de relaties met de oecumenische gemeenschap van Taizé. Hij gaf lezingen en publiceerde over mystiek en pleitte steeds voor de herontdekking van verstilling. In een moderne, drukke samenleving beschouwde hij stilte als een onmisbare “ruimte in de tijd” die zorgt voor openheid, aandacht en ontvankelijkheid.
In: Hans RICHTER, Voorbij het denken. Meditaties in de stilte, deel 3, z.p., Richterboeken, 2016, 10.
#77 Leer me zwijgen, Heer
Leer me zwijgen, Heer.
Laat me gewoon aanwezig zijn,
zonder iets te doen.
Leer me zwijgen, Heer.
Dan kan ik die wirwar van gedachten en plannen en zorgen
aan U toevertrouwen.
Leer me zwijgen, Heer,
om attent te worden voor uw aanwezigheid.
Leer me zwijgen, Heer,
om uw wonder werk in mij niet te dwarsbomen.
Leer me zwijgen, Heer.
Dan komt de tijd om stilletjes te zeggen:
“Spreek, Heer,
uw dienaar luistert”.
DE ZUSTERS VAN SAINT-JEAN-DE-BRAYE
De zusters van Saint-Jean-de-Braye vormen een religieuze gemeenschap dicht bij Orléans. Ze maken deel uit van de Benedictinessencongregatie van Onze Lieve Vrouw van de Calvarie, die in 1617 werd gesticht. Ze volgen de Regel van Benedictus en hebben veel oog voor de eenheid van de christenen en voor de vrede in het Heilig Land. Het bovenstaande gebed werd in het tijdschrift van de naburige abdij van Saint-Benoît-sur-Loire gepubliceerd.
In : Entrez dans la prière avec les moines (Renaissance de Fleury. Bulletin trimestriel de l’Association des Amis de Saint-Benoît, 180), Saint-Benoît-sur-Loire, 1996, 36. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode AERTS
#76 Leid me binnen in de stilte
O Heer Jezus,
de woorden die Gij tot uw Vader gesproken hebt,
zijn geboren uit uw stilzwijgen.
Leid me binnen in deze stilte,
opdat de woorden die ik spreek
gesproken worden in uw naam
en zo vruchtbaar zijn.
Het is zo moeilijk stil te zijn,
stil met mijn mond,
maar nog meer: stil met mijn hart.
Er is zo veel gepraat in mij.
Het lijkt wel alsof ik voortdurend verwikkeld ben
in een innerlijke discussie met mezelf,
mijn vrienden, mijn vijanden,
mijn supporters, mijn tegenstanders,
mijn collega’s en mijn rivalen.
Maar deze innerlijke discussie maakt duidelijk
hoe ver mijn hart van U verwijderd is.
Als ik maar eenvoudig aan uw voeten zou zitten
en beseffen dat ik bij U hoor, bij U alleen,
dan zou er al snel een eind komen aan het geruzie
met die bestaande en ingebeelde mensen om me heen.
Deze ruzies brengen mijn onzekerheid aan het licht,
mijn angst, mijn verlegenheid
en mijn behoefte aan erkenning en aandacht.
Gij, o Heer, wilt mij alle aandacht geven die ik nodig heb,
als ik maar gewoon ophoud met praten
en begin naar U te luisteren.
Ik weet dat Gij mij zult aanspreken in de stilte van mijn hart
en mij uw liefde zult tonen.
Geef me die stilte, o Heer.
Geef dat ik geduldig zal zijn
en langzaam zal groeien in deze stilte
waarin ik bij U ben. Amen.
Henri NOUWEN
Henri Nouwen (1932-1996) was een Nederlandse priester die uitweek naar de Verenigde Staten en daar aan verschillende theologische faculteiten en instituten werkte. In 1986 verliet hij Harvard om te gaan samenleven in de Ark-gemeenschap van Toronto, te midden van mensen met een beperking en hun assistenten. Het bovenstaand gebed dateert uit 1979, toen Henri Nouwen zeven maanden in het Trappistenklooster van Genesee verbleef, in de staat New York. Zijn dagboek uit die periode verscheen onder de titel Vreemdeling in het paradijs (Tielt, Lannoo, 1988)
In: Henri NOUWEN, Gebeden uit de stilte. Met een inleiding van Anselm GRÜN. Uit het Engels vertaald door Hans VAN DER HEIDEN, Tielt, Lannoo, 2007, 51.
#75 Schep ruimte in mijn hart
Schep ruimte in mijn hart, o God,
totdat uw stilte gaat spreken
met uw zachte, stille stem.
Laat me niet langer woorden aanhoren of uitbrengen
in de verwarring van het vele spreken.
Leer me liever luisteren
en wachten.
Breng me tot rust
en stilte.
Esther DE WAAL
Esther De Waal (°1930) is een Britse historica en auteur uit Hereford. Ze doceerde geschiedenis in Cambridge. Met de tijd ging haar aandacht steeds meer uit naar de Benedictijnse spiritualiteit en de Keltische tradities. Ze begeleidde jarenlang zogenaamde ‘Benedictine experiences’: tiendaagse retraites waarbij de deelnemers een leven leiden dat nauw aansluit bij het monastieke leven.
In: Esther DE WAAL, Lost in Wonder. Rediscovering the Spiritual Art of Attentiveness, London,Canterbury Press, 2012, 42. Uit het Engels vertaald door Lode AERTS.
#74 Heer, verstil me
Ik ga mijn lippen tot stilte vervlechten,
ik breng de stilte in mijn geest,
ik laat de stilte binnen in mijn hart.
Ik dek mijn oren af voor alles wat me afleidt,
ik sluit de ogen voor wat me aantrekt,
ik bescherm mijn hart voor wat me verleidt.
Heer, breng mij tot rust,
zoals Gij de storm hebt gestild.
Verstil me, Heer,
en verlos me van wat me kwetst.
Maak een eind
aan al het geharrewar in mij.
Heer, omgeef me
met uw vrede.
David ADAM
David Adam (1936-2000) was een Anglicaanse priester en schrijver. Op zijn vijftiende ging hij van de school weg om in de steenkoolmijnen te werken. Drie jaar later trok hij naar het seminarie voor de priesteropleiding. Gedurende twintig jaar deed hij dienst als vicar in North Yorkshire, waar hij gebeden begon te schrijven in de lijn van de Keltische traditie. Hij publiceerde nog meer gebedsteksten als rector van het bekende bedevaartsoord van Holy Island in Northumberland.
In: David ADAM, The Edge of Glory. Prayers in the Celtic Tradition (SPCK Classics), London, Society for Promoting Christian Knowledge, 2021, 7. Uit het Engels vertaald door bisschop Lode AERTS.
#73 Ik zou een flits van uw licht willen zijn
Heer Jezus, ik zou de aarde willen zijn
waar Gij kunt komen wonen.
Heer Jezus, ik zou de lege kruik willen zijn
die Gij kunt vullen.
Heer Jezus, ik zou het zware deeg willen zijn
dat Gij doet rijzen.
Heer Jezus, ik zou het oor willen zijn
dat Gij ontvankelijk maakt voor uw stem.
Heer Jezus, ik zou de tochtgenoot willen zijn
van uw broeders en zusters.
Heer Jezus, ik zou een vonkje willen zijn
dat uitgaat van uw licht,
opdat op aarde uw wil geschieden mag.
Sœur MYRIAM
Zuster Myriam (1925-2010) was een Franse religieuze uit de Reformatie. Ze trad toe tot de monastieke gemeenschap van de Diaconessen in Reuilly bij Bourges. Ze werd er priorin en zetelde twintig jaar lang als raadslid in de Fédération protestante de France. In 1984 schreef ze de Règle de vie de la communauté des diaconesses de Reuilly, die ook in andere talen ruim werd verspreid. Ze zette zich sterk in voor oecumene en spiritualiteit.
In: Sœur MYRIAM, Seigneur, donne-nous la prière (Veillez et priez), Lyon, Éditions Olivétan, 2007, 29. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode AERTS.
#72 Wees mijn gids
Al wat ik wil, o God, is
alles steeds meer
aan Jou toevertrouwen.
Hoe langer ik mijn weg ga,
hoe meer ik besef
dat ik niet weet waarheen ik ga.
Wees mijn gids
en neem de leiding over.
Leer me
uw wil te doen
want Gij zijt mijn God.
Thomas MERTON
Thomas Merton (1915-1968) was een trappistenmonnik en dichter. Reeds op zijn vijftiende verloor hij zijn ouders, die beiden kunstenaars waren. Voor de jonge Thomas braken turbulente jaren aan. Omdat zijn studie van de Engelse literatuur mislukte in Cambridge, trok hij naar de Columbia University te New York. Op zijn drieëntwintigste liet hij zich dopen. Hij trad binnen in de abdij van Gethsemani en begon veel te publiceren. Hij hield zich sterk bezig met sociale problemen van armoede, racisme en oorlog. Tegelijkertijd echter begon hij zich steeds meer in een kluis van de abdij terug te trekken. Ook zocht hij contact met Oosterse religies en vooral met het boeddhisme. Hij stierf onverwacht tijdens een grote reis in Azië. Zijn autobiografie van De louteringsberg is zijn meest bekende boek.
In: Thomas MERTON, Dialogues with Silence, New York, Harper Collins Publishers, 2002, 41. Uit het Engels vertaald door bisschop Lode AERTS.
Bekijk de video In jezelf de wonden van de wereld helen:
#71 Als Gij voor mij zijt
Als Gij voor mij zijt,
wie zal dan tegen mij zijn?
Gij, die zelfs uw eigen Zoon niet gespaard hebt,
maar Hem voor ons allen hebt overgeleverd,
hoe zult gij ons ook met Hem niet alle dingen schenken?
Wie zal beschuldigingen inbrengen
tegen mij als uw uitverkorene?
Gij zijt het die rechtvaardigt.
Wie is het die verdoemt?
Verzeker mij met de waarheid dat Christus het is die gestorven is,
ja wat meer is, die ook opgewekt is,
die ook aan uw rechterhand is,
die ook voor mij pleit.
Ik prijs U dat niemand mij ooit kan scheiden
van de liefde van Christus.
Marieke DEN BUTTER
Marieke Den Butter (°1974) groeide op in Kenia als kind van zendelingen. Na haar huwelijk trok ze namens Oversees Mission Fellowship met haar man naar Zuidoost-Azië om zich daar te engageren voor de geloofsverkondiging. De gebeden die ze publiceerde zijn sterk op de Bijbel gebaseerd, zoals bij dit bovenstaand gebed vanuit de Romeinenbrief (Rom 8, 31-35).
In: Marieke DEN BUTTER, Bijbels bidden. Woorden van licht voor elke dag, Heerenveen, Uitgeverij Groen (Royal Jongbloed Publishing), 2021, 171.
#70 Maak mij tot een instrument van uw vrede
Heer,
maak mij tot een instrument van uw vrede:
laat mij liefde brengen waar haat is,
eenheid waar mensen verdeeld zijn,
vergiffenis aan mensen die zwak zijn,
laat mij hoop geven aan wie niet meer hoopt,
geloof aan wie twijfelt;
laat mij licht brengen waar het duister is
en vreugde waar mensen bedroefd zijn.
Heer, help mij
niet zozeer om zelf gelukkig te zijn
als om anderen gelukkig te maken;
niet zozeer om zelf begrepen te worden
als om anderen te begrijpen;
niet zozeer om zelf getroost te worden
als om anderen te troosten;
niet zozeer om bemind te worden
als om te beminnen.
Want als ik geef, zal mij gegeven worden,
als ik vergeef, zal mij vergeven worden,
als ik sterf, zal ik voor eeuwig leven.
Esther BOUQUEREL
Esther Bouquerel (1855-1923) was een Franse priester. Om de zorg voor de eucharistie te bevorderen, stichtte hij een Ligue de la Sainte Messe en een tijdschrift, dat La Clochette heette. In dat blad verscheen op 12 december 1912 het bovenstaand gebed voor de eerst als ‘belle prière à faire pendant la messe’. Er stond geen auteur bij vermeld, maar onderzoek wijst op de hand van Esther Bouquerel. Zijn tekst werd bijzonder populair, vooral door de verspreiding sinds 1920 op gebedskaartjes met de afbeelding van Franciscus van Assisi. Sindsdien wordt het vaak ‘het gebed van Franciscus’ genoemd, al komt het nergens voor in de authentieke teksten van de Poverello.
Christian RENOUX, La prière pour la paix attribuée à saint François. Une énigme à résoudre, Paris, Éditions Franciscaines, 2001.
#69 Leer ons uw gastvrijheid
Heer,
wat weten wij over uw gastvrijheid,
zolang we onze last niet in uw handen leggen?
Zolang we onze zwakheid niet aan U toevertrouwen –
aan U, die toch gekomen zijt om haar te dragen?
Is het waar dat Gij ons aanvaardt zoals we zijn?
Is het waar dat Gij ons mild ontvangt
na onze omzwervingen
met hun hoogtes en laagtes,
met hun vulkanen en woestijnen?
Is het waar dat Gij ons zelfs bij mislukking of uitputting
met open armen onthaalt?
Als dát waar is, Heer,
maakt Gij ons vrij van onszelf.
Waar we het meest kwetsbaar zijn,
ontkiemt een kracht die van U komt:
om onze naaste te ontvangen zoals hij is,
om hem te beschutten
en hem te laten rusten na de last van de tocht…
Heer, leer ons de gastvrijheid die komt uit het diepst van ons hart.
Maak ons gastvrij voor de ander
vanuit een voorspraak die wars is van grootse woorden.
Leer ons de gastvrijheid op die heilige grond van het gebed
dat Gij in ons bewerkt
wanneer wij uw Geest aanroepen.
Lytta BASSET
Lytta Basset (°1950) is een Zwitserse filosofe en theologe. Ze was pastor in de Hervormde Kerk te Genève en werkte daar een tijdlang als ziekenhuisaalmoezenier. Nadien trok ze naar de theologische faculteit van Neuchâtel. Ze publiceerde vooral rond thema’s als kwaad en lijden, vergiffenis en verzoening. Ze engageerde zich sterk rond maatschappelijke uitdagingen zoals geweld en ecologie. Ze schreef ook openhartig over onze menselijke kwetsbaarheid en over de kracht van het verrijzenisgeloof, vooral na de zelfmoord van haar zoon Samuel.
In : Lytta BASSET, Francine CARRILLO en Suzanne SCHELL, Traces vives. Paroles liturgiques pour aujourd’hui, Genève, Éditions Labor et Fides, 2006, 107. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode AERTS.
#68 Blijf bij ons
Blijf bij ons nu de avond daalt,
de zon haar loop volbracht
en laat wie Gij het leven schonk
niet dwalen in de nacht.
Blijf bij ons nu wij rusten gaan
van wat de dag ons bracht,
en laat wat door ons is gezaaid
vrucht dragen in de nacht.
Blijf bij ons wanneer schuld ons drukt,
er onrust in ons gist
en laat ons weten dat uw hart
vol van vergeving is.
Blijf bij ons nu de kleine dood
van elke dag ons wenkt
en laat ons rusten in uw hand
die ons verkwikking schenkt.
Henk JONGERIUS
Henk Jongerius (°1941) is een Nederlandse Dominicaan. Hij studeerde dogmatische theologie en liturgie in Utrecht. In dat bisdom werkte hij voor de liturgische vorming. In het klooster van Huissen bij Arnhem is hij nog steeds actief in het vormingswerk. Van zijn hand verschenen vele gedichten, liturgische teksten en liederen.
In: Henk JONGERIUS, Voor wie gedenken. Verzamelde liturgische gezangen, Utrecht, Gooi en Sticht, 2016, 323.
#67 Gij zijt het licht in onze ogen
Als het licht van de disco
uitgeschakeld wordt,
als de lichten in de straat
één voor één uitgaan,
wordt het donker.
Dan kijk ik omhoog
naar de sterrenhemel
met zijn ontelbare lichtpuntjes
– lichtjaren van me vandaan –
en voel ik me nog minder
dan een stofje
in dat oneindige heelal.
God wie zijt Gij?
Hoe kunnen we u kennen?
En hoe kunt Gij weten
dat ik besta?
Oude verhalen vertellen over U.
Maar het is mijn taal niet
en ik heb moeite om te begrijpen
wat ze te zeggen hebben.
En toch is er soms
een woord dat mij raakt,
een woord dat de deur
op een kier zet.
Dan zie ik in dat streepje licht
een glimp van U
en dan weet ik weer
dat Gij er zijt.
God, Gij zijt anders
dan al die lichten
waarmee wij ons omringen.
Gij zijt het licht in onze ogen,
de bron waaruit wij leven,
het licht dat ons omstraalt
als het leven donker is.
Greet BROKERHOF – VAN DER WAA
Greet Van der Waa (1953) studeerde theologie in Leiden. Ze is schrijfster van kinderboeken en van dagopeningen voor het voortgezet onderwijs in Nederland. Ze is ook auteur van bezinnings- en gebedenboeken, van gedichten en liederen. Ze was als eindredacteur actief in de uitgeverij Oase Media.
In: Greet BROKERHOF – VAN DER WAA, Stroom van hoop. 25 psalmen van nu, Hoevelaken, Oase Media, 2007, 27.
#66 Ik ben van U
Ik ben van U, daar Gij mij hebt geschapen,
van U, daar Gij mij hebt verlost,
van U, daar Gij mij hebt verdragen,
van U, daar Gij mij riep,
van U, want Gij hebt zó op mij gewacht
van U, daar ik toch niet verloren ging:
wat wilt Gij met mij doen?
Dus, wat beveelt Gij, goede Heer,
dat een zo nietig schepsel doen zal?
Welke taak hebt Gij gegeven
aan deze slaaf, zo zondig toch?
Zie mij hier, mijn zoete Liefde;
zoete Liefde, zie mij hier:
Wat wilt Gij met mij doen?
Hier ziet Gij nu mijn hart,
ik leg het in uw handpalm;
mijn lichaam, ziel en leven,
mijn diepste diep, genegenheden.
zoete Bruidegom, Bevrijder,
‘k gaf mij zo geheel aan U:
wat wilt Gij met mij doen?
Geef mij de dood, geef mij het leven,
geef mij ziekte of gezondheid;
eer of oneer, geef het mij,
geef mij strijd of grotere vrede,
zwakheid of volkomen kracht;
daar ik ‘ja’ op alles zeg:
wat wilt Gij met mij doen?
Ik ben van U, voor U werd ik geboren.
Wat wilt Gij met mij doen?
Teresia van Avila
Teresia Sanchez de Ahumada y Cepeda (1515-1582) was twintig jaar oud, toen ze binnentrad in het Karmelklooster van Avila. De mondaine sfeer daar viel Teresia bijzonder tegen. Na jaren van ziekte en twijfels stichtte ze een nieuw kloostertje, waarbij ze de Karmeltraditie hervormde door een evangelische levensstijl en door grote klemtoon op authentiek gebed.
Zo droeg Teresia bij aan de kerkelijke reformatie na het concilie van Trente (1545-1563). Ze ondernam vele reizen, deed nieuwe kloosters ontstaan, onderhield een uitgebreide briefwisseling en schreef tegelijkertijd spirituele meesterwerken, die opvallen door eenvoud en humor.
In: TERESIA VAN AVILA, Innerlijke burcht. Gewetensbrieven. Kleinere geschriften (Mystieke werken, 3), Gent, Carmelitana, 1982, 389-393. Uit het Spaans vertaald door Carlos NOYEN.
#65 Leid, vriendelijk licht, leid Gij mij voort
Leid, vriendelijk licht, te midden ’t duister dat me omringt,
leid Gij mij voort!
De nacht is donker, en ik ben ver van huis –
leid Gij mij voort!
Richt Gij mijn voet; ik vraag niet om te zien
de verre einder – één stap is mij genoeg.
Ik was niet altijd zo, noch bad ik dat Gij
mij voort zoudt leiden;
ik verkoos mijn eigen weg te banen en te zien, maar nu,
leid Gij mij voort!
Ik verkoos het felle daglicht en, alle vrees ten spijt,
de hoogmoed beheerste mijn wil:
herinner U niet voorbije jaren.
Zo lang heeft uw macht mij gezegend,
ze zal me zeker verder leiden!
Door heide en ven en over rots en vloed,
totdat de nacht is heengegaan;
en met de morgen ’t gelaat der engelen glimlacht
die ik sinds lang heb liefgehad, en voor een tijd verloor.
John Henry NEWMAN
John Henry Newman (1801-1890) was een theoloog en predikant in Oxford. Hij zette zich in voor een herbronning van de Anglicaanse Kerk en maakte in 1845 de overstap naar de Rooms-katholieke Kerk. Grote nadruk legde hij op het persoonlijke geweten en het geloof van elke gedoopte in de Kerk. Hij schreef het gebed ‘Lead Kindly Light’ na een revalidatie in Sicilië, op de boot van Palermo naar Marseille en drukte daarin zijn innerlijke ervaring fijnzinnig uit. Op een melodie van Charles Purday werd dit een erg verspreid kerklied.
In: Adelbert DENAUX, 'Lead Kindly Light'. Spiegel van Newmans spiritualiteit, in: Collationes 41 (2011) 281-301. Uit het Engels vertaald door Adelbert DENAUX
#64 Ik kan me geen intensere liefde voorstellen
Gij weet het, mijn God,
ik wou nooit iets anders dan U alleen te beminnen.
Ik verlang geen andere eer dan deze.
Uw liefde kwam me al in mijn jeugd tegemoet.
Ze groeide op tezamen met mij.
Ze vormt nu een diepte,
waarvan ik de bodem niet kan peilen.
Liefde trekt liefde aan.
Die van mij, Jezus, richt zich tot U.
De kloof die haar aantrekt zou ze willen vullen,
maar jammer genoeg vormt ze slechts een dauwdruppel,
verloren in de oceaan!
Om U te beminnen zoals Gij me liefhebt,
moet ik uw eigen liefde ontlenen.
Alleen dan vind ik rust.
Misschien vergis ik me,
mijn goede Jezus,
maar volgens mij kan je geen ziel met meer liefde overstelpen
dan dat Gij dat deed met mij.
Daarom durf ik U te vragen:
‘Bemin hen, die Gij me gegeven hebt,
zoals Gij mezelf hebt liefgehad.’
Wanneer ik op een dag in de hemel
merk dat Gij hen nog meer liefhebt dan mij,
zal ik er blij om zijn.
Van op die plek zal ik wel erkennen dat die zielen het meer verdienen.
Maar hier op aarde kan ik me geen intensere liefde voorstellen dan deze,
die Gij me hebt laten genieten
– helemaal onverdiend.
Theresia van Lisieux
Thérèse Martin (1873 -1897) trad op haar vijftiende toe tot de Karmel van Lisieux in het Franse Normandië. Terwijl ze al op jonge leeftijd belast werd met de zorg voor de novicen, streefde ze met grote wilskracht naar een voorbeeldig heilig leven, tot ze op haar grenzen botste.
De realiteit van eigen zwakheid leidde haar tot een spiritualiteit van de ‘kleine weg’: een diep vertrouwen op Gods onverdiende goedheid, zoals blijkt uit het gebed hierboven. Zelfs in de donkere nacht van geloofstwijfels en depressies bleef haar besef van Jezus’ liefdevolle aanwezigheid onwankelbaar overeind.
In: SAINTE THÉRÈSE DE L’ENFANT-JÉSUS ET DE LA SAINTE-FACE, La première ‘Histoire d’une âme’ de 1898. Texte intégral des onze premiers chapitre (Nouvelle Édition du centenaire), Paris, Cerf – Desclée de Brouwer, 1992, 189 (Manuscript C). Uit het Frans vertaald door bisschop Lode AERTS
Bekijk de video Een grote ziel in een klein ego
#63 Ik heb U lief, al stuurt Gij me naar de hel
Heer,
neem mij
in al mijn wettenloosheid,
maar veroordeel mij niet.
Laat mij toe
zonder uw oordeel...
Veroordeel me niet,
omdat ik mezelf al heb veroordeeld.
Veroordeel mij niet,
omdat ik U liefheb, Heer!
Ik ben een slecht mens,
maar ik heb U lief.
Gij stuurt me naar de hel,
maar ook daar zal ik liefhebben
en ook vandaar zal ik roepen
dat ik U tot in aller eeuwigheid liefheb.
Fjodor DOSTOJEVSKI
Fjodor Dostojevski (1821-1881) was achttien jaar oud, toen zijn autoritaire vader door de lijfeigenen van zijn landgoed werd vermoord. Tien jaar later raakte Fjodor betrokken in een samenzwering tegen de Russische regering. Hij werd voor het vuurpeleton gebracht, maar op het allerlaatste moment verleende tsaar Nicolaas hem gratie en stuurde hem in gevangenschap.
De thema’s van schuld en boete zouden in al zijn romans een grote rol blijven spelen. Zo ook bij De Gebroeders Karamazov. In die roman heeft vader Karamazov schaamteloos zijn zinnen gezet op de vriendin van zijn zoon Dimitri. Wanneer de vader dood wordt aangetroffen, wordt Dimitri verdacht. In werkelijkheid is hij niet de dader, maar een aanstoker en toch wordt hij ter dood veroordeeld. In zijn vertwijfeling bidt Dimitri het bovenstaand gebed en daaruit blijkt het diepe godsvertrouwen van Dostojevski.
In: Fjodor DOSTOJEVSKI, De broers Karamazov. Uit het Russisch vertaald en van aantekeningen voorzien door Arthur LANGEVELD, Amsterdam, Van Oorschot, 2020, 504.
#62 Ik heb geen kracht meer
Jezus,
help me in mijn nood
die zo groot is deze dagen.
Jouw liefde voel ik niet meer in mij leven.
Nog erger: mijn liefde lijkt dood.
Een woestijn is mijn leven.
Ik heb zo’n moeite om erdoorheen te trekken.
Ik geloof niet dat je in zo’n dorheid kan leven.
Gisteren en ook vandaag ging ik naar de aanbidding
in de hoop om daar de verlichting van de vorige week te hervinden.
Maar er kwam niets dat mijn hart verwarmen kon,
zelfs niet de slotzegen die me altijd zo’n vrede gaf.
Je zou zeggen, Heer, dat ik losgeraakt ben van U
door afstand te nemen van al het andere.
Waar kan ik hulp vinden in deze duisternis?
Ik loop als een blinde
tastend daarin rond.
Bidden?
Als ik het écht kon,
was ik gered.
Het leven is toch niet die lange, donkere tunnel
waarin ik nu strompel
zonder enige vordering te maken.
Niet lang geleden heb ik het leven zo stralend en schoon gekend.
Maar, ondanks al wat mijn begeleider me zegt,
lijkt me mijn ervaring van voorheen vandaag een illusie.
Is de waarheid niet eerder dat sombere grijze schilderij
dat me verstikt en doet walgen?
Heer, heb erbarmen.
Je ziet toch dat ik geen kracht meer heb.
Zonder uw hand beland ik in een afgrond.
Naar mijn aanvoelen gaapt hij me aan
zodra ik een voet verzet.
Zie je, ik ben te zwak en te klein.
Ik ben alleen:
dat maakt me angstig en bang.
Camille CROWET
Camille Crowet (1900-1971) werd grootgebracht in een volstrekt vrijzinnige Brusselse familie. Aan de Université Libre de Bruxelles haalde ze een doctoraat in de scheikunde en leerde ze haar man kennen. Omdat die gelovig was, ontving Camille voor ze zouden trouwen, het doopsel en de eerste communie. Geheel onverwacht ervoer ze toen een intense aanwezigheid van Christus. Die band nam mystieke proporties aan en kende ook een periode van grote dorheid, zoals blijkt uit het bovenstaand gebed. Niemand, zelfs haar echtgenoot niet, was van haar mystieke ervaringen op de hoogte, behalve één Franse priester, die met haar correspondeerde. Postuum heeft hij hun briefwisseling gepubliceerd, samen met fragmenten van het geestelijk dagboek.
In : Camille CROWET, Journal spirituel. 15 novembre 1934, in: Henri CAFFAREL, Camille C. ou l’emprise de Dieu, Paris, Éditions du Feu Nouveau, 1982, 294. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode AERTS.
Bekijk de video 'Als onbekende huisvrouw verborgen in God'.
#61 Uw liefde omhelst ons
Genadige God,
uw liefde stelt geen voorwaarden en kent geen grenzen.
Ze omhelst en omhult ons helemaal,
zoals de lucht die we ademen.
Ze is leven-schenkend in de volste zin van het woord.
Schenk ons de genade
in deze liefde te geloven met heel ons hart.
Moge ze onze persoon vormen en doordringen,
en moge ze rijke vruchten dragen
in zelf-aanvaarding en liefde voor de naaste.
Mogen we zo levende getuigen worden
van uw liefde en trouw
en U loven en eren.
Dat vragen wij U door Jezus Christus uw Zoon,
in wie uw liefde zichtbaar en tastbaar is geworden.
Piet VAN BREEMEN
Piet Van Breemen (1927-2021) studeerde kernfysica en was een tijdlang novicenmeester van de Jezuïeten in Nederland en in België. In zijn vrije tijd begon hij retraites te begeleiden. Zijn eerste Bijbelse meditaties werden gepubliceerd in de bundel Als brood dat wordt gebroken. Dat boek verscheen in twintig verschillende talen en werd erg goed onthaald. Tot op hoge leeftijd bleef Piet Van Breemen actief in het begeleidingswerk volgens de Geestelijke Oefeningen van Ignatius.
In: Piet VAN BREEMEN, Vertrouwd met het geheim. Uit het Duits vertaald door de auteur, Gent, Carmelitana, 2008, 44.
#60 Heilige Geest, Gij zijt altijd in ons
Heilige Geest,
Gij zijt altijd met ons
en in ons.
Zelfs als we moeite hebben
om uw aanwezigheid te beseffen,
door Christus weten we
dat Gij ons onze harten woont.
Gij zijt de Trooster.
Gij helpt ons op de weg naar anderen
die armer zijn dan wij,
zodat de hoop van de opstanding
het aangezicht van de aarde vernieuwt.
Broeder Aloïs van Taizé
Aloïs Löser (°1954) groeide op in het Duitse Stuttgart en leerde als jonge man de gemeenschap van Taizé kennen. Een jaar lang hielp hij als vrijwilliger bij de opvang van jonge pelgrims en daarna trad hij toe tot de gemeenschap, waar hij van de broeders de spirituele en theologische vorming ontving. Hij coördineerde vele jaren de ontmoetingen, die telkens tussen kerstmis en nieuwjaar in een Europese stad plaatsvinden. In 2005 volgde hij frère Roger op als prior van de gemeenschap in Taizé met haar blijvende inzet voor eenheid onder de christenen.
In: FRÈRE ALOÏS VAN TAIZÈ, Durven geloven. De christelijke feesten als weg naar God, Uit het Frans vertaald door Jessica MUNNIKHUIS, Houten, Ekklesia, 2011, 81.
#59 Laat de liefde groeien
God onze Vader,
Gij hebt uw Zoon gezonden
om eenheid te scheppen
waar verdeeldheid bestond.
Laat ons niet in duisternis achter.
Doe het morgenlicht van uw Geest
over ons opgaan.
Geef dat we vandaag
met Jezus samenwerken
voor vrede en verzoening.
Laat de liefde groeien
in ons eigen huis
en overal waar we komen.
Emiel Jozef DE SMEDT
Emiel Jozef De Smedt (1909-1995) werkte eerst vijftien jaar in de priesteropleiding van het Aartsbisdom Mechelen-Brussel, tot hij er in 1950 tot hulpbisschop werd gewijd. Twee jaar later werd hij bisschop in Brugge. Onder zijn impuls werd het katholiek onderwijs sterk uitgebouwd. Mgr. De Smedt nam actief deel aan het Tweede Vaticaans Concilie, waar hij naam maakte met zijn reactie tegen de kerkelijke kwalen van klerikalisme, juridisme en triomfalisme.
In: Emiel Jozef DE SMEDT, Dag vriendelijk licht. Voor een hartelijke kerk, Tielt – Amsterdam, Lannoo, 1975, 48.
#58 Maria, eens zullen we omstraald worden door een zacht gelaat
Maria,
met onze ziel klampen we ons vast
aan u, onze hoop,
ons vast en veilig anker.
We wijden ons aan u toe
met geest, ziel en lichaam.
We willen u eren,
zoveel we kunnen,
met psalmen, hymnen en geestelijke liederen.
Want u loven zoals het past, kunnen we niet uit eigen kracht.
Een spreuk zegt:
“Wie zijn mededienaars looft,
toont daarmee ook de genegenheid voor de meester, die ze samen dienen.”
Welnu, hoe zouden we dan kunnen nalaten om ú te loven,
u die toch de moeder van uw Meester zijt?
Moeten we uw lof niet met ijver nastreven?
Is die lof niet te verkiezen boven onze eigen levensadem,
ja, is die lof niet leven gevend?
Met die lof tonen we nog het best
onze genegenheid voor onze eigen Meester, de Christus.
Gij, moeder van onze goede Meester,
richt uw ogen op ons.
Leidt onze reis naar de veilige haven waar Gods wil geschiedt.
Schenk ons het geluk dat ons wacht.
Dan zullen we omstraald worden
door het zachte gelaat van Gods Woord,
dat in u is vlees geworden.
Samen met Hem
brengen we de Vader eer en lof,
heerlijkheid, macht en sterkte,
samen met zijn Geest
die heilig is en goed,
die leven schenkt
nu en altijd,
in de eeuwen der eeuwen.
Amen.
JOHANNES VAN DAMASCUS
Johannes (676-749) leefde in Damascus, de hoofdstad van de toenmalige Islamitische Omajjaden-dynastie. Hij werd monnik en trok naar een gemeenschap dicht bij Jeruzalem. Hij schreef vele theologische werken, onder meer over iconenverering en over de koran. Daarnaast omvat zijn oeuvre heel wat poëzie, vooral over Maria. Als beeld van Gods volk deelt Maria nu al in het volle leven van de verrezen Heer.
Het bovenstaand gebed past bij de herdenking van Maria’s hemelvaart. Johannes Damascenus prijst Maria’s openheid voor Gods Zoon en tegelijk hoopt hij eens te delen in diezelfde intimiteit met Christus.
In: JEAN DAMASCÈNE, Homélie sur la Dormition, I,1,14, in : IDEM, Homélies sur la nativité et la dormition. Texte grec, introduction, traduction et notes parPierre VOULET (Sources Chrétiennes, 80), Paris, Cerf, 1961, 118-120. Uit het Grieks vertaald door bisschop Lode AERTS.
#57 Denk aan mij wanneer Gij in uw rijk gekomen zijt
Gij hebt, o Heer, onze doodsangst bezworen.
Gij hebt het einde van ons leven hier
tot de drempel van het ware leven gemaakt.
Gij laat ons lichaam een tijdlang rusten in een slaap
en Gij zult het bij de bazuinstoot op de laatste dag doen ontwaken.
Gij vertrouwt ons toe aan de aarde die uw eigen hand heeft geboetseerd.
Maar onze sterfelijke, vormeloze resten zult gij uit de aarde terugnemen
om ze door onsterflijkheid en gratie sierlijk om te vormen.
Om ons van vloek en zonde te bevrijden
zijt Gij voor ons zowel vloek als zonde geworden.
Gij hebt de kop verpletterd van de draak,
die mensen in de afgrond van ongehoorzaamheid heeft gestort.
Gij hebt voor ons de weg naar opstanding gebaand
en de poorten van het dodenrijk verbrijzeld.
De vorst van de dood hebt Gij ontwapend.
Gij gaf aan wie U vrezen
het teken van het heilig kruis
om de Boze te bestrijden
en ons leven te beschutten.
Eeuwige God, vanaf de moederschoot behoor ik U toe,
mijn ziel bemint U met al haar kracht,
vanaf mijn jeugd tot in dit uur blijf ik met lijf en ziel U toegewijd.
Plaats aan mijn zijde een engel van licht
om mij te leiden naar de plaats van verkwikking,
naar wateren van rust
in de schoot van heilige Vaders.
Gij hebt het vlammende zwaard verbrijzeld
en de man, die met U gekruisigd werd en die aan U vergiffenis vroeg,
hebt Gij het paradijs geschonken;
denk ook aan mij wanneer Gij in Rijk gekomen zijt.
Macrina de jongere
Macrina (324-374) leefde in Pontus, het huidige Turkije. Ze was de oudste zus van Basilius en Gregorius van Nyssa. Ze genoot een uitstekende opvoeding en weigerde de huwelijksregeling die voor haar was geschikt. Samen met haar moeder, die ondertussen weduwe was geworden, maakte ze van het ouderlijk huis een kleine religieuze gemeenschap met veel aandacht voor gebed, gastvrijheid en sociaal engagement. Het bovenstaand gebed met een onwankelbaar vertrouwen op de verrijzenis vinden we aan het slot van haar levensbeschrijving door haar broer Gregorius.
In: GREGORIUS VAN NYSSA, Vita sanctae Macrimae virginis (Patrologia Graeca, 46), Paris, Migne, 1858, 984-985. Uit het Grieks vertaald bisschop door Lode Aerts.
#56 Gij zijt mijn ware trooster
Mijn God,
help me, nu het moeilijk gaat.
Laat uw genade, uw licht en uw Geest me niet ontbreken.
Dan kan ik U trouw zijn in alle omstandigheden.
Als uwe majesteit me die genade schenkt,
zal ik zelfs de grootste tegenslag niet vrezen.
Door uw genade krijgt mijn ziel meesterschap over alles,
want niets bezit kracht of werkelijkheid tégen U.
Mijn God,
ik dank U.
Gij zijt mijn ware trooster en heel mijn goed,
mijn toevlucht,
want wie tot U roept,
laat Gij nooit in de steek.
Bij mensen in nood zijt Gij overvloedig en
Gij vervult elke leegte van zintuig en ziel.
Anna van de heilige Bartholomeüs
Ana García Manzanas (1549-1626) was een dochter van welgestelde boeren. Tegen de zin van haar familie trad ze in bij de Karmel van Avila en werd er de verpleegster en vertrouwelinge van de grote Teresa. Na haar dood trok ze weg uit Spanje en stichtte karmelkloosters in Frankrijk en in de Nederlanden, onder meer in Antwerpen, waar ze voor de rest van haar leven als priorin zou verblijven. De stichtingen verliepen niet altijd zonder problemen, zoals blijkt uit het bovenstaand gebed uit 1607 toen er spanningen waren met de kerkelijke leiding in Parijs.
In: ANA DE SAN BARTOLOME, Obras completas. Edición preparada por Julian URKIZA (Maestros espirituales cristianos, 16), Burgos, Editorial Monte Carmelo, 1998, 194 en 196 (par 1 en par 7). Uit het Spaans vertaald door bisschop Lode AERTS.
#55 Kom in mijn hart
Heilige Geest,
kom in mijn hart.
Mijn God,
trek me naar U toe met uw kracht
en geef me eerbied en liefde.
Christus,
hou me ver van elke boze gedachte
en verwarm mijn hart.
Laat uw zachte liefde in mij ontvlammen
en alle last wordt licht voor mij.
Mijn Vader,
lieve Heer,
help mij bij al wat ik doe.
Jezus, mijn geliefde!
Jezus, mijn geliefde!
Catharina van Siena
Catharina Benincasa (1347-1380) sloot zich op haar zestiende aan bij een groep van mannen en vrouwen die leefden volgens de spiritualiteit van Dominicus. In Siena bracht ze kleren en eten naar de armen, bezocht gevangenen en verzorgde pestlijders, in wie ze Christus herkende. Ze reisde naar Avignon en slaagde erin om paus Gregorius XI te overtuigen naar Rome terug te keren.
Van het korte gebed hierboven wordt tot op vandaag het origineel in Siena bewaard, in het handschrift van Catharina zelf, met rode inkt van vermiljoen.
In: SAINTE CATHERINE DE SIENNE, Les Oraisons. Traduites par Étienne CARTIER, in : SAINTE CATHERINE DE SIENNE, Œuvres complètes, Paris, Les Belles Lettres, 2019, 1269. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode AERTS.
#54 Ik prijs U voor een nieuwe dag
Heer, Gij zijt de schepper van het al.
Gij schiep het eerste ochtendgloren
Gij zag op de eerste morgen van de wereld dat alles goed was.
Ik prijs U voor het licht dat deze morgen door mijn venster straalt
en dat mij doet opstaan voor een nieuwe dag.
Ik prijs U voor het leven dat in mij bruist.
Ik prijs U voor de klare, mooie wereld rondom mij.
Ik prijs U van het land, de zee en de lucht,
voor de wolken op hun vlucht en voor de vogels met hun lied.
Ik prijs U voor het werk dat Gij mij laat ondernemen
en voor alles wat Gij mij in vrije tijd laat meemaken.
Ik prijs U voor mijn vrienden.
Ik prijs U voor muziek en boeken,
voor goed gezelschap en voor alle vreugde die ik mag genieten.
Heer, Gij zijt altijd barmhartig;
geef mij een hart vol tederheid voor allen die niet zo blij zijn als ik in dit morgenlicht.
Zij die hun levenskrachten voelen wijken,
zij die ver van zonneschijn het bed moeten houden,
de blinden die van het daglicht afgesneden zijn,
zij die zich overwerkt hebben en gruwen van vrije tijd,
de werklozen die de vreugde van het werk moeten missen
en de nabestaanden met een lege plek in hun hart en hun huis:
erbarm U over elk van hen.
Gij zijt het licht dat nooit onder gaat,
maak de ramen van mijn hart wijd open voor U
zoals het daglicht door de ramen schijnt en mijn kamer binnenstroomt.
Laat heel mijn leven met de stralen van uw aanwezigheid vervuld zijn.
Laat bij mij geen hoekje in het duister blijven,
maar schijn in heel mijn wezen met het licht van uw gelaat.
Neem alles in mij weg wat de schittering van de dag kan verduisteren.
Laat mijn hart van de morgen tot de avond geleid worden
door de Geest van Jezus, het licht van alle volkeren.
John BAILLIE
John Baillie (1886-1960) was een priester van de Church of Scotland. Als theoloog werkte hij in het Verenigd Koninkrijk, in Canada en de Verenigde Staten. Een van zijn belangrijke studieobjecten was de relatie tussen godskennis en morele en spirituele ervaring. Zijn Diary of Private Prayer behoort tot de klassiekers van de spiritualiteit.
In: John BAILLIE, A Diary of Private Prayer. Updated and Revised bySusanna WRIGHT, New York-London-Toronto-Sydney-New Delhi, Scribner, 2014, 27. Uit het Engels vertaald door bisschop Lode AERTS.
#53 Met U zijn er geen verten meer
Met U zijn er geen verten meer
en alles is nabij.
Des levens aanvang glinstert weer,
geen gisteren en geen morgen meer,
geen tijd meer en geen uren,
geen grenzen en geen muren;
en alle angst voorbij,
verlost van schaduw en van schijn,
wordt pijn en smart tot vreugd verheven!
Hoe kan het zo eenvoudig zijn!
Hoe kan het leven Hemel zijn,
met U, o kern van alle leven!
Felix TIMMERMANS
Felix Timmermans (1886-1947) was schrijver, dichter en schilder. Op het eind van zijn leven schreef hij een aantal gedichten, die postuum onder de titel Adagio werden gepubliceerd. Dit late werk kan als een dubbele belijdenis worden beschouwd. De dichter prijst Gods goedheid en schoonheid die hij in de kosmos ontdekt. En tegelijk belijdt hij zijn eigen fouten en zwakheden. Die worden nog verzwaard door Timmermans ouderdom, ziekte en vereenzaming. En toch krijgt in Adagio het rustig vertrouwen het laatste woord, zoals blijkt uit het bovenstaand gebed.
Uit: Felix TIMMERMANS, Adagio – Verzameld dichtwerk, Leuven, Davidsfonds, 1993, 156.
#52 Ik verlaat mij op U
Vader,
Ik verlaat mij op U,
doe met mij wat Gij goedvindt.
Wat Gij ook met mij doen wilt,
ik dank U.
Tot alles ben ik bereid, alles aanvaard ik,
als uw wil maar geschiedt in mij
en in al uw schepselen:
niets anders verlang ik, mijn God.
Ik leg mijn leven in uw handen,
ik geef mij aan U, mijn God,
met heel de liefde van mijn hart,
omdat ik u bemin,
omdat het voor mij een noodzaak
van liefde is mij te geven,
mij zonder voorbehoud op U te verlaten,
met een oneindig vertrouwen:
want Gij zijt mijn Vader.
Charles DE FOUCAULD
Charles de Foucauld (1858-1916) was eerst een flamboyant militair en ontdekkingsreiziger in Marokko, dat toen nog Frans gebied was. Onvoldaan keerde hij dit leven de rug toe en trad in bij de Trappisten.
Na een pelgrimsreis in het Heilig Lang werd hij kluizenaar in de Sahara, met grote zorg voor het gebed en de vriendschap met de arme Toearegs. Zijn ‘gebed van overgave’ schreef hij echter eerder, wanneer hij nog trappistenmonnik was. Het kaderde in een lange serie meditaties bij evangelieverzen, meer bepaald bij Jezus’ woorden aan het kruis: “Mijn Vader, in uw handen beveel ik mijn geest” (Lc 23,46). Vele jaren later werd het gebed ruim verspreid buiten de kring van de Kleine Broeders en Zusters die leven in de geest van Charles de Foucault.
In: Charles DE FOUCAULT, Méditations sur le Saint Évangile au sujet des principales vertus (1898), in : IDEM, L’esprit de Jésus. Méditations 1898-1915, Paris, Nouvelle Cité, 1978, 88-89.
#51 Geef dat ik uw Woord goed versta
Geef, Heer,
dat ik uw Woord goed versta,
meer nog,
dat ik het ook volbrengen mag.
Laat me, goede Heer,
liever geen woord verstaan
wanneer mijn studie
niet meer U ter eer zou strekken!
Maarten LUTHER
Maarten Luther (1483-1546) legde grote klemtoon op Gods onverdiende genade en begon een diepgaande kerkhervorming die jammer genoeg in een kerksplitsing eindigde. Helemaal in trouw aan zijn monastieke traditie, vroeg hij om enkel biddend de Schriften te lezen. In een kort briefje raadt hij aan om de Bijbel niet open te slaan zonder eerst de ogen of minstens het hart naar de hemel richten. Daarbij geeft Luther een kort gebed om luidop of in het hart tot God te richten.
In: Martin LUTHER, An Spalatin. Beilage (nr 175), in: Martin Luthers Briefwechsel 1501-1520 (Weimar Ausgabe, Br 1), Weimar, Hermann Böhlaus, 1930, 397, 24-25 en 33-35. Uit het Latijn vertaald door Lode AERTS.
#50 Geef dat ik U mag liefhebben
Neem, Heer, en aanvaard
heel mijn vrijheid,
mijn geheugen,
mijn verstand
en heel mijn wil,
alles wat ik heb en bezit.
Gij hebt het mij gegeven,
aan U, Heer, geef ik het terug.
Alles is van U,
beschik erover geheel volgens uw wil.
Geef dat ik U mag liefhebben,
die genade is mij genoeg.
Ignatius van Loyola
Ignatius van Loyola (1491-1556) was een edelman uit Spaans Baskenland. Toen hij een lange tijd aan zijn ziekbed gekluisterd was, ging hij stilaan meer aandacht hebben voor zijn eigen gemoedstoestanden. Wanneer bepaalde gedachten meer vrede en vreugde met zich meebrachten, leerde hij afwegen in welke mate ze van God konden komen. Dit principe van onderscheiding werd het kompas wanneer Ignatius later anderen ging helpen om Gods Stem te horen bij het bidden met het evangelie. Voor andere begeleiders vatte hij die werkwijze samen in zijn ‘Geestelijke oefeningen’. Ze eindigen met het bovenstaand gebed van overgave.
In: IGNATIUS VAN LOYOLA, Geestelijke Oefeningen.Vertaling, inleiding en verklarende noten door Mark ROTSAERT met medewerking van Paul Begheyn, Mary Blickman, Rob Faesen, Luc Geysels, Hans van Leeuwen, Pieter-Paul Lembrechts en Hugo Roeffaers, Averbode – Baarn, Altiora - Gooi & Sticht, 1994, 137(nr 234).
Beluister de podcast over het leven van Ignatius.
#49 Vader, zo mogen wij U aanspreken
God,
onzienlijk,
onnoembaar, voorbij alle woorden.
En toch mogen wij U noemen
met een menselijke naam – Vader.
Zo mogen wij U aanspreken
in Jezus, uw geliefde Zoon.
Vader van wie ook wij de kinderen zijn.
Open ons hart voor die waarheid,
die ons bevrijdt uit onszelf en groot maakt.
Geeft dat wij het aandurven
om meer en meer uw kinderen te worden:
ontvankelijk voor elke gave die van U komt,
aandachtig voor elke medemens
– onze broeder, onze zuster,
ontledigd aan ons kleine ik.
Geef dat wij in de leer gaan bij uw Zoon,
voor wie Gij alles zijt.
Wij vragen het door Hem,
die onze Broeder is en blijft
– Christus, onze Heer.
Manu VAN HECKE
Manu Van Hecke (° 1951) studeerde wijsbegeerte aan de KU Leuven en theologie aan het Grootseminarie in Brugge. Hij werkte een tijdlang als leraar en trad in 1981 toe tot de trappistengemeenschap van Westvleteren.
Broeder Manu was jarenlang actief in het labo van de brouwerij, de keuken, de boerderij en het noviciaat. In 1996 kozen zijn broeders hem tot abt. In zijn homilieën, lezingen en publicaties klinkt een gezagvolle stem over christelijke spiritualiteit.
In: Geert DE KERPEL (red.), U wil ik ademen. 55 gebeden, Antwerpen, Halewijn - Bisdom Gent, 2005, 47.
Beluister ook de podcast met abt Manu 'Het hart kent redenen die het hoofd niet kent'.
#48 Mijn hart is kribbe geworden en wacht op U
Mijn Heer en mijn God,
Gij hebt mij geleid langs een lange, donkere, lastige weg vol stenen.
Mijn krachten begaven het vaak
en ik gaf haast de hoop op om nog ooit het licht te zien.
Maar in het diepst van mijn pijn, wanneer mijn hart verstarde,
ging er een klare, zachte ster voor mij op.
Getrouw voerde ze mij op weg
en ik volgde, eerst nog weifelend, maar dan steeds overtuigder.
Zo kwam ik eindelijk aan de poort van de kerk te staan.
De deur ging open en ik vroeg of ik mocht binnenkomen.
Uit de mond van uw priester klinkt nu een groet met uw woord van zegen.
Binnenin zie ik een menigte van sterren:
kerstrozen die me op weg zetten naar U.
Ze wachten op U, voor de kerstnacht.
Het geheim, dat ik diep in mijn hart moest verborgen houden,
mag ik nu luid uitspreken: ik geloof – ik belijd!
De priester voert me op de trappen naar het altaar.
ik buig het hoofd – het doopwater stroomt over mijn hoofd.
Heer, kan iemand in de helft van zijn leven
opnieuw geboren worden?
Gij hebt dat gezegd en ik heb het gevoeld.
De levenslange last van schuld en pijn viel van mij af.
Rechtopstaand ontvang ik de witte mantel, die Gij me op de schouders legt:
het helder beeld van zuiverheid.
Ik draag de kaars in mijn hand.
Haar vlam zegt me dat uw heilig leven in mij gloeit.
Mijn hart is nu kribbe geworden.
Het wacht op U, maar niet voor lang.
Om middernacht legt Maria
– uw moeder en ook de mijne –
haar pasgeboren kind in mijn hart.
Geen mensenhart kan vatten
wat Gij bereid hebt voor wie U liefhebben.
Nu heb ik U gevonden en ik laat U nooit meer los.
Op welke weg het leven me ook leidt,
Gij zijt bij mij.
Niets kan me van uw liefde scheiden.
Edith STEIN
Edith Stein (1891-1942) stamt uit een Joodse familie in Breslau, het huidige Wrocław in Polen. Op haar vijftiende wordt ze atheïst. Ze studeert filosofie, psychologie en geschiedenis aan verschillende Duitse universiteiten en ze is één van de eerste vrouwen om een academische carrière uit te bouwen. Ze wordt diep geraakt door de levensbeschrijving van Theresia van Avila. In 1922 volgt haar doopsel, waarvan het gebed hierboven – met als titel Kerstnacht – een echo vormt.
Edith Stein verlaat na haar doop de universiteit en engageert zich in het onderwijs voor meisjes, tot de nazi’s een beroepsverbod uitvaardigen tegen Joden. Ze treedt in bij de Karmelietessen van Keulen en herneemt haar filosofisch werk met het oog op een synthese tussen rede en geloof. Maar de Gestapo pakt haar op en deporteert haar naar Auschwitz, waar ze gedood wordt in de gaskamer.
In: Edith STEIN, Persönliche Notizen und Exerzitien, in: IDEM, Geistliche Texte II. Uitgegeven door Sophie BLINGGELI, Ulrich DOBHAN en Maria Amata NEYER (Edith Stein Gesamtausgabe, 20), Freiburg – Basel – Wien, Herder, 2007, 34–36. Uit het Duits vertaald door bisschop Lode Aerts.
#47 Uw lucht adem ik in
Mijn God,
ik ben uw mens.
Ik grens
aan U.
Bij U
ligt einde en begin.
Uw lach,
uw pijn,
uw zucht,
uw lucht,
adem ik in.
Toon HERMANS
Toon Hermans (1916-2000) was cabaretier, zanger, kunstschilder en dichter. Amper elf jaar oud stierf zijn vader en bleef het gezin in armoede achter. Om de kost te verdienen, ging de jonge Toon gedichtjes schrijven. Nog als tiener maakte hij zeer eerste revue. Hij verhuisde naar Amsterdam en werd steeds bekender met zijn stem op de radio, zijn onemanshows op tv en zijn korte gedichten, die vaak in een jaarlijkse uitgave verschenen.
Uit zijn humor sprak een filosofische verwondering over alledaagse dingen en een diepe dankbaarheid voor het leven. Dat bleek ook duidelijk in de twee gebedenboekjes die hij uitgaf en die doordrongen zijn van een eenvoudig, authentiek geloof.
In: Toon HERMANS, Nieuw gebedenboek. Zijn mooiste spirituele teksten, Samengesteld door Karel MICHIELS, Tielt, Lannoo, 2020, 102.
#46 Geef vrede, Heer
Geef vrede, Heer, geef vrede,
de aarde wacht zo lang,
er wordt zo veel geleden,
de mensen zijn zo bang,
de toekomst is zo duister
en ons geloof zo klein;
o Jezus Christus, luister
en laat ons niet alleen!
Geef vrede, Heer, geef vrede,
Gij die de vrede zijt,
die voor ons heeft geleden,
gestreden onze strijd,
opdat wij zouden leven
bevrijd van angst en pijn,
de mensen blijdschap geven
en vredestichters zijn.
Jan NOOTER
Jan Nooter (1922-1997) was een Nederlands doopsgezind predikant en dichter. Hij engageerde zich intensief in de oecumene en in de kerkliedkunde. Het bovenstaande gebed komt uit een lied dat in het Duits werd vertaald door Jürgen Henkys, een theoloog en predikant uit Oost-Berlijn. Sinds de jaren tachtig maakt “Gib Frieden, Herr, gib Frieden” deel uit van het Evangelisches Gesangbuch. Het speelde een grote rol in de vredesbeweging van de toenmalige Duitse Democratische Republiek.
In: INTERKERKELIJKE STICHTING VOOR HET LIEDBOEK, Liedboek. Zingen en bidden in huis en kerk, Zoetermeer, BV Liedboek, 2013, 1555 (nr 1010) (= Liedboek voor de Kerken, nr 285).
#45 Waar zijt Gij?
Van alles wat rondom mij en in mij gebeurt, God,
zie ik de zin niet.
Waarom moet ik net hier
op deze plaats in het leven staan?
Mijn gedachten dwalen in de nevels.
Mijn blikken tasten in het duister.
Mijn ogen geraken niet tot bij U.
Vol bitterheid is mijn hart.
De woorden van mijn gebeden
lijken me van uw troon af te ketsen.
Ze vallen in de leegte.
Ik heb alle hoop laten varen.
Ik ben verloren.
God, hoe houdt Gij het uit?
Met uw zwijgen plooit Gij mijn leven toe.
In mijn ziel heerst diepe angst.
Mijn ziel weent en worstelt en spitst het oor
totdat de morgen gloort.
Waar zijt Gij?
Irmgard POWIERSKI
Irmgard Powierski (°1931) werd geboren in Oost-Pruisen. Ze was een verpleegster en kreeg de leiding van een ziekenhuis. Naderhand ging ze aan de slag als fulltime schrijfster.
Het bovenstaand gebed is het eerste uit een serie van negenenveertig andere die de traditie van de Bijbelse psalmen verderzetten.
Powierski wil allereerst de doden van Auschwitz gedenken, tezamen met slachtoffers van andere menselijke tragedies. Door het lijden te benoemen en te gedenken, reageert ze tegen schaamte en stilte. Haar gebeden scheppen ruimte voor het klagen en het troosten. Ze willen wie lijden ondergaat steunen en wie lijden veroorzaakt ontmaskeren.
In: Irmgard POWIERSKI, Wider das Vergessen, 7 x 7 Psalmen zwischen den Stelen, Göttingen, Vandenhoeck & Ruprecht, 2008, 9. Uit het Duits vertaald door bisschop Lode AERTS.
#44 Gij hebt ons niets minder dan Uzelf geschonken
Heer, onze God,
Gij wilde niet alleen in de hemel,
maar ook bij ons op aarde wonen.
Niet alleen hoog en groot zijn,
maar ook gering en klein, zoals wij.
Niet enkel heersen,
maar ook dienen.
Niet alleen God in eeuwigheid zijn,
maar ook voor ons als mens geboren worden, leven en sterven.
In uw lieve Zoon, Jezus Christus, onze redder,
hebt Gij ons niets minder dan Uzelf geschonken.
Zo konden wij helemaal bij U thuiskomen.
En dat geldt voor ieder van ons,
al heeft niemand van ons dat verdiend.
Wat zouden wij anders doen,
dan ons verbazen, ons verheugen, U bedanken
en ons vastklampen aan wat Gij met ons hebt gedaan.
Karl BARTH
Karl Barth (1886-1968) was een invloedrijk predikant en theoloog die werkte in Zwitserland en Duitsland. Hij reageerde met profetische scherpte tegen politieke ideologieën die het geloof voor eigen voordeel misbruikten. In reactie hierop wou hij de theologie radicaal op het initiatief van God funderen.
Hij ging intensief de Bijbel bestuderen en vooral de Romeinenbrief. Daaruit bleek dat het alleen uit onverdiende genade is waardoor God zich aan de mens laat kennen met het oog op relatie en verbond. Hoezeer Gods openbaring in Jezus culmineert, blijkt uit het bovenstaand gebed. Barth schreef het voor de kerstwake in de gevangenis van Basel in het jaar 1958.
In: Karl BARTH, Predigten 1954-1967 (Karl Barth Gesamtausgabe, 12), Uitgegeven door Hinrich STOEVESANDT, Zürich, Theologischer Verlag, 2003, 130. Uit het Duits vertaald door bisschop Lode Aerts.
# 43 Gij zijt mijn Liefde
Neen, mijn Lief,
Gij zijt geen vuur,
Gij zijt geen water,
Gij zijt niet wat wij zeggen.
Gij zijt wat Gij zijt
in uw glorievolle eeuwigheid.
Gij zíjt:
dat is uw wezen en uw naam.
Gij zijt leven:
goddelijk leven,
vitaal leven,
leven dat verenigt.
Gij zijt een en al zaligheid:
eenheid die niet genoeg te loven valt
en die ieder woord en elk begrip te boven gaat.
In één woord, Gij zijt Liefde.
Mijn Liefde.
Wat zal ik over U dus zeggen?
Gij hebt mij gemaakt voor U;
voor U, zeg ik, die Liefde zijt.
Marie GUYART
Marie Guyart (1599-1672) is een jonge weduwe in het Franse Tours, die jarenlang niet kan ingaan op haar roeping tot het religieuze leven, omdat ze de zorg heeft voor de opvoeding van haar zoontje Claude. Pas vele jaren later treedt ze in bij de Ursulinen in Tours onder de naam van Marie van de Incarnatie. Haar mystieke ervaringen sluiten haar helemaal niet af van de realiteit.
In 1639 vertrekt ze naar Quebec om er een klooster te stichten, dat zal instaan voor het onderwijs bij de indianen in Canada. Marie Guyart speelde een belangrijke rol in het jonge Quebec. Bij het gebed hierboven wordt vermeld dat ze het schreef na het aanhoren van een al te naïeve preek over God in termen van vuur en water.
Haar autobiografisch relaas werd in het Nederlands vertaald en toegelicht door Jos ALAERTS, Het mystieke leven van Marie Guyart(Bronnen van spiritualiteit), Averbode, Uitgeverij Averbode -Erasme, 2008.
In: Albert JAMET, Marie de l’Incarnation. Écrits spirituels et historiques, Paris, Desclée de Brouwer, 1929, I, 380. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode Aerts.
#42 Wanneer we in U sterven
Hier ben ik, Heer.
De tijd dat ik op aarde werkte, is ten einde.
Aanvaard het goede dat ik heb gedaan.
Schenk Gij het levenskracht.
Laat uw onvermoeibare barmhartigheid stromen
over wat ik misdeed.
Spreid uw brede mantel van tederheid
over al mijn broeders en zusters die ik pijn heb gedaan.
Overdek ieder die ik liefhad
met de schaduw van uw vrede.
Schenk uw glimlach van vreugde en geluk
aan allen die me hebben bemind, verzorgd en omringd.
Maak hen zachtmoedig door uw Geest.
Laat uw liefde bij ons zijn in deze nacht
waarin Gij met ons de overgang van Pasen maakt.
Laat uw licht over ons schijnen
wanneer we in U sterven.
Amen.
Savina Gillès de Pélichy
Savina Gillès de Pélichy (1912-2008) is een jonge vrouw van eenentwintig wanneer ze binnentreedt in het Brugse Betaniëklooster dat toen nog maar pas was gesticht. Op de vooravond van de tweede wereldoorlog voert de allerlaatste boot haar naar Congo, waar ze meer dan een halve eeuw te midden van de armen zal leven. Ze werkt er als een bescheiden, diepgelovige missionaris met een voorliefde voor de kleinen in wie ze Jezus herkent.
Ze houdt van muziek, heeft een passie voor de Elisabethwedstrijd en neemt op haar vijfentachtigste de viool weer ter hand. In die jaren is ze terug in de gemeenschap van Loppem waar alles begon. Het gebed schrijft ze kort voor haar sterven op de vooravond van het feest van Transfiguratie.
Uit het archief van de Priorij van Onze Lieve Vrouw van Betanië in Loppem (onuitgegeven). Uit het Frans vertaald door bisschop Lode Aerts
#41 Ik weet dat ik uit vergeving leef
Ik weet dat ik uit vergeving leef,
na de woorden en de daden die ik volbracht,
de dingen die ik niet wilde
of terwijl ik ze wilde niet deed,
na de misstappen en onvergeeflijkheden
leef ik hier.
Het zonlicht valt op mij.
De wolken geven mij schaduw.
Mijn hart klopt ondanks alles
rustig en zonder vrees.
Ik weet dat ik uit vergeving leef.
Zoals de wind rondtolt in de ommuurde tuin
en dan een aanloop neemt en springt,
de verdorde bladeren meevoert,
de verwelkte bloemen verstrooit,
zo doet Gij met mij,
vergevende God.
Gij gunt mij uw ziel.
Gij verheugt u over mijn bloei
en buigt u over de neergang.
Gij zijt de hovenier van mijn dagen.
Als ik te moe ben om U te zoeken,
als de slaap mij overmant,
arbeidt Gij nog in de nacht,
vol verlangen dat ik zal opstaan
om U te zien.
Ik zal U zien. Ik wil U danken.
Ik zal uw gerechtigheid zien
voor allen die leven
uit de vergeving die zonder einde is.
Maria DE GROOT
Maria de Groot (°1937) studeerde Nederlandse letterkunde en theologie. In 1970 was zij een van de eerste vrouwen die tot predikant werd benoemd. Na haar werk in de Kloosterkerk in Den Haag stichtte zij samen met anderen ‘Ecclesia’, een oecumenische basisgemeenschap. Ze werkte aan de theologische faculteit van Utrecht en publiceerde meer dan 40 dichtbundels.
In: Maria DE GROOT, Psalmen van een vrouw, Kampen, Ten Have, 2008, 20.
#40 Gij badt op eenen berg
Gij badt op enen berg alleen,
en... Jesu, ik en vind er geen
waar 'k hoog genoeg kan klimmen
om U alleen te vinden:
de wereld wilt mij achterna,
alwaar ik ga
of sta
of ooit mijn ogen sla;
en arm als ik en is er geen;
geen een,
die nood hebbe en niet klagen kan;
die honger, en niet vragen kan;
die pijne, en niet gewagen kan
hoe zeer het doet!
o leert mij, armen dwaas, hoe dat ik bidden moet!
Guido GEZELLE
Guido Gezelle (1830-1899) was als priester actief in diverse scholen en op een parochie in de Brugse binnenstad. Zijn fijnzinnige poëzie staat in de traditie van de romantiek en handelt over de natuur, de vriendschap en de dood. Met zijn voorliefde voor taal- en volkskunde stond hij mee aan de wieg van het tijdschrift De Biekorf, dat na ruim een eeuw nog steeds bestaat. Michel Van der Plas wijdde aan hem een monumentale biografie onder de titel Mijnheer Gezelle.
In: Guido GEZELLE, Als de ziele luistert. De mooiste religieuze gedichten van Guido Gezelle. Samengesteld door Piet THOMAS, Tielt – Kampen, Lannoo – Kok, 1999, 112. Piet Tomas biedt in dit werk een mooie toelichting bij dit gebed (p.27-30).
Bekijk een bezinning op het gedicht van Gezelle van Henk Jongerius
#39 Als Gij het graag hebt, schenk mij dan het geloof
Mijn God, ik hou niet van U,
ik verlang het zelfs niet,
ik verveel me met U.
Misschien geloof ik zelfs niet in U!
Mocht Gij voorbijgaan, kijk me dan aan.
Kom heel even schuilen in mijn ziel.
Blaas erover en breng ze op orde, zonder veel wind te maken,
zonder me iets te zeggen.
Als Gij wilt dat ik mij aan U hecht,
schenk me dan het geloof.
Als Gij wilt dat ik van U hou,
schenk me dan de liefde.
Ik heb er geen en ik kan er niets aan doen.
Wat ik wel heb, geef ik U:
mijn zwakheid en mijn pijn;
verder de tederheid die me kwelt en die Gij wel ziet…
En de wanhoop…
Die radeloze schaamte…
Mijn pijn, niets anders dan mijn pijn.
Dat is alles!
En ook nog mijn hoop.
Marie NOËL
Marie Noël is de schuilnaam van Mélanie Rouget (1883-1967), een Franse dichteres, die levenslang met een broze fysieke en mentale gezondheid te kampen had. Voor haar omvangrijk poëtisch oeuvre ontving ze in 1962 de Grand Prix de poésie van de Académie Française. Acht jaar voor haar dood werden de ‘notes intimes’ – zeer tegen haar zin – uitgegeven. In dat onconventioneel proza tast Marie Noël met humor en ernst de grenzen af, op zoek naar de zin van het bestaan.
In: Marie NOËL, Notes intimes, suivies de Souvenirs sur l’abbé Bremond, Paris, Librairie Stock, 1959, 41. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode AERTS
#38 Leer mij waar en hoe U te zoeken
Heer, mijn God,
leer mijn hart waar en hoe U te zoeken.
Heer, mijn God,
leer me waar en hoe U te vinden.
Gij zijt mijn Heer en mijn God
en ik heb U nog nooit gezien.
Gij hebt mij geschapen;
Gij hebt mij herschapen;
alles wat goed is, hebt Gij me gegeven
en nóg ken ik U niet.
Om U te zien
hebt Gij mij geschapen
en dát waarvoor Gij mij geschapen hebt,
heb ik nog steeds niet gedaan.
Leer me U te zoeken
en laat me U zien als ik U zoek.
Want ik kan U niet zoeken,
tenzij Gij 't mij leert.
Ik kan U niet vinden,
tenzij Gij U aan mij toont.
Wek in mij het verlangen om U te zoeken
en laat me bij 't zoeken verlangend naar U uitzien.
Laat me U vinden door mijn liefde
en laat me U beminnen eens ik U gevonden heb.
Anselmus VAN CANTERBURY
Anselmus van Canterbury (1033-1109) was een Benedictijner monnik die abt werd in de Normandische abdij van Le Bec Hellouin. Onder zijn impuls werd Le Bec een centrum van grote geleerdheid. Zijn wijsgerige geschriften behandelen onder meer de hechte band tussen geloof en rede. In 1089 werd hij gekozen als aartsbisschop van Canterbury.
In: Anselmus VAN CANTERBURY, Proslogion, 1,1 (in: Franciscus Salesius SCHMITT (ed.), Prolegomena seu Ratio edititonis (Sancti Anselmi Cantuariensis archiepiscopi Opera Omnia, 1), Stuttgart – Bad Cannstatt, Frommann – Holzboog, 1968, 98 en 100. Uit het Latijn vertaald door bisschop Lode Aerts.
#37 Dat we waardig worden om te dienen
Geef, Heer, dat we waardig worden tot de dienst aan onze medemensen
die overal ter wereld leven en sterven
in armoede en honger.
Geef hun heden hun dagelijks brood
door onze handen.
Schenk hen vrede en vreugde
door ons begrip en onze liefde.
Moeder Teresa van CALCUTTA
Agnes Gonxha Bojaxhiu (1910-1997) werd geboren in Skopje, de hoofdstad van het huidige Noord-Macedonië. Gefascineerd door Thérèse van Lisieux neemt ze haar achttiende als kloosternaam Teresa en vertrekt naar India om les te geven. Getroffen door dakloze zieken en stervenden gaat ze zich in Calcutta helemaal aan de allerarmsten wijden.
In 1950 sticht ze de Missionaries of Charity, die ondertussen in ruim honderd landen actief zijn. Pas na haar dood werd duidelijk dat haar wereldwijde inzet ook gepaard ging met extreme gevoelens van dorheid en verlatenheid. Ze werd ook pijnlijk geraakt door het gevaar van hoogmoed bij haar medewerkers en medezusters en als reactie daarop schreef ze in 1969 het bovenstaand gebed om bescheidenheid bij het helpen.
In: Kathryn SPINK, Mother Teresa. An Authorised Biography. Revised and updated Edition, New York, HarperCollins Publishers, 2011, 130. Uit het Engels vertaald door bisschop Lode Aerts
#36 Gij wacht op ons
Gij wacht op ons
totdat wij opengaan voor U.
Wij wachten op uw woord
dat ons ontvankelijk maakt.
Stem ons af op uw stem,
op uw stilte,
spreek ons uw Zoon tegemoet,
Jezus, het woord van uw vrede.
Huub OOSTERHUIS
Huub Oosterhuis (°1933) schreef een groot aantal Bijbelse liederen, gedichten en gebeden. Veel van zijn teksten werden op muziek gezet door Bernard Huijbers, Antoine Oomen en Tom Löwenthal. Ze vonden een ruime verspreiding, ook in andere talen.
Samen met Alex van Heusden maakte hij een Nederlandse vertaling van de vijf eerste Bijbelboeken. Uit het psalterium koos hij Vijftig psalmen, die hij met Michel Van der Plas in een poëtische vertaling zeer toegankelijk maakte. Gaandeweg verschoof de klemtoon in zijn oeuvre naar meer sociale gerechtigheid.
In: Huub OOSTERHUIS, Bid om vrede, Baarn, Ten Have, 2000, 7.
#35 Open onze oren voor de stille stemmen
Heer,
er is de wind;
er is het vuur.
Maar er is ook de onhoorbaar zachte bries;
de ontelbare gebeden van eenvoudige mensen;
het hard labeur van hen die dorsten naar gerechtigheid;
het steeds herbegonnen werk van hen die vrede stichten.
Open onze oren voor deze stille stemmen
waarin Gij U openbaart.
Gij, God met ons
in Jezus de Mensenzoon.
Zusters van MAZILLE
De zusters van Mazille vormen een open Karmelgemeenschap dichtbij Cluny en Taizé. De betonnen kloostergebouwen liggen verscholen in het Bourgondische landschap en zijn het werk van de Catalaanse architect José Luis Sert, in de modernistische stijl van Le Corbusier.
De internationale gemeenschap zet zich in voor oecumene en interreligieuze dialoog. In deze ‘Carmel de la Paix’ kun je als gast deelnemen aan het werk en het gebed van de zusters.
In: Trésors de la prière des moines. Tamié. Etiolles. Mazille. Landévennec, Paris, Bayard, 2006, 229. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode AERTS.
#34 Gij die onze toekomst zijt
God, Gij zijt altijd groter
dan wij durven verwachten:
gij doet nieuwe en ongehoorde dingen.
Als om ons heen een wereld ineenstort,
brengt Gij uw nieuwe schepping tot stand.
Maak ons aandachtig
voor uw werkzaamheid in deze tijd,
dat wij niet blijven staan
bij wat voorbij is
en u niet zoeken waar Gij niet zijt.
Ga voor ons uit,
Gij die onze toekomst zijt.
Laat ons nieuwe wegen zoeken
en met elkaar standhouden
in alle onzekerheid.
Maar geef ons de zekerheid
dat ook vandaag uw kracht werkzaam is
en dat Gij voortdurend de wereld vernieuwt
door Christus, onze Heer.
Frans CROMPHOUT
Frans Cromphout, s.j. (1924-2003) gaf les in verschillende Vlaamse Jezuïetencolleges en was een gewaardeerd bezinningsbegeleider voor jongeren. Meteen na het tweede Vaticaans Concilie was hij de grote bezieler van het nieuwe kerk- en liedboek De Hoeksteen. Van zijn hand verschenen verschillende bundelingen met gebeden, liederen en vieringen. Hij publiceerde enkele essays over geloofscommunicatie en een commentaar op de Apocalyps.
In: Frans CROMPHOUT, Een tijd van spreken. Gebeden en vooroefeningen, Tielt - Utrecht, Lannoo, 1970, 105.
#34 Opdat Gij ons opvangt als wij vallen
Heer, wij brengen bij U al onze angst:
de angst om oud te worden en de angst voor de dood,
de angst om alleen te blijven
en die om verlaten te worden,
de angst voor de taken waartegen wij niet zijn opgewassen
en de angst om niet nodig te zijn.
Alle angst brengen wij bij U, God:
die welke wij kennen
en die welke achter de bekende op de loer liggen.
Heer, ontferm U.
Christus, wij brengen onze droefheid bij U:
onze vermoeide milde wanhoop
over de uitroeiing van onze broeders en zusters
de dieren en planten
en onze kille ontzetting over de handel
in het ontstaan van het leven.
Neem onze zwakheid en onze angst in uw hart.
Christus, ontferm U.
God, donkere grond van al het leven,
wij brengen onszelf bij U
opdat gij ons opvangt als wij vallen
en wij weten dat wij niet uit U kunnen vallen
op geen enkel moment van ons bestaan.
Heer, ontferm U.
Dorothee SÖLLE
Dorothee Sölle (1929-2003) is afkomstig uit Keulen. In haar jeugd wordt ze geconfronteerd met de apathie van vele christenen in Duitsland die wel weet hadden van de Jodenvervolging door de nazi’s en die toch lieten begaan.
In haar verbijstering om dat schuldig verzuim gaat ze theologie studeren en engageert ze zich voor een levenslange politieke betrokkenheid als christen in de samenleving. Haar ‘politieke avondgebeden’ hebben een mystieke kern en nemen het maatschappelijk onrecht scherp op de korrel.
Maak kennis met Dorothee Sölle
In: Dorothee SÖLLE, Zeg mij de naam van je hoop. Gedichten. Uit het Duits vertaald door Ria VAN HENGEL, Baarn, Ten Have, 1991, 75.
#33 Laat de eenheid spoedig komen
Barmhartige God,
Gij schonk ons in Abraham
de vader van de gelovigen.
In zijn nageslacht
wilt Gij alle geslachten der aarde zegenen.
Kijk om naar het volk van het verbond,
het volk van de beloften
en het volk der profetieën
dat zich richt tot U, de Barmhartige.
Laat door uw openbaring in Jezus Christus
de eenheid spoedig komen
onder allen die geloven in U,
de enige God,
gezegend in de eeuwen der eeuwen.
Gemeenschap van Bose
In de nadagen van het tweede Vaticaans Concilie stichtte Enzo Bianchi (°1943) een monastieke gemeenschap in het plaatse Bose, dichtbij Turijn.
De broeders en zusters behoren tot verschillende christelijke gemeenschappen en zetten zich sterk in voor oecumene en vernieuwing van het religieuze leven. Centraal voor hen zijn de lezing van de Schriften, de persoonlijke band met Christus en de betrokkenheid op de wereld.
Uit: Communauté de Bose, Témoins de Dieu. Martyrologe universel, Uit het Italiaans vertaald door Simone ROUERS, Paris, Bayard, 2005, 590. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode Aerts.
#32 O Gij, alles voorbij, hoe U anders noemen?
O Gij, alles voorbij,
hoe U anders noemen?
Hoe kunnen woorden U prijzen,
Gij, die door geen woord te zeggen zijt.
Hoe kunnen gedachten U bereiken,
Gij, die door geen denken te grijpen zijt.
Gij, Enige, Onuitsprekelijke,
al wat gezegd wordt, komt van U.
Gij, Enige, Onkenbare,
al wat gekend wordt, komt van U.
Al wat spreekt en al wat niet spreekt,
prijst U.
Al wat denkt en al wat niet denkt,
eert U.
Hunkeringen overal, barensweeën overal,
alles reikhalst naar U, alles bidt tot U,
terwijl al wat uw geheim doorgrondt
een lied vol stilte zingt.
Bij U alleen blijft alles bewaard.
Op U hoopt alles.
Gij zijt het doel van alles.
Gij zijt één.
Gij zijt alles.
Gij zijt niemand.
Gij zijt geen een.
Gij zijt niet alles.
O Gij die alle namen draagt,
hoe zal ik U noemen?
Gij, enige Onnoembare,
welke hemelgeest dringt door tot het bovenste wolkendek?
Wees mij genadig,
O Gij alles voorbij.
Hoe U anders bezingen?
O Gij alles voorbij.
Gregorius VAN NAZIANZE
Gregorius van Nazianze (329-390) was een fijnbesnaarde poëet en mysticus. Hij gaf eerst een tijdje les in Athene, maar hij trok zich later terug in een kloostergemeenschap dicht bij de Zwarte Zee. Nadat hij, zeer tegen zijn zin, tot priester en bisschop was gewijd, deed hij zielzorg te Nazianze, in het centrum van het huidige Turkije. Toen zijn hulp gevraagd werd om theologische dwalingen te weerleggen, werd hij patriarch in Constantinopel, waar hij het grote concilie in 381 tot een goed einde bracht. Door zijn diepe intimiteit met Gods mysterie wordt Gregorius in de orthodoxe kerk ‘de theoloog’ genoemd.
In: J. STRENG, Voorbij het denken. Verkenningen in de westerse mystiek, Baarn, Ambo, 1982, 62-63.
#31 Kom o Geest des Heren
Kom, o Geest des Heren, kom
uit het hemels heiligdom,
waar Gij staat voor Gods gezicht.
Kom, der armen troost, daal neer.
Kom en schenk uw gaven, Heer,
kom, wees in de harten licht.
Kom, o trooster, heil’ge Geest
zachtheid die de ziel geneest,
kom, verkwikking zoet en mild.
Kom, o vrede in de strijd,
lafenis voor ‘t hart dat lijdt,
rust die alle onrust stilt.
Licht dat vol van zegen is,
schijn in onze duisternis,
neem de harten voor U in.
Zonder uw geheime gloed
is er in de mens geen goed,
is de ziel niet rein van zin.
Was wat vuil is en onrein,
overstroom ons dor domein,
heel de ziel die is gewond.
Maak weer zacht wat is verstard,
koester het verkilde hart,
leid wie zelf de weg niet vond.
Geef uw gaven zevenvoud,
ieder die op U vertrouwt,
zich geheel op U verlaat.
Sta ons met uw liefde bij
dat ons einde zalig zij,
geef ons vreugd die niet vergaat.
Stephen LANGTON
Stephen Langton (1150-1228) was een Engelse theoloog aan de Parijse universiteit. Aan hem danken onze Bijbeluitgaven de indeling in hoofdstukken die we nog steeds hanteren. In 1207 werd Langton aartsbisschop in Canterbury. Daar steunde hij de strijd voor politieke zelfstandigheid tegenover de Engelse koning, die in 1215 tot de Magna Carta leidde. Van zijn vele theologische publicaties is het Veni Sancte spiritus het meest bekend, om de fijnzinnige poëzie over de komst van Gods Geest in het menselijk bestaan.
In: Zingt Jubilate. Liedboek, Averbode, Altiora, 2006, 348 (nr 84). Uit het Latijn vertaald door Jan Willem SCHULTE NORDHOLT.
#30 Ooit komt de dag waarop Gij ons met U bekleden zult
Hier ben ik, Heer,
samen met mannen en vrouwen die op mij lijken als broers en zussen:
arme drommels die een uitweg zoeken, maar die niet vinden:
verslaafden en lozers,
mensen die aan het kwaad niet kunnen weerstaan,
die stelen en moorden,
die geloof, hoop en liefde hebben verloren
en daaronder lijden.
Heer, Gij blijft vol liefde naar ons kijken
zoals eens naar de overspelige vrouw,
naar de Samaritaanse, naar Maria Magdalena
en naar de goede moordenaar naast U aan het kruis.
Wij roepen tot U, Heer,
vanuit de diepten die ons verzwelgen.
Red ons, want Gij houdt van ons.
Gij hebt gezegd, Heer,
dat Gij niet gekomen zijt voor de rechtvaardigen,
maar voor de zondaars,
voor ons dus en voor mij.
Ons allen vertrouw ik aan U, Heer,
want ik ben zeker van U.
Ik ben zeker dat Gij ons redt.
Ik ben zeker dat Gij op de dag van onze dood
tot alle arme drommels die we zijn, zult zeggen
wat Gij aan de goede moordenaar hebt gezegd:
“Vandaag nog zult ge met Mij zijn in het paradijs.”
Ooit komt de dag waarop Gij ons met U bekleden zult.
Gij zijt God en Gij werd een arme mens.
Gij hebt honger en dorst geleden net als wij.
Gij had angst en verdriet net als wij.
Gij zijt gestorven net als wij.
Uw armzalig lichaam werd in een graf gelegd, net zoals het met het onze zal gebeuren.
Gij zijt in een nieuwe gedaante uit het graf opgestegen, net zoals wij ooit eraan zullen ontkomen.
Mijn veelgeliefde, met U krijgt de dood een mooi gelaat
en wacht ons de verrijzenis.
Ik dank U.
Zuster Emmanuelle
Marie-Madeleine Cinquin (1908-2008) werd in Brussel geboren. Ze sloot zich aan bij een Franse religieuze congregatie, ze kreeg de kloosternaam van Soeur Emmanuelle en ging in Jeruzalem als docent wijsbegeerte en letterkunde aan de slag.
Na haar academische loopbaan verhuisde ze op haar tweeënzestigste naar de sloppenwijken van Caïro. Ze bouwde er woningen, scholen, ziekenhuizen en medische centra. Ze eindigde op de vijfde plaats in de Franstalige verkiezing van De Grootste Belg.
In: SOEUR EMMANUELLE, Confessions d’une religieuse. Postface de Philippe ASSO, Paris, Éditions j’ai lu, 2018, 351-352. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode AERTS.
#29 Ik ben in uw hand
Gij zijt boven ons.
Gij zijt een van ons.
Gij zijt er, ook in ons.
Geef dat allen U zien,
ook in mij.
Laat mij de weg
voor U bereiden.
Maak mij dankbaar
voor alles wat mij ten deel viel.
Geef dat ik de nood van anderen niet vergeet.
Bewaar mij in uw liefde
zoals Gij wilt dat anderen
in mijn liefde blijven.
Geef dat alles in mij
U eer brengt,
en laat me niet vertwijfelen,
want ik ben in uw hand,
en alle kracht en goedheid zijn in U.
Geef mij een zuiver hart,
dat ik U mag zien.
Een hart vol deemoed,
dat ik U mag horen.
Een hart van liefde,
dat ik U mag dienen.
Een hart vol geloof,
dat ik in U mag wonen.
Dag HAMMARSKJÖLD
Dag Hammarskjöld (1905-1961) was een Zweeds econoom en een diplomaat. In 1953 werd hij secretaris-generaal van de recent opgerichte Verenigde Naties. Hij vond de dood tijdens een vredesmissie in het Congolese oorlogsgebied, mogelijks ten gevolge van een aanslag. Enkele maanden later werd hem postuum de Nobelprijs voor de vrede toegekend. Toen een reporter hem na zijn benoeming bij de VN naar zijn inspiratiebronnen vroeg, verwees de Lutheraan Dag Hammarskjöld naar Jan Van Ruusbroec en Meister Eckhart.
In: Dag HAMMARSKJÖLD, Zeichen am Weg. Das spirituelle Tagebuch des UN Generalsekretärs. Überarbeitete Neuausgabe von Manuel FRÖHLICH, Deutsch von Anton Graf KNYPHAUSEN, Stuttgart, Verlag Urachhaus, 2019, 128. Uit het Duits vertaald door bisschop Lode AERTS.
#28 Open onze oren voor elkaar
Tedere God,
Uw verstrooide kinderen zijn wij,
beladen met drukte en problemen,
zelden thuis bij onszelf, bij U en bij anderen.
Toch roept Gij ons vandaag samen
om in Jezus’ naam te werken en te plannen.
Aan uw voeten leggen wij
al onze projecten en agendapunten neer.
Beadem ze een voor een
met uw leven gevende kracht
en help ons zien wat Gij bedoelt.
Zegen onze gedachten
en vervul ze van uw Geest.
Open onze oren voor elkaar
en leer ons uw stem herkennen.
Genees ons wanneer we verward en moedeloos zijn
en laat uw vrede groeien in ons.
Wees onze gids bij moeilijke beslissingen.
Leg woorden in onze mond
die spreken van uw wijsheid.
Doordesem ons oordeel met zachtheid,
onze dienstbaarheid met vastberadenheid,
onze toewijding met vreugde
en ons enthousiasme met geduld.
Dank U dat Gij de sluizen van ons hart wilt openen
en ons samenzijn bevloeit met uw liefde.
Alleen dan zullen de akkers van onze arbeid
vruchten dragen die blijvend zijn.
Ilse CORNU
Ilse Cornu (geb 1967) studeerde theologie aan de KU Leuven en is docente ethiek aan het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen (Odisee) en aan het Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen van het bisdom Antwerpen. Zij is mede-initiatiefnemer van de website MagaZijn, een onafhankelijk interactief digitaal forum met nieuws, verdieping en verhalen over zingeving.
In: Geert DE KERPEL (red.), U wil ik ademen. 55 gebeden, Antwerpen, Halewijn - Bisdom Gent, 70-71.
#27 Wees geprezen, mijn Heer, met al uw schepselen
Allerhoogste, almachtige, goede Heer,
van U zijn de lof, de roem, de eer en alle zegen.
U alleen, Allerhoogste, komen zij toe
en geen mens is waardig uw naam te noemen.
Wees geprezen, mijn Heer met al uw schepselen,
vooral door mijnheer broeder zon,
die de dag is en door wie Gij ons verlicht.
En hij is mooi en straalt met grote pracht;
van U, Allerhoogste, draagt hij het teken.
Wees geprezen, mijn Heer, door zuster maan en de sterren.
Aan de hemel hebt Gij ze gevormd, helder en kostbaar en mooi.
Wees geprezen, mijn Heer, door broeder wind
en door de lucht, bewolkt of helder, en ieder jaargetijde,
door wie Gij het leven van uw schepselen onderhoudt.
Wees geprezen, mijn Heer, door zuster water,
die heel nuttig is en nederig, kostbaar en kuis.
Wees geprezen, mijn Heer, door broeder vuur,
door wie Gij voor ons de nacht verlicht;
en hij is mooi en vrolijk, stoer en sterk.
Wees geprezen, mijn Heer, door onze zuster, moeder aarde,
die ons voedt en voor ons zorgt,
en allerlei vruchten met kleurrijke bloesems voortbrengt
en groene gewassen.
Wees geprezen, mijn Heer, door hen
die omwille van uw liefde vergiffenis schenken,
en ziekte en tegenspoed dragen.
Gelukkig wie dat dragen in vrede,
want door U, Allerhoogste, worden zij gekroond.
Wees geprezen, mijn Heer, door onze zuster de lichamelijke dood,
aan wie geen levend mens kan ontkomen.
Wee hen die in doodzonde sterven;
gelukkig wie zij aantreft in uw allerheiligste beschikkingen,
want de tweede dood zal hun geen kwaad doen.
Prijs en zegen mijn Heer,
en dank en dien Hem met grote nederigheid.
Franciscus VAN ASSISI
Francesco di Pietro Bernardone (1182-1226) wordt in zijn jeugd diep geraakt door het lot van de melaatsen en wijdt zich aan gebed en armenzorg. Hij bedelt om voedsel en herstelt vervallen kerkgebouwen. Rond het kerkje van Portiuncula in het dal van Spoleto ontstaat een gemeenschap van gelijkgezinde broeders die het evangelie in grote eenvoud willen beleven. In 1219, tijdens de vijfde kruistocht, heeft Franciscus een vreedzame ontmoeting de sultan van Damiate in Egypte. Niet lang voor zijn dood wordt Franciscus bijna blind door een pijnlijke oogziekte en belandt hij in een diepe spirituele crisis. Maar in het besef dat hij afscheid moet nemen van deze wereld, bezingt hij zijn verbondenheid met alle schepselen in een prachtige hymne, die hij betitelt als Cantico di frate Sole: de lofzang op broeder zon.
In: André JANSEN, Franciscus van Assisi. Mysticus van de nabijheid, Antwerpen, Halewijn, 2013, 207-208.
#26 Hou ook deze nacht over mij getrouw de wacht
Ik ga slapen, ik ben moe,
'k sluit mijn beide oogjes toe,
Heer, houd ook deze nacht,
over mij getrouw de wacht.
't Boze dat ik heb gedaan,
zie het Here toch niet aan.
Schoon mijn zonden vele zijn,
maak om Jezus’ wil mij rein.
Zorg voor arme kind'ren, Heer,
en herstel de zieken weer.
Ja, voor alle mensen saam,
bid ik U in Jezus’ naam.
Doe mij dankbaar en gezond,
opstaan in de morgenstond.
Als 'k mijn oogjes opendoe,
lacht uw zon mij vriend'lijk toe.
Luise HENSEL
Luise Hensel (1798-1878) stapt op twintigjarige leeftijd over naar de rooms-katholieke Kerk. Ze werkt als leraar en schrijfster van religieuze poëzie. Dit gebed voor kinderen hoort bij haar meest bekende gedichten en werd in vele talen vertaald. De Nederlandse tekst van het kinderlied is een wat vrije bewerking door Jan de Liefde, een predikant en tijdgenoot van de Duitse dichteres.
In: Winfried FREUND, Müde bin ich, geh’ zur Ruh. Leben und Werk der Luise Hensel, Wiedenbrück, Güth & Etscheidt, 1984, 100.
#25 Loof Hem, zon en maan en planeten
Schepper en Heer, ik dank U.
In al uw werken hebt Gij mij blij gemaakt.
Gij hebt mij doen juichen door het werk van uw handen.
Zie, ik heb mijn werk verricht met de geestkracht die Gij mij hebt gegeven.
De heerlijkheid van uw werken zonder einde liet ik aan de mensen zien,
voor zover ik die met mijn beperkt verstand kon bevatten.
Hemelen, loof de Heer.
Loof Hem, zon en maan en planeten.
Om Hem op het spoor te komen moet je elk zintuig benutten,
en elke taal om de schepper te loven.
En ook jij, mijn ziel,
bezing je schepper en Heer
zolang als ik leef.
Uit Hem en door Hem en in Hem zijn alle dingen,
wat we kunnen zien en verstaan,
alles ook wat we niet kennen;
het weinige dat we al weten
en nog zoveel meer.
Hem zij glorie, lof en eer
in de eeuwen der eeuwen.
Amen.
Johannes KEPLER
Johannes Kepler (1571-1630) was een pionier in natuurkunde en astronomie. Een eeuw na Copernicus bevestigt hij ondanks tegenstand de hypothese van het heliocentrisme.
Het bovenstaand gebed vormt de afsluiting van zijn monumentale levenswerk over de beweging der planeten. Als overtuigde christen schreef hij zijn wetenschappelijk werk als een loflied op Gods schepping.
In: Johannes KEPLER, Harmonices Mundi Libri V. Herausgegeben von Walther VON DYCK und Max CASPAR (Gesammelte Werke, 6), München, Beck’sche Verlagsbuchhandlung, 1990, 362-363 en 368 (V,9 en 10). Uit het Latijn vertaald door bisschop Lode AERTS.
#24 Geef me geduld om alle moeilijkheden te verdragen
Jezus, geef mij alstublieft
het brood van de nederigheid,
het brood van de gehoorzaamheid,
het brood van de naastenliefde,
het brood dat kracht geeft om mijn eigen wil te breken
en hem met de uwe te mengen,
het brood van de innerlijke versterving,
het brood dat me vrij van alles maakt,
het brood dat me al mijn moeilijkheden geduldig laat verdragen.
Jezus, wilt U me als gekruisigde?
Dan zij het zo.
Jezus, geef me het brood om het leed goed te dragen,
het brood om U alleen te zien
in alles en voor altijd.
Jezus, Maria, het Kruis,
ik wil geen andere vrienden dan deze!
Bernadette SOUBIROUS
Bernadette Soubirous (1844-1879) kent in Lourdes een armoedige jeugd wanneer haar vader werkloos wordt. Zelf raakt ze besmet door cholera waaraan ze levenslang een broze gezondheid overhoudt.
Op haar veertiende beginnen de Mariaverschijningen, die eerst op veel weerstand stoten. Wanneer Lourdes een officieel heiligdom is geworden en vele bedevaarders toestromen, trekt Bernadette – ze is dan tweeëntwintig – naar de Zusters van Liefde in Nevers. In haar ‘notes intimes’ schreef – of herschreef – ze ‘het gebed van een arme bedelares tot Jezus’.
In: Armand ABÉCASSIS, Michel ANGOT, Malek CHEBEL, Philippe CORNU, Jacques PERRIER, Ce que les hommes disent aux Dieux. Prières des grandes religions, Paris, Seuil, 2007, 160-161. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode AERTS.
#23 Laat mij dankbaar leven
Gij hebt, o God, dit broze
bestaan gewild,
hebt boven 't nameloze
mij uitgetild, –
laat mij dan dankbaar leven
de volle tijd,
geborgen in de beven-
de zekerheid,
dat ik niet uit dit smal en
onvast bestand
van mijn bestaan zal vallen
dan in uw hand.
Ad DEN BESTEN
Adrianus Cornelis den Besten (1923-2015) was een begaafd dichter en vertaler, een veelzijdig spreker en publicist. Hij was een van de medewerkers aan het Nederlandse Liedboek der Kerken.
Poëzie beschouwde hij als de roeping om namen te geven aan alles wat in de chaos van vervreemding en verwarring verloren dreigt te gaan. Een dichter strijdt tegen ‘het nameloze’ en zet als ‘naamgever’ Gods scheppingswerk verder door de dingen te benoemen in de wereld van de mens.
Heel toepasselijk werd dit ‘kleine danklied’ gezongen bij de uitvaart van Ad den Besten.
In: Interkerkelijke Stichting Voor Het Kerklied, Liedboek. Zingen en bidden in huis en kerk, Zoetermeer, bv Liedboek, 2013, 920.
#22 Gij hebt ons op uw schouders genomen
O, goede Vader,
spaar de zondaars!
Gij hebt de bannelingen niet verlaten,
maar op uw schouders genomen.
Ook wij zullen niet ten gronde gaan,
omdat wij op U onze hoop vestigen.
Hildegard VAN BINGEN
Hildegard van Bingen (1098-1179) leidde als benedictines aanvankelijk een verborgen leven. Later ging ze haar mystieke ervaringen delen in soort reisgids voor gelovigen. Daarmee wilde ze hen wegen wijzen naar het hemelse Jeruzalem. Haar spirituele reisgids verscheen onder het Latijnse motto ‘scivias’, wat letterlijk betekent: ‘Leer (sci) de wegen (vias) kennen’. Het bovenstaand gebed komt uit dit mystieke meesterwerk (Scivias, II,8,6).
In: Walburga STORCH (ed.), Gebeden van Hildegard van Bingen. Met een inleiding door Caecilia BONN. Uit het Latijn vertaald door Walburga STORCH en uit het Duits vertaald door Brigitte VANDEPOELE en Antoine EVERAERT, Rumst, Studiegroep Hildegard van Bingen, 2008, 66.
#21 Doe ons dorstig blijven naar U
Heer Jezus,
laat ons U steeds meer beminnen.
Geef dat we U steeds beter leren kennen.
Doe ons het geloof bewaren en U dienen.
Dan zal ons hart uw zoetheid smaken.
Dan blijven we dorstig naar U.
Elisabeth KREUZIGER
Elizabeth Kreuziger (1501-1535) was de eerste vrouw die in de Reformatie liedteksten schreef. Afkomstig uit de adellijke familie von Meseritz verbleef ze een tijd in het klooster. Nadien huwde ze in Wittenberg met Caspar Cruciger, een predikant en theoloog die nauw met Maarten Luther was bevriend.
In: EVANGELISCHE LANDESKIRCHE IN WÜRTTEMBERG, Evangelisches Gesangbuch. Antwort finden in alten und neuen Liedern, in Texten und Bildern, Stuttgart, Gesangbuchverlag Stuttgart, 2017, 166. Uit het Duits vertaald door bisschop Lode AERTS.
Bekijk hieronder een mooie uitvoering van het integrale lied
#20 Wijs ons de weerglans van Christus
Heer, onze God,
Gij toont ons uw liefde
door Christus en door onze zusters en broeders.
Open ons hart.
Dat we over alle verschillen heen
elkaar kunnen ontmoeten en vergiffenis schenken.
Schenk ons de genade
om in harmonie te leven,
als leden van één lichaam.
Toon ons het geschenk,
dat elk van ons in wezen is.
En wijs ons de weerglans van de levende Christus,
die we allen tezamen vormen.
Broeder Roger SCHÜTZ
Roger Schütz (1915-2005) studeerde theologie in Zwitserland. Als gereformeerd christen herontdekte hij reeds tijdens die studies de vergeten rijkdom van het religieuze leven. In het Bourgondische Taizé stichtte hij een oecumenische broedergemeenschap met een grote gastvrijheid voor vele duizenden jongeren. Heel zijn leven heeft hij zich voor de eenheid onder christenen ingezet.
In: FRÈRE ROGER, DE TAIZÉ, Les écrits fondateurs. Dieu nous veut heureux, Taizé, Les Ateliers et Presses de Taizé, 2011, 36. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode Aerts.
#19 Dat Gij mij doet leven als had ik nimmer kwaad bedreven
Heer, dat ik zomaar komen mag
met al mijn fouten, al mijn zonden,
met al mijn pijn, met alle wonden
die niemand in mijn leven zag.
Heer, dat ik zomaar komen kan
met wat ik niemand durf te zeggen,
met wat ik niemand uit kan leggen,
Gij weet er immers alles van.
Heer, dat Gij mij in Christus ziet
als had ik nimmer kwaad bedreven.
Dat Gij mij in uw gunst doet leven,
ik weet het, maar begrijp het niet.
Enny IJSKES-KOOGER
Enny IJskes-Kooger (1913-2010) is een Nederlandse dichter. Ze schreef in totaal zeven gedichtenbundels en een bloemlezing met oude schoolliedjes en opzegversjes. In haar ongekunstelde poëzie plaatst ze het leven van alledag telkens weer in het perspectief van vertrouwen en hoop.
in: Piet THOMAS, Groot gebedenboek. Gebeden uit de geschiedenis van het christendom, van de aanvang tot nu, Tielt - Nijkerk, Lannoo - Callenbach, 1995, 196.
#18 Leer ons geen aanstoot te nemen aan U
Heer Jezus Christus,
maak ons tot uw tijdgenoten.
Leer ons U te zien in uw ware gedaante,
in uw echte omgeving,
in de tijd dat Gij hier op aarde rondging.
Laat ons U niet zien in de gedaante die U
door ijle, nietszeggende herinneringen,
door gedachteloos sentiment
of door historisch gewauwel
heeft vervormd.
Want zo een gedaante is niet
die van uw vernedering,
waarin de gelovige U zag;
niet die van uw verheffing
die nog geen oog heeft gezien.
Leer ons U te zien zoals Gij zijt,
zoals Gij waart
en zoals Gij zult zijn wanneer Gij wederkeert in heerlijkheid.
Leer ons U te zien
als teken van tegenspraak.
Als voorwerp van vertrouwen.
Als minuscule mens die toch de redder van de mensheid is.
Als verlosser die uit liefde op aarde kwam
om te zoeken wie verloren was,
om te lijden en te sterven
en die toch altijd weer opnieuw herhalen moest:
'Zalig zij die zich aan Mij geen aanstoot nemen'.
Leer ons U te zien op die manier.
En leer ons geen aanstoot te nemen aan U.
Sören KIERKEGAARD
Sören Kierkegaard (1813-1855) was een Deens filosoof die een grote klemtoon legde op de persoonlijke beslissingen en keuzes van de mens. Als theoloog streed hij heel zijn leven tegen een burgerlijk en bureaucratisch christendom, waaruit de persoonlijke band met Christus was weggedeemsterd.
In: SÖREN KIERKEGAARD, Exercice en Christianisme, 1 (Invocation), Présentation et traduction de V. DELECROIX (Les marches du temps), Paris, Éditions du Félin, 2006, 37. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode Aerts
#17 Blijf bij ons
Heer Jezus Christus,
blijf bij ons
als licht in onze duisternis,
als macht in onze zwakheid,
als leven in onze dood,
als troost in onze pijn,
als kracht in onze bekoringen,
als barmhartigheid in onze onrust,
als hoop wanneer we sterven,
als Leven van ons leven.
Margret Schäfer-Krebs
Margret SCHÄFER-KREBS (°1958) is verantwoordelijk voor liturgie en liturgische navorming in het Duitse bisdom Rottenburg-Stuttgart. Ze is een van de uitgevers van het tijdschrift Wort Gottes Feiern, dat materiaal voor de woorddienst aanbiedt. Ze schreef het gebed ‘Blijf bij ons’ voor de eucharistische aanbidding.
In: Gotteslob. Katholisches Gebets- und Gesangbuch. Ausgabe für das Erzbistum Köln, Stuttgart, Katholische Bibelanstalt, 2013, 42 (nr 5,5). Uit het Duits vertaald door bisschop Lode Aerts
#16 Neem mij op in U
Heer, onze God, wij geloven in U,
Vader en Zoon en heilige Geest.
Zoveel ik kon,
zoveel Gij mij het vermogen daartoe gegeven hebt,
heb ik U gezocht,
en heb ik ernaar verlangd
te zien wat ik geloof.
Veel heb ik nagedacht en gezwoegd.
Heer mijn God, mijn enige hoop, verhoor mij
dat ik niet, vermoeid, U niet meer wil zoeken,
maar dat ik steeds vurig naar uw aanschijn blijf verlangen.
Geef mij de kracht U te blijven zoeken,
Gij die U hebt willen laten vinden
en ons hoop gegeven hebt dat wij U
steeds meer en meer zullen vinden.
Laat mij daar binnentreden
waar Gij Uzelf voor mij geopend hebt
en neem mij in U op.
Open U voor mij als ik daar aanklop,
waar Gij Uzelf nog verbergt voor mij.
Augustinus
Augustinus (354-430) kwam pas na een lange, turbulente zoektocht op het spoor van de Bijbelse God. Hij ontving het doopsel in Milaan en werd tot priester en bisschop gewijd in het Noord-Afrikaanse Hippo. Daar ontplooide hij een niet-aflatende bedrijvigheid als uitmuntend predikant en invloedrijk theoloog. Het bovenstaande gebed vormt het slot van zijn diepgravende studie over God.
In: AUGUSTINUS, Over de Drie-eenheid. Ingeleid en vertaald door Tarsicius Jan VAN BAVEL, Leuven, Peeters, 2005, 444 (XV,28,51).
#15 Kom, woon in mij
Kom, waarachtig licht.
Kom, leven in overvloed.
Kom, verborgen geheim.
Kom, onnoembare schat.
Kom, onuitsprekelijke.
Kom, onvatbare.
Kom, geluk zonder einde.
Kom, licht zonder schemering.
Kom, feilloze verwachting van wie gered wordt.
Kom, opstanding van wie neerligt.
Kom, verrijzenis der doden.
Kom, U die machtig zijt
en alle dingen steeds weer schept, herstelt en verandert.
Kom, mijn adem en mijn leven.
Kom, trooster van mijn arme ziel.
Kom, mijn vreugde, mijn eer, mijn eindeloos genoegen.
Kom toch, Meester,
sla uw tent op,
woon in mij.
Gij, Goede,
blijf onafscheidelijk tot het eind
in mij, uw dienaar.
Laat me niet alleen.
Simeon de nieuwe theoloog
Simeon (949-1022) groeide op in de kringen rond het Byzantijnse hof, waar hij voor een politieke carrière was bestemd. Na een ingrijpende mystieke ervaring sloot hij zich aan bij een kloostergemeenschap in de buurt van Constantinopel, waar hij na enige tijd ook de leiding nam en het religieuze leven van binnenuit vernieuwde. In zijn hymnen vinden we een heel persoonlijke uitdrukking van zijn godservaring. Hij is een van de weinige auteurs met de eretitel Godskenner (theologos).
In: Syméon le nouveau théologien, Hymnes 1-15, Introduction, texte critique et notes par J. KODER, traduction par J. PARAMELLE (Sources Chrétiennes, 156), Paris, Cerf, 1969, 150-151. Uit het Frans vertaald door Lode Aerts.
#14 Geef uw zegen aan alle mensen
God,
geef mij uw zegen
en laat me geborgen zijn in U.
Zegen mijn familie
en bewaar ons in uw liefde.
Zegen mijn vrienden, Heer,
en ga met hen mee
op hun weg door het leven.
Zegen mijn buren
en help ons om het goed te stellen met elkaar.
Zegen de vrouwen en mannen op het werk
en geef ons een geest van verbondenheid.
Geef uw zegen aan alle mensen
die ik vandaag ontmoet
en bewaar ons allen in uw vrede.
Petra STADTFELD
Petra Stadtfeld (°1961) studeerde praktische theologie en godsdienstpedagogie. Ze is verantwoordelijk voor de spiritualiteit van vrijgestelden en vrijwilligers in de pastoraal in het bisdom Trier. Daar geeft ze ook geestelijke begeleiding en retraites.
Petra STADTFELD, Bestärkt! Kraftgebete, Freiburg im Breisgau – Basel – Wien, Herder, 2014, in: Zu Gott Du sagen. Gebete, Frankfurt, Verlag der action 365, 2020, 198. Uit het Duits vertaald door bisschop Lode Aerts.
#13 Begin bij mij
Heer, vernieuw uw Kerk
en begin bij mij.
Heer, bouw uw parochie op
en begin bij mij.
Heer, sticht overal op aarde vrede,
laat ons in contact met U komen
en begin bij mij.
Heer, breng uw liefde en waarheid bij alle mensen
en begin bij mij.
Dit anoniem gebed is afkomstig van christenen uit China. Het werd opgenomen in het Evangelisch liedboek van Duitsland.
EVANGELISCHE LANDESKIRCHE IN WÜRTTEMBERG, Evangelisches Gesangbuch. Antwort finden in alten und neuen Liedern, in Texten und Bildern, Stuttgart, Gesangbuchverlag Stuttgart, 2017, 485. Uit het Duits vertaald door bisschop Lode Aerts.
#12 Help mij te wonen in U
O mijn God, Drie-Eenheid, die ik aanbid,
help mij mezelf helemaal te vergeten
om in U te wonen,
roerloos en stil,
alsof ik reeds in de eeuwigheid was.
Laat niets mijn vrede verstoren.
Gij zijt mijn Onveranderlijke,
laat niets mij van U verwijderen.
Laat liever elke minuut mij verder voeren
in de diepte van uw mysterie.
Sticht vrede in mijn ziel.
Maak er uw hemel van,
uw geliefde thuis,
de plaats waar Gij rusten kunt.
Zorg dat ik U daar nooit alleen laat.
Laat me er helemaal zijn:
alleen nog wakend en biddend in geloof
en open voor wat Gij tot stand brengt.
Elisabeth van de Drie-eenheid (1880-1906)
Elisabeth Catez was een temperamentvolle, jonge vrouw die na lang aandringen toestemming kreeg om in te treden in de Karmel van Dijon in de Franse Bourgoge. Na een periode van dorheid en twijfel vindt ze rust in God, wat ze uitdrukt in honderden brieven en gedichten.
De bovenstaande tekst is de aanvang van een innig gebed waarin Elisabeth eindelijk thuis komt in de intimiteit van Vader, Zoon en Geest. Ze schreef dit op haar vierentwintigste, twee jaar voor haar dood.
Elisabeth DE LA TRINITÉ, Œuvres complètes (Édition du centenaire), Paris, Cerf, 1979, II, 124-126. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode Aerts.
#11 Gij hebt ons uw paasboodschap toevertrouwd
Bij het lege graf
hebt Gij aan de vrouwen uw paasboodschap toevertrouwd.
Bevrijd ons van angst
wanneer wij vandaag het evangelie verkondigen.
Op de weg naar Emmaüs
hebt Gij aan de leerlingen de Wet en Profeten verklaard.
Open ons verstand
om de Schriften te begrijpen.
In de bovenzaal
hebt Gij aan uw vrienden vrede toegezegd.
Laat uw vrede ons helpen
om de liefde voor de vijand te bewaren.
Aan de oever van het meer
hebt Gij Petrus aangesteld tot herder van uw schapen.
Ondersteun met uw Geest
allen die onze gemeenschap leiden en voorgaan.
Op de berg die Gij hebt aangewezen
bracht Gij al uw verspreide leerlingen weer samen.
Maak allen één in liefde en trouw
die in U geloven.
COMUNITÀ DI BOSE
De gemeenschap van Bose in Noord-Italië werd in 1965 door Enzo Bianchi gesticht. In deze communiteit wonen tientallen broeders en zusters van verschillende christelijke kerken. Ze leggen zich toe op geestelijke lezing van de Schriften, oecumenische toenadering en monastieke theologie.
COMUNITÀ DI BOSE, Vieni sulla nostra strada. Preghiere a Cristo, Bose, Qiqajon, 2010, 281. Uit het Italiaans vertaald door bisschop Lode AERTS
#10 Ik dank U voor het verlangen naar U
Heer,
ik dank U
omdat Gij in mij het verlangen naar U hebt gewekt.
Ik dank U, mijn God,
omdat Gij mij hebt gezocht.
Steeds opnieuw zijt Gij mij blijven zoeken.
Gij hebt in mijn hart het oneindig verlangen gelegd
om uw aanschijn te zien.
Ik dank U, Heer,
want Gij schonk mij de kracht
om te antwoorden op uw stem.
Dank U voor mijn roeping
die dieper en mooier wordt van dag tot dag,
ondanks de last van onze menselijke staat.
In deze bescheiden realiteit van elke dag
schenkt Gij Uzelf aan ieder van ons.
Gij roept mij op om met mijn hart
niets te verkiezen boven de liefde van Christus.
Laat zijn liefde mijn hele wezen omarmen,
zodat ik op mijn beurt allen kan liefhebben
die Gij me geeft om mee te leven
op de weg die leidt naar U.
Dank U voor mijn zusters en broeders
die me van U spreken
en die me het leven laten beamen.
Verruim ons hart
door gehoorzaamheid en nederigheid,
door stilte en gebed…
Laat Christus onze gids zijn.
Dan wordt voortaan het heden
een voorsmaak van uw eeuwigheid.
Amen. Halleluia.
Zr Hannah VAN QUAKEBEKE, osb
Hannah Van Quakebeke (°1969) studeerde muziekpedagogie en muziektherapie. In Rome behaalde ze het doctoraat in de monastieke theologie. Ze trad in bij de benedictinessen priorij Onze-Lieve-Vrouw van Bethanië in Loppem, waar ze sinds 2009 priorin werd. Zij is lid van Bethasda, de associatie die het werk van Simone Pacot bestudeert en verspreidt.
#9 Gij hebt de poorten van de hel verbrijzeld
Mijn redder,
Gij koos het leven van mij
opdat ik dat van U zou krijgen.
Gij hebt het lijden op uw schouders genomen
opdat ik het niet meer zou vrezen.
Door uw sterven ging ik herleven.
Gij werd neergelegd in een graf
maar aan mij gaf U het paradijs om in te wonen.
Door af te dalen in de diepte
hebt Gij me omhoog getrokken.
Gij hebt de poorten van de hel verbrijzeld
en de hemelpoort voor mij geopend.
Alles hebt Gij ondergaan
voor de mens die was gevallen.
Alles hebt Gij verdragen,
opdat de mens zou juichen van vreugde.
Romanus de zanger
Romanus, bijgenaamd de zanger (ca. 493- ca. 556) was een Syrisch theoloog, dichter en musicus. Hij werd geboren in Emesa, het huidige Homs. Na zijn opleiding in Beiroet trok hij naar Constantinopel, het huidige Istanbul. Als diaken in de Hagia Sofia was hij een geliefd catecheet en predikant. Hij schreef ontzaglijk veel hymnen in de volkstaal van het koinè-Grieks. Die zijn steeds doordrongen van warme humaniteit en diepe nederigheid.
Lees een vlotte voorstelling van Romanus de zanger door paus Benedictus XVI.
ROMANOS LE MÉLODE, Hymnes. Introduction, texte critique, traduction et notes par J. GROSDIDIER DE MATONS (Sources Chrétiennes, 128), Paris, Cerf, 1967, 204-206 (Hymne 36,2). Vertaling door bisschop Lode AERTS.
#8 Leidt allen tot U
God van alles wat leeft,
schenk ons uw genade,
uw barmhartigheid
en alle goeds.
Geef het ieder van ons,
ook hen die niet bij ons horen.
Leid ons op de rechte weg tot U,
in uw eeuwige heerlijkheid.
Hans KÜNG
Hans Küng (1928-2021) werd geboren in Zwitserland en werkte aan de universiteit in het Duitse Tübingen. Zijn onderzoek als jonge theoloog bevorderde de toenadering tussen protestanten en katholieken. Hij werd benoemd als deskundige op het Tweede Vaticaans Concilie. Met de tijd klaagde hij steeds meer de kerkelijke verstarring aan en ging zich vooral inzetten voor interreligieuze en interculturele dialoog.
Hans KÜNG, Das Judentum. Wesen und Geschichte, München, Piper, 2007, 702. Uit het Duits vertaald door bisschop Lode AERTS
#7 ’t En zijn de Joden niet
't En zijn de Joden niet, Heer Jesu, die u kruisten,
noch die verradelijk u togen voor 't gericht,
noch die versmadelijk u spogen in 't gezicht,
noch die u knevelden, en stieten u vol puisten,
't en zijn de krijgslui niet die met haar felle vuisten
den rietstok hebben of den hamer opgelicht,
of het vervloekte hout op Golgotha gesticht,
of over uwen rok t'saam dobbelden en tuisten :
ik ben 't, o Heer, ik ben 't die u dit heb gedaan,
ik ben de zware boom die u had overlaân,
ik ben de taaie streng daarmee gij gingt gebonden,
de nagel en de speer, de gesel die u sloeg,
de bloedbedropen kroon die uwe schedel droeg :
want dit is al geschied, eilaas ! om mijne zonden.
Jacobus REVIUS
Jacobus Revius (1586-1658), oorspronkelijk Jakob Reefsen, was een predikant en dichter uit Deventer. Hij schreef over filosofie, theologie en geschiedenis. Het gebed over Jezus’ lijden is zijn meest bekende gedicht.
In: Anton VAN WILDERODE, En het woord was bij God. Vijfhonderd religieuze gedichten uit de Nederlandse letterkunde, Tielt, Lannoo, 1981, 228.
#6 Ik wil sterren laten oplichten
Heer,
om de wereld mooier te maken
wil ik ‘s nachts sterren laten oplichten.
Een ster van een blik
die licht brengt in het hart van mensen
naar wie niemand omziet.
Een ster van wat aandacht
die het hart verwarmt van hen
die niemand de moeite waard vindt.
Een ster van een opgewekt woord
met bemoediging, dankbaarheid en tederheid.
Een ster van dienstbaarheid
door open, werkzame en gevouwen handen.
Een ster van een heerlijke geur
om volop van het leven te genieten,
om de wonderen rondom ons te smaken.
Heer, slechts enkele sterretjes wil ik laten oplichten
om de wereld naar U toe te leiden.
Danielle SKIAKY
Danielle Skiaky was eerst actief als schooldirectrice en werd nadien medewerkster voor catechese en schoolpastoraal in het bisdom Marseille. Een aantal van haar liederen zijn bij Bayard op CD uitgegeven.
Michel WACKENHEIM, Abba. Les grandes prières de la vie chrétienne, Montrouge, Bayard, 2015, 432-433.Gebed uit het Frans vertaald door bisschop Lode Aerts.
#5 Neem alles van mij weg, wat me van U verwijdert
Neem alles van mij weg,
wat me van U verwijdert.
Geef alles aan mij
wat me dichter brengt bij U.
Mijn Heer en mijn God,
bevrijd mij uit mezelf
en schenk me helemaal aan U.
Broeder Klaus van Flue (1417-1487)
Broeder Klaus van Flue (1417-1487) ging zich na een erg sociaal leven als kluizenaar in het Melchtal vestigen, in het hart van Zwitserland. Uit heel Europa trokken mensen naar hem om geestelijke bijstand of politiek advies. Hij was een vredestichter en een mysticus. Tot op vandaag geldt Broeder Klaus als patroon van Zwitserland.
Bij de zeshonderdste verjaardag van Broeder Klaus, in 2017, werd zijn gebed op muziek gezet voor de grote Taizé-ontmoeting in Basel.
EVANGELISCHE LANDESKIRCHE IN WÜRTTEMBERG, Evangelisches Gesangbuch. Antwort finden in alten und neuen Liedern, in Texten und Bildern, Stuttgart, Gesangbuchverlag Stuttgart, 2017, 485. Gebed uit het Duits vertaald door bisschop Lode AERTS
#4 Hoe moet ik je danken?
Hoe moet ik je danken, mijn God,
voor al het goede
dat je me doet toevloeien,
ononderbroken.
Voor alle vriendschap,
voor de vele vruchtbare gedachten,
voor dat grote gevoel van liefde,
dat er in me is en die ik op iedere stap kan omzetten,
voor alles.
Soms geloof ik haast,
dat het te veel is,
dan weet ik niet hoe ik dat alles ooit goed moet maken.
Maar het is net of
door die grote liefde
alles wat je doet vruchtbaar wordt.
Etty HILLESUM
Etty Hillesum (1914-1943) was een geëmancipeerde, jonge vrouw die, te midden van de gruwel van de Jodenvervolging, het evangelie leerde kennen. Dit gebed schreef Etty in volle oorlogstijd, wanneer ze in het transitkamp van Westerbork haar volksgenoten hielp. Een jaar later werd ze naar Auschwitz gedeporteerd, waar ze stierf.
Bekijk ook de Kerknet-video over Etty Hillesum
Etty HILLESUM, Het werk. Onder redactie van Klaas A.D. SMELIK. Tekstverzorging door Gideon LODDERS en Rob TEMPELAARS, Amsterdam, Balans, 2012, 552.
#3 Het is het geheim van uw liefde
Heer God,
Het is het geheim van uw liefde
en het verlangen van uw hart
om bij ons te zijn
en het leven met ons te delen.
In Jezus, uw Veelgeliefde,
zijt Gij een van de onzen geworden,
weerloos en kwetsbaar
als een mensenkind.
Hem herkennen wij als uw Zoon,
onherroepelijk teken van uw menslievendheid.
Rondom Hem verzamelt Gij ons,
altijd weer opnieuw,
als uw volk, uw kerk.
Zie om naar uw kerk.
Geef haar moed en geloof genoeg
om op uw woord te vertrouwen
en uit uw liefde te leven,
zodat ze iets kan betekenen voor de mensen,
niet heersend maar dienend,
niet opdringerig maar overtuigend,
niet in haar recht, maar op haar plaats.
Geef dat zij, weerloos en kwetsbaar,
teken mag zijn van hoop en bevrijding
voor alle mensen.
Kard. Jozef DE KESEL
Kardinaal Jozef De Kesel (1947 - ) is sinds 2015 aartsbisschop van Mechelen-Brussel. Zijn bisschopsleuze luidt Vobiscum Christianus (Met U ben ik christen).
U wil ik ademen. 55 gebeden, Antwerpen, Halewijn - Bisdom Gent, 2005,76.
#2 Het bal van de Gehoorzaamheid
Zoals er veel heilige mensen zijn die niet van dansen houden,
zo zijn er veel heiligen geweest die de nood voelden om te dansen
zo blij waren ze om te leven:
de heilige Thérèse met haar castagnetten,
de heilige Johannes van het Kruis met het kindje Jezus in zijn armen,
en de heilige Franciscus, voor de paus.
Als we vrede konden nemen met u, Heer,
dan zouden we niet kunnen weerstaan
aan die behoefte om te dansen die losbarst in de wereld,
en we zouden kunnen raden
welke dans u ons wilt laten dansen
door uw Voorzienigheid op de voet te volgen.
Want ik denk dat u er misschien genoeg van hebt,
van die mensen die zeggen u te dienen
op de toon van een kapitein,
die zeggen u te kennen op de toon van een professor,
die zeggen u te bereiken door hard te trainen,
die zeggen van u te houden zoals een oud koppel van elkaar houdt.
De dag waarop u iets anders wilde,
hebt u de heilige Franciscus gekozen en hebt u er uw speelman van gemaakt.
Het is nu aan ons om ons te laten uitvinden om als vreugdevolle mensen
met u dansend door het leven te gaan.
Om een goede danser te zijn, met u of met iemand anders,
moeten we niet weten waar het naartoe gaat.
We moeten kunnen volgen
vrolijk zijn
licht zijn
en vooral niet onbuigzaam zijn.
We moeten u niet vragen waarom u deze passen graag zet,
we moeten een soepel en levendig verlengstuk van u zijn,
en van u het ritme van het orkest ontvangen.
We moeten niet tegen elke prijs willen vooruitgaan,
maar willen draaien, opzijgaan.
We moeten kunnen stoppen en glijden in plaats van stappen.
Het zouden slechts dwaze passen zijn als de muziek er geen harmonie aan gaf.
Maar wij, wij vergeten de muziek van uw geest,
we maken van ons leven een turnoefening;
we vergeten dat het leven zich laat dansen in uw armen,
dat uw heilige Wil onmetelijk fantasierijk is,
dat het leven slechts eentonig en vervelend is voor vermoeide zielen
die er als een muurbloempje bij zitten op het vreugdevolle bal van uw liefde.
Heer, kom ons van onze stoel halen.
Madeleine DELBRÊL
Tussen 1940 en 1950 schrijft Madeleine Delbrêl (1904-1964) verschillende poëtische meditaties over het geloof in God. Het ‘bal van de gehoorzaamheid’ (1946) is een van de meest bekende. De tekst roept de lichtheid op van het spirituele leven. Volgens Madeleine, zelf een ervaren danseres, is geloven op de eerste plaats een kwestie van je te laten leiden.
M. DELBRÊL, Betoverd door God. Het leven en werk van Madeleine Delbrêl.Samengesteld en vertaald door Piet RAES & Ann-Sophie NOREILLIE, Averbode, Uitgeverij Averbode|Erasme, 2016, 57.
#1 Gij kent mijn weg
God,
tot U roep ik in de vroege morgen.
Help mij te bidden
en mijn gedachten te richten op U,
ik kan het niet alleen.
In mij is duisternis,
maar bij U is licht.
Ik ben eenzaam,
maar Gij verlaat mij niet.
Ik ben bevreesd,
maar bij U is hulp.
Ik ben onrustig,
maar bij U is vrede.
In mijn hart is bitterheid,
maar bij U is geduld.
Ik begrijp uw wegen niet,
maar Gij kent mijn weg.
Dietrich BONHOEFFER
Dietrich Bonhoeffer (1906-1945) is een Duitse theoloog met een grote maatschappelijke inzet. Hij engageerde zich in het verzet tegen de nazidictatuur, wat hem uiteindelijk het leven kostte. Dit gebed schreef hij kort voor zijn dood in een gestapo-gevangenis bij Berlijn. De broeders van Taizé hebben fragmenten van het gebed op muziek gezet.
D. BONHOEFFER, Geborgen en getroost. Gedichten en gebeden. Samengesteld en vertaald door Leendert Willem LAGENDIJK, Baarn, Ten Have, 2003, 74.