Uit de kunst (34): de handen van de piëta
Slechts vier handen en evenveel voeten zien we in dit beeld uit 2001 van de Nederlandse kunstenaar Guido Geelen. Hij slaagt erin vrijwel meteen het beeld van de piëta op te roepen, hoewel de wenende madonna zelf ontbreekt. Net als haar stervende zoon.
Eigen handen en voeten
Geelen goot de handen en voeten voor zijn constructie af in brons en gebruikte daarvoor zijn moeder en zichzelf als model. Je herkent meteen de frêle, al wat oudere voeten van de moederfiguur en kan ook de jongere, meer mannelijke versie onderscheiden van de zoon. Vervolgens plaatste Geelen de onderdelen in dezelfde positie als de piëtabeelden die we kennen uit de klassieke kunsten. In het midden van die compositie zette hij het aambeeld uit de smidse van zijn overleden vader op een boomstronk. Twee ruwe, robuuste voorwerpen die in contrast staan met de verfijnde, bronzen handen en voeten.
In een gesprek met Brabants Erfgoed vertelt de kunstenaar over die persoonlijke insteek en hoe hij het aambeeld van zijn vader combineerde met de handen van zijn moeder die erop rusten. 'Aan de voet van het hout wortelen de voeten van haar zoon.' Een verwijzing naar zijn eigen verhaal en de symboliek van de stamboom dus. Geelen bewijst met zijn kunstwerk in elk geval hoe je met enkele lichaamsdelen - zelfs zonder de gezichtsuitdrukkingen erbij - even sterke emoties rond lijden en verlies kan verbeelden.