Uit de kunst (36): de foltering van Jezus
'Ecce homo. Zie de mens.' In het evangelie volgens Johannes stelt Pontius Pilatus met die woorden Jezus voor aan het volk, vlak nadat hij hem had laten geselen. Het beeld van de gewonde Jezus met zijn spotmantel en doornenkroon is sindsdien een veelgebruikt thema in de kunstgeschiedenis. Jheronimus Bosch schilderde er een versie van, maar ook Caravaggio, Titiaan, Rembrandt en Peter Paul Rubens intepreteerden de bekende scène uit de Bijbel.
In het Brusselse Museum voor Moderne Religieuze Kunst vind je de Ecce homo van Erzsébet Baerveldt, een Nederlandse kunstenares. Het werk past in de bevrijdende visie van het museum, waarbij het lijden als motief wordt gebruikt door een kunstenaar die zelf zijn plaats zoekt in de samenleving.
Macht en onmacht, pijn en angst zijn emoties die ieder van ons kent en in deze serene Christus tot uiting komen.
Baerveldt ontdeed haar Jezusbeeld van zijn mantel, doornenkroon en... lendendoek. Een detail dat bij een aantal bezoekers al eens tot verontwaardiging leidt. Toch is het net die kwetsbaarheid, die totale desinteresse ook voor de naaktheid als geheel, die het gevoel van pijn, onderdrukking en berusting nog versterkt.
In 2007 gebruikte Baerveldt nog een andere Bijbeluitspraak als inspiratie voor een kunstwerk: Noli me tangere (raak me niet aan). Jezus zegt dat tegen Maria Magdalena wanneer ze hem herkent na zijn verrijzenis. In De crux (een uitgave van buijten.nl) reageert Baerveldt: 'Gedachten over wederopstanding vormen de rode draad in mijn geloofsleven, en de consequenties ervan vormen mijn wereldbeeld. Door de ernst en intensiteit van wederopstanding leidt dat niet tot onbezonnen vrolijkheid of louter positivisme. Het onthult meer een diepe, complexe gelaagdheid van het leven zelf, die zich grotendeels buiten het wereldse toneel om voltrekt.'
Je kan Erzsébet Baerveldts Ecce homo bezoeken in het Museum voor Moderne Religieuze kunst in de basiliek van Koekelberg in Brussel.