Zoals we hier bij onze bloesems waken
Leen Van Aken verkoopt rijstpap en bloeiende wenskaarten en stapt voor Broederlijk Delen
„Om een uur of zeven begin je te stappen. De zon komt op, het landschap verschijnt. Je voelt je tegelijk klein en verbonden met alles om je heen.” Leen Van Aken blikt terug op de eerste editie van Dwars door de Boerenbuiten, een wandeltocht ten voordele van Broederlijk Delen, vorig jaar. Ze nam deel met een kleine groep uit haar parochie, Sint-Amandus in Malderen, deelgemeente van het Vlaams-Brabantse Londerzeel.
„Een aantal fervente fietsers engageerde zich eerder al voor de fietstochten. De bedoeling is dat iedere deelnemer een bepaald bedrag inzamelt, maar je kunt niet elk jaar aankloppen bij dezelfde beperkte kring”, zegt Van Aken. „Daarop organiseren we doorlopend collectieve acties. Aan de kerk of bij evenementen verkopen we rijstpap van een lokale producent, we houden een quiz en een mountainbikewedstrijd. De groep wordt telkens breder.”
Dit jaar verkopen zij ook de bloeiende wenskaarten van Broederlijk Delen. „Er zitten zaadjes in. Je gooit de kaart niet bij het oud papier, maar plant ze”, zegt Leen Van Aken. „Wij hopen mensen in het Zuiden, dit jaar in Uganda, te helpen groeien. De kaarten symboliseren dat en laten ons meegenieten.”
Van Aken vindt het goed dat Broederlijk Delen inzet op sportieve evenementen. „Uganda zal in Londerzeel aan bod komen in de liturgie en we houden een Koffiestop in de kerken, maar het is belangrijk dat de vasten, of de advent, niet binnen kerkmuren blijven”, zegt ze. „Je moet ze meenemen naar je dagelijkse leven en uitdragen naar wie je tegenkomt.”
De wandel- en fietstochten helpen bovendien het verband [node:field_streamers:0] te leggen tussen het eigen leven en dat van mensen in het Zuiden. „Wanneer je dat niet ziet, kun je je slechts machteloos voelen tegenover onrecht”, zegt Van Aken. „Tijdens de tochten rust je bijvoorbeeld op boerderijen die zich bezighouden met de korte keten. In Uganda hebben mensen wel grond, maar ze kweken vooral voor grootgrondbezitters. Hun eigen eten kopen ze elders, maar gevarieerde, voedzame producten kunnen ze niet meer betalen. Wij kopen dan weer eten dat van veraf komt in plaats van onze eigen seizoenproducten.”
„Of neem nu de hechte band tussen klimaat en landbouw”, vervolgt ze. „Vlak vóór de tocht vorig jaar in mei had het nog gevroren. We wandelden in Sint-Truiden. De fruitkwekers waakten er bij de bloesems. In het Zuiden heeft het klimaat nog veel meer impact op de oogst. En klimaatverandering kun je dan weer verbinden met al dan niet duurzame consumptie.”
Duurzaamheid staat ook centraal in Leen Van Akens beroepsleven. Aan de Thomas More Hogeschool in Mechelen maakt ze de studenten interieurvormgeving wegwijs in duurzaam ontwerpen. „Een ontwerper heeft zicht op de levenscyclus van een product”, zegt ze. „Hij moet zich afvragen waar een materiaal ontgonnen wordt, of een object meegroeit met het leven van mensen en of het aan het einde te recycleren valt. Duurzaamheid hoeft echter niet altijd ingewikkeld te zijn. In Uganda kookten de mensen op kleine ovens waarvoor ze veel hout nodig hadden, tot er een nieuw model van leem en stro werd geïntroduceerd dat doeltreffender en gezonder is. Duurzaamheid raakt aan ieders leven.”