‘Iedereen is geroepen, niet alleen religieuzen’ - Walter Ceyssens
Op 21 april is het Roepingenzondag, een dag waarop de kerkgemeenschap traditioneel bidt om roepingen. Tegelijk klinkt ook de vraag om de keuze voor het religieuze leven en het gewijde ambt te overwegen. De Interdiocesane Commissie voor Roepingenpastoraal roept gelovigen op met elkaar in gesprek te gaan over ‘roeping’. Wij doen dat alvast met voorzitter Walter Ceyssens.
Een roeping klinkt voor velen misschien wat abstract. Hoe zou jij dat begrip omschrijven?
Roeping betekent voor mij: je door God laten bezielen, je innerlijk laten bewegen en zo op weg gezet worden. Maar eigenlijk gaat het om de vraag wat God met je leven wil. Dat lijkt me de meest kernachtige manier om een roeping te definiëren. Uiteraard is geroepen zijn veel ruimer dan louter het religieuze leven of het gewijde ambt. We zijn immers met z’n allen geroepen. We worden door Hem persoonlijk aangesproken, maar op welke manier luister je?
God roept alle mensen op om zijn liefde in te gaan.
Hij roept mensen tot elkaar, tot het huwelijk, tot het ouderschap. Ook het dagelijkse werk of het vrijwilligerswerk kan je als roeping zien. En daarin zijn we met z’n allen verbonden. Zo kan bijvoorbeeld mijn roeping niet zonder die van jou en omgekeerd.
Wanneer voelde je zelf dat je innerlijk in beweging werd gezet?
Toegegeven, dat heeft even geduurd (lacht). Hoewel ik uit een katholiek gezin kom, had ik als tiener weinig met het geloof. Het is pas nadat ik in Leuven aan de faculteit Taal- en Letterkunde Latijn en Grieks ging studeren, dat ik flink door elkaar werd geschud. Er zitten in die opleiding immers heel wat elementen van religiositeit en ik vond dat best inspirerend. Terug thuis in As wilde ik enkel een goede leerkracht worden. Maar toen even later mijn neef David overleed, kwamen er allerhande existentiële vragen naar boven.
Zijn uitvaart liet een diepe en onuitwisbare indruk na.
Ik mocht daar iets voorlezen dat me in contact bracht met een diepere laag in mezelf. Ik kan het enkel omschrijven als een religieuze ervaring.
En de weg naar een intens geloof lag daarmee open?
Nog niet meteen. Voor de lieve vrede ging ik met Kerstmis en Pasen nog altijd met mijn ouders mee naar de kerk. Ik herinner me dat ik tijdens de kerstviering in 2000 enorm werd geraakt door de homilie. Een van de priesters, echt een charismatisch iemand, vertelde met vuur en passie zulke mooie dingen. Ik weet niet meer wàt hij toen zei, maar hij wist me op dat moment zodanig te raken dat ik sindsdien wekelijks naar de eucharistie ging. Zijn geloof wilde ik ook hebben. Tegelijk was ik nieuwsgierig naar wat hem zo begeesterde. In 2001 trok ik mee met de jezuïeten op pelgrimstocht naar het Spaanse Loyola. Dat leek me wel wat: wandelen in de natuur en tegelijk God zoeken. Daar ging een hele wereld voor me open. Bidden met de Schrift, het ignatiaanse gebed, ik vond het heel bijzonder.
De woorden uit de Schrift en je eigen leven kwamen met elkaar in verbinding.
Precies. Het geloof raakte in mijn leven geïntegreerd. Toen ik op een bepaald moment ‘Kom, volg Mij’ las, gebeurde er iets dat me de hele tocht bezighield. Ik voelde me werkelijk in mijn sas. Er borrelde een bron van liefde, leven en schoonheid voor me op.
De jezuïet die de tocht begeleidde, voelde meteen dat ik iets meer zocht.
Hij voelde dat de Geest trok. Toch heeft het uiteindelijk nog zo’n anderhalf jaar geduurd alvorens ik toegaf aan mijn roepingsverlangens. Soms zei ik bewust neen, maar dan kwam het verlangen even later toch weer naar boven. Die onderscheiding is absoluut noodzakelijk om een roeping uit te zuiveren. Maar ik besefte wel degelijk dat ik geroepen werd. Het antwoord werd pas concreet toen ik ja zei voor het noviciaat. Sindsdien heb ik geen enkel moment meer geworsteld met mijn roeping.
Je koos ervoor om in te treden bij de jezuïeten. Waarom?
Omdat ik diep werd geraakt door de spiritualiteit van Ignatius van Loyola. Maar ook door de complete en solide vorming en de vele mogelijkheden die de aansluiting bij zo’n internationale orde me bood. Ik vind die wereldwijde blik en verbondenheid echt heel erg stimulerend. De jezuïeten geven me een manier van leven waarmee ik – in gemeenschap – mijn relatie met God en mensen kan beleven. Ik voelde dat dit mijn plaats was, dat dit mijn diep verlangen was en dat dit verlangen beantwoordde aan het verlangen van God.
Het geloof is sindsdien mijn levensadem, en mijn roeping een geschenk dat leven geeft.
Het is het beste wat me ooit is overkomen. Ik vond een absolute vrede en genade.
Naar aanleiding van Roepingenzondag ligt de klemtoon op het gesprek over ‘geroepen zijn’. De commissie koos daartoe het thema: ‘Laten we spreken over geroepen zijn’. Hoe kan dat concreet gebeuren?
We hebben daartoe kaartjes ontworpen die als basis kunnen dienen voor het gesprek. Ze bevatten enkele verzen uit het evangelie van Roepingenzondag, waarin Jezus zijn band met de leerlingen beschrijft met het beeld van herder en kudde. We bieden daarbij enkele eenvoudige vragen aan ter inspiratie. Je kunt die kaartjes op diverse manieren inzetten. En dat kan heus ook gebeuren na Roepingenzondag.
Bedoeling is om elkaars roeping aan te wakkeren.
Waarom niet eens een korte homilie geven en dan een korte uitwisseling onder gelovigen, bijvoorbeeld? Of bij de start van de vergadering van het parochieteam of een jongerengroep? Of je kunt het als basis nemen voor een contemplatieve dialoog. Die kaartjes zijn verkrijgbaar via IJD Jongerenpastoraal, die de roepingenpastoraal in Vlaanderen mee ondersteunt. Daarnaast blijft het uiteraard ook zinvol te bidden om roepingen.
Wat is het belang van een gemeenschap bij het ontdekken wat een roeping is?
Je mag ervan uit gaan dat niemand alleen wordt geroepen. De Kerk is een huis met vele kamers, waarin iedereen een plek kan krijgen. Je vindt er diverse spiritualiteiten, maar ook verschillende manieren om je te engageren. Je moet het enkel op het spoor komen: het engagement dat met jou matcht, het verlangen dat God in jou heeft gelegd. De gemeenschap heeft de taak die waaier aan gelovige diversiteit te weerspiegelen, er ruimte voor te geven, mensen uit te nodigen om een engagement op te nemen en elkaar daarin te ondersteunen. Vanuit de Commissie voor Roepingenpastoraal zien we het gesprek over roepingen ook een beetje in die zin: als steun voor elkaar in soms troebele tijden. Door over onze eigen bezieling te praten, houden we het vuur bij elkaar brandend.
Slotvraag, wat vind jij van het voorstel van onze bisschoppen over de aanstelling van vrouwelijke diakens, van de vraagtekens die ze plaatsen bij het verplichte celibaat en van hun pleidooi voor de wijding van gehuwde mannen?
Als dit is wat de universele Kerk wenst, waarom niet? Het biedt mogelijkheden om echte zending te helpen dragen. Maar de Kerk als geheel moet erachter staan.
Het mag volgens mij geen ‘ja’ zijn omdat we er absoluut nood aan hebben.
De synode over synodaliteit in oktober is een belangrijk moment om daarover de vinger aan de pols te houden. In welke richting voelt de Kerk zich bewogen door de Geest? Wat moet er gebeuren om de zending van Jezus Christus in de wereld te verrijken en te verstevigen, en op vele plekken überhaupt concreet mogelijk te maken? Het is een moeilijk debat, daar ben ik me bewust van, maar de band met de rest van de wereld is wezenlijk.
- Meer weten? Ga naar www.roepingeninveelvoud.be