We kunnen niet zonder tradities en rituelen
Driekoningen, nieuwjaarszingen, zegeningen en processies.... Mensen kunnen niet zonder tradities en rituelen, of ze nu gelovig zijn of niet. Naast aloude religieuze tradities ontwikkelen zich ook nieuwe rituelen. Op deze bladzijde lees je drie voorbeelden: de historische Sint-Antoniusviering, de recente traditie van geboortebossen én een oude traditie die stilaan weer opgang maakt: de zwangerschapszegening.
EEUWENOUD - DE VIERING VAN SINT-ANTONIUS
Rond 17 januari wordt in tal van parochies Sint-Antonius gevierd. Die eeuwenoude traditie is bijna erkend als immaterieel cultureel erfgoed.
Antonius Abt of Toontje met het varken is een christelijke heilige die leefde in de derde/vierde eeuw en die bekend stond als de vader van het monnikenleven, maar uitgroeide tot een belangrijk volks- en pestheilige en patroon van onder andere varkenshoeders, slagers, landbouwers…. In parochies aan hem gewijd, maar ook elders, vinden rond zijn naamdag op 17 januari allerlei tradities en rituelen plaats, en vaak speelt het varken daarbij een hoofdrol. Elke viering heeft zijn eigenheid, maar ze delen allemaal een gemeenschappelijke kern. Op initiatief van enkele verenigingen, willen Centrum Agrarische Geschiedenis, Histories en PARCUM de Sint-Antoniusviering in Vlaanderen laten erkennen als immaterieel cultureel erfgoed. Momenteel bevindt de erkenningsprocedure in de laatste rechte lijn.
„Meestal start men met een religieus deel, dat bestaat uit een misviering, al dan niet als onderdeel van een noveen, een processie en in sommige gemeenten een dieren- en/of tractorwijding”, vertelt Julie Aerts, erfgoedconsulent bij PARCUM. „Tijdens deze viering worden er gewoonlijk vleeswaren, zoals varkenskoppen, pensen en kipkap geofferd, en nadien verloot, verkocht of verdeeld. De opbrengst van de verkoop gaat steevast naar een goed doel of naar de parochie. De dag wordt afgesloten met een groot volksfeest. Tegenwoordig wordt op een aantal plaatsen een echt varken ook vervangen door een van marsepein. Dat noemen we een dynamische aanpassing van de traditie. In plaats van uit te sterven worden elementen hervormd. De kern blijft wel de figuur van Antonius Abt.”
Naamgenoot
Deze Antonius mag niet worden verward met zijn naamgenoot uit Padua. In de elfde eeuw kwamen de relieken van Antonius Abt in Frankrijk in de buurt van Grenoble terecht, waar dan een broederschap, de orde van de Antonieten, ontstond. Het is bovendien aan deze orde dat de heilige de bijnaam ‘Toontje met het varken’ te danken heeft. De broeders ontfermden zich over de zieken en om hen te voeden en te verzorgen, kweekten de broeders varkens. De orde kreeg het voorrecht om die varkens, vaak voorzien van een belletje, rond te laten lopen.
„De traditie is over heel Vlaanderen verspreid en meestal gekoppeld aan een Sint-Antoniusparochie”, zegt Aerts. „Ook in het zuiden van Nederland vinden we de cultus terug, maar het is toch specifiek voor onze streken. Het hoort ook bij de winterheiligen en de processiecultuur. Een vergelijkbare cultus is deze van de heilige Hubertus, waarbij brood wordt gezegend en jachthoorns optreden. Religieuze en sociale aspecten komen steevast samen. Het is deze meerlagigheid die de sterkte van de traditie vormt.” (eds)
HERONTDEKT - ZEGENING VAN ZWANGERSCHAP
Nieuw is het niet, maar het wordt stilaan herontdekt: de zwangerschapszegening. Vooral bij problematische zwangerschappen blijken ouders er nood aan te hebben.
Zwangerschap veroorzaakt veel onrust in het leven van een vrouw en is ook een ingrijpende gebeurtenis voor een koppel en een gezin. Vanouds bestaan er zwangerschaps-
zegeningen en er is zelfs een ‘orde van dienst’ voor een zegeningsviering met zwangere vrouwen. Het feest van Lichtmis is vaak een mooie gelegenheid, maar het kan elke zondag na de mis.
In Vlaanderen gebeurt het niet zo courant, maar ziekenhuispastores Eveline Vanderheijden en Anne Donné (UZ Leuven-Gasthuisberg) zijn wel sterk vertrouwd met zegeningen van zwangerschappen die medisch moeilijk verlopen. „Een zegen is bedoeld om alle goeds toe te wensen, in goede maar ook in moeilijke en verdrietige omstandigheden”, zegt Eveline Vanderheijden. „Koppels willen alles doen voor hun kindje, en als er dan medisch slecht nieuws over de zwangerschap komt, willen ze deze wens uitdrukken in rituele vorm. Dat is heel diepmenselijk en de vraag blijft ook vandaag groot, of mensen geloven of niet. Elke zegen is dus anders.”
Bescherming
„Het gaat om de vraag naarbescherming, maar soms drukt het ritueel ook loslaten, gedragen weten en hoop uit”, zegt Anne Donné. „Wij zien hier weinig gezonde zwangerschappen, wel mama’s die bedrust moeten houden. Op Lichtmis heb ik zo’n mama ooit eens gezegend. De vorm verschilt dus van de context. Er is een inleiding, en als er slecht nieuws was, dan moet er ruimte zijn voor verdriet en onmacht. We steken dan een zegenkaarsje aan: bij gelovige ouders staat er een kruisje op, bij anderen een hartje. Dat kaarsje krijgen ze mee naar huis.”
„Ook bij een vroege zwangerschap hebben vele ouders vandaag reeds een naam klaar”, vervolgt Vanderheijden. „Soms is dat een koosnaam zoals sterretje. Het is een erkenning. In de zegen drukken wij en de ouders uit dat we het kind graag zien, en als de ouders gelovig zijn, dat het wordt toevertrouwd aan God. De ouders kiezen zelf of er een kruisteken en wijwater wordt gebruikt. Meestal is er ook een handoplegging.”
„De buik wordt gezegend, maar gisteren nog vroegen de ouders hen samen ook te zegenen”, zegt Donné. „Ook als het kindje overleden is, blijft een zegen een belangrijk teken. Ik heb reeds een afscheidsritueel gedaan voor vroege zwangerschappen, maar ook daar spreken we van een kindje, niet van een foetus.”
Eveline Vanderheijden besluit: „Heel mooi is wanneer een koppel dat een zwangerschap heeft verloren, terugkomt met een volgend kindje. Dan drukt de zegen nieuwe hoop uit.” (eds)
RECENT - PASGEBORENEN KRIJGEN HUN EIGEN BOOM
Meer en meer steden en gemeenten planten geboorte- bossen aan, een nieuwe traditie die helemaal past bij onze tijd en cultuur. Een nieuwgeboren kind ziet er ‘zijn’ boom groter worden. Een geboortebos symboliseert ook de wens dat elk kind moet kunnen opgroeien in een gezonde en groene wereld.
De eerste voorbeelden dateren uit de late jaren 1990. Toch wortelt het geboortebos (het woord op zich is een neologisme) in een eeuwenoude traditie: een boom planten ter gelegenheid van de geboorte van een kind. Maar niet iedereen tegenwoordig heeft bij het huis ruimte voor een boom. De voor de kinderen geplante bomen staan meteen garant voor een groenere toekomst.
Mooie voorbeelden van geboortebossen zijn te vinden in diverse Vlaamse gemeenten. In 2011 nam bijvoorbeeld Kempens Landschap, dat ruime expertise heeft op dit vlak, samen met de gemeente Borsbeek het initiatief om een geboortebos aan te planten en op deze manier werd de bevolking ook persoonlijk betrokken bij de ontwikkeling een openruimtegebied. Een ouder vroeg ook een speciale plaats voor vlinderkindjes of sterrenkindjes (baby’s die tijdens de zwangerschap of rondom de geboorte overlijden) te voorzien in het geboortebos. Deze Vlinderkring is opgevat als een magische cirkel. Rondom werden er twaalf bomen aangeplant.
Rond de geboortebossen ontstaan evenementen. Op zondag 20 november organiseerde het stadsbestuur van Hasselt voor de 27ste keer het aanplanten van een geboortebos en kreeg elk pasgeboren Hasselts kindje weer zijn of haar eigen boom. Die zondag werden er meer dan zevenhonderd bomen geplant.
Plantmomenten
De stad Gent plantte al meerdere geboortebossen en de nieuwe boompjes passen in de ambitie
om het aantal bomen in de stad te laten groeien. „Het mooie aan de geboortebossen is dat al die kleine kindjes en ouders kunnen komen kijken hoe hun geboortebos blijft groeien”, zegt schepen van Openbaar Groen Astrid De Bruycker (Vooruit). „Onze collectieve plantmomenten zijn een waar feest en eigenlijk al een veertien jaar oude traditie. We plantten al geboortebossen aan in de Gentbrugse Meersen, en eentje in het ‘Zwijntjesbos’, het speelbos in Zwijnaarde dat eigenlijk binnenin het grotere Parkbos zit. En begin oktober startten we met het planten van het derde Gentse geboortebos, in de Vinderhoutse bossen, in eerste instantie voor de kindjes die vorig jaar geboren zijn. We hebben toen ongeveer 1.500 inheemse boompjes en struiken geplant, op een halve hectare grond. In totaal wordt ons geboortebos daar drie hectare groot. Da’s ongeveer even groot als vijf voetbalvelden.” (eds)
Geschiedkundige Hans Geybels
‘Tradities geven structuur aan ons bestaan’
In de Broadwaymusical Fiddler on the Roof bezingt het hoofdpersonage Tevje de tradities in zijn sjtetl, een joods dorp in Rusland. Hoe ze eten, hoe ze slapen en hoe ze zich kleden, alles ligt vast. De wereld om hen heen verandert, maar de dorpelingen voelen zich thuis in Anatevka. „En hoe we het volhouden?”, [node:field_streamers:0] vraagt Tevje zich af. „Dat kan ik u in een woord vertellen: traditie.” Heel het dorp leeft volgens welbepaalde culturele gebruiken, in lijn met de joods-orthodoxe traditie.
We hoeven niet naar het verre Anatevka te trekken om in te zien dat haast iedere samenleving kleur krijgt dankzij tradities en rituelen. Ook in onze seculiere samenleving zijn ze van tel. Denken we maar aan de jaarlijks wederkerende zwartepietendiscussie, stilaan zelf een traditie. Het debat over Sinterklaas’ adjunct verhit ieder jaar de gemoederen. „Wees gerust, over tien jaar is die discussie helemaal voorbij”, zegt geschiedkundige Hans Geybels, die zich in zijn boek Heiligen en tradities in Vlaanderen (Davidsfonds, 2018) boog over de geschiedenis van de (religieuze) volkscultuur en haar gebruiken. „De discussie zal worden beslecht in het voordeel van roetpiet en dat hebben we te danken aan onze kinderen. Zij zien roetpiet op televisie en zorgen er mee voor dat de traditie verandert.”
Daarmee raakt Geybels een belangrijk kenmerk van tradities aan: ze zijn onderhevig aan verandering. Televisie is bovendien een niet te onderschatten motor van verandering. „Denk maar aan Halloween, overgewaaid uit Amerika. We zagen trick-or-treaters in allerlei televisieprogramma’s en nu is Halloween ook bij ons flink ingeburgerd. Naar alle waarschijnlijkheid is het een blijver.”
Traditie versus ritueel
Wat is nu precies het onderscheid tussen een traditie en ritueel? „Tradities zijn gebruiken over een lange tijdspanne”, zegt Hans Geybels. „Ze zijn redelijk stabiel. Het is het tegenovergestelde van een trend, die kortstondig is en voorbijvliegt. Rituelen zijn dan weer bestanddelen van tradities. Denk aan kerstbomen, nieuwjaarszingen, Sint-Maartensvuur en de Warmste Week. Tradities worden door veel mensen gedeeld, over een lange periode. Ze worden in ere gehouden door een herkenbare entiteit van mensen. Er is met andere woorden continuïteit.”
Een ander kenmerk: tradities vormen gedeeltelijk onze identiteit. „Alleen al in ons eigen leven is het belang van tradities en rituelen onmogelijk te overschatten”, weet Geybels. „Ze geven structuur aan ons bestaan. Niet voor niets hebben we het over het ochtendritueel. Maar ook doorheen het jaar zijn ze van belang. Dankzij onze tradities zijn niet alle dagen hetzelfde en hebben we altijd iets om naar uit te kijken. Dat vinden we fijn.”
Doordat tradities door veel mensen worden gedeeld over een lange periode, is hun ontstaan niet vanzelfsprekend. „Je kan makkelijker een trend uit de grond stampen dan een traditie”, zegt Geybels. „Maar af en toe lukt het toch. Neem nu het voorbeeld van Wicca. Dat is een redelijk nieuwe natuurreligie die stilaan over tradities beschikt. Er worden boeken over geschreven en ze ontwerpen rituelen. Het is geen trend meer. Er is structuur, herhaling, continuïteit en de leden onderscheiden zich van anderen door middel van hun rituelen. Alle elementen om van een traditie te spreken, zijn aanwezig.” (bg)
Website beschrijft ruim honderd rituelen
Omdat onze levenswijzes barsten van de tradities en rituelen, die allemaal recht hebben op hun plek in onze samenleving, stichtte vzw Histories een rituelendatabank. Volgens Histories is de diversiteit aan tradities immers niet alleen een kenmerk van onze huidige samenleving, maar ook een grote meerwaarde. De databank beschrijft vandaag een honderdtal rituelen, die voortkomen uit het christendom, andere religies of seculiere gebruiken. „Tradities zijn gebruiken en gewoonten die tegelijk erg vertrouwd en heel speciaal zijn”, klinkt het. „Ze hebben hun wortels in het verleden, maar krijgen pas betekenis als mensen van nu er een bijzondere waarde aan hechten. Op die manier hebben tradities een plek in het alledaagse leven van vroeger en nu.” Dat maakt het niet eenvoudig om alle tradities en rituelen in één databank onder te brengen. Histories doet dan ook een beroep op bezoekers om de databank aan te vullen. (bg)